Zo veel mogelijk effect en zo min mogelijk bijwerkingen bij chemotherapie.
Wie chemotherapie krijgt bij alvleesklierkanker, wordt bijna altijd behandeld met FOLFIRINOX. Een combinatie van drie antikankermedicijnen en een medicijnversterker. Deze behandeling is zeer effectief tegen tumoren, maar brengt vaak ernstige bijwerkingen met zich mee. Sofía Peeters, apotheker-onderzoeker aan het Catharina Ziekenhuis, richt zich in haar promotieonderzoek op een persoonlijke dosering van FOLFIRINOX-chemotherapie: “Op het gebied van gepersonaliseerd medicijngebruik kunnen we nog veel terrein winnen en écht impact maken.”
15:51:18Patiënten die nu te maken krijgen met alvleesklierkanker, hebben vaak een lage levensverwachting. “Behandelingen zijn meestal palliatief en vanwege de bijwerkingen heeft een patiënt dan vaak een lagere kwaliteit van leven. Die is met gepersonaliseerde behandeling hopelijk te verbeteren”, zegt Peeters.
De Tekst gaat verder onder de Foto:
Apotheker-onderzoeker Sofia Peeters.
Fotograaf: Van Assendelft Fotografie
Bijwerkingen:
Patiënten die nu met FOLFIRINOX gaan starten, krijgen eerst een DNA-test om de dosis te bepalen. “Daarmee kan deels worden bepaald of een patiënt een verhoogd risico heeft op hevige bijwerkingen. Als dat zo is, krijgt een patiënt vanaf het begin een lagere dosis om dat te voorkomen. Dat is een geweldige eerste stap naar gepersonaliseerde behandeling. Wij willen uiteindelijk veel meer kenmerken van een patiënt toevoegen om een behandeling op maat te maken.”
De dosis verlagen om bijwerkingen tegen te gaan is volgens de onderzoekster nog niet zo eenvoudig als dat het klinkt. Met name omdat effectiviteit en bijwerkingen heel dicht bij elkaar liggen. “Er zijn hoeveelheden chemotherapie in het bloed waar je niet boven moet gaan omdat de bijwerkingen dan te hevig zijn. Er is óók een ondergrens waaronder het effect te laag is. Daar moet je precies tussen blijven.”
Het PERFUPANC-onderzoek:
Tijdens de kuur nemen wordt extra bloed afgenomen om zo de hoeveelheid chemo in de bloedspiegel te meten. “Ook kijken we naar de bijwerkingen en registreren we allerlei andere kenmerken van de patiënt: bijvoorbeeld geslacht, leeftijd, nierfunctie, leverfunctie en gewicht. Wat we in dit eerste deel doen, is alleen maar meten en registreren. Zo komen we erachter wat de hoeveelheden chemotherapie in het bloed zijn voor onze patiënten, én welke kenmerken daarmee een relatie hebben.”
Iedere patiënt is anders en reageert anders op medicijnen. De mogelijkheden om te voorspellen hoe iemand reageert zijn steeds groter.
Het tweede deel van het onderzoek vindt plaats bij vijftig andere alvleesklierkankerpatiënten, die ook met FOLFIRINOX worden behandeld. “Na het eerste deel van het onderzoek stellen we een formule op die voor iedere patiënt de optimale dosis chemotherapie kan bepalen. In het tweede deel van het onderzoek wordt die formule toegepast. Ook meten wij tijdens de kuur de bloedspiegel om te zien of de optimale hoeveelheid chemotherapie in het bloed behaald wordt”, schetst Peeters.
“Aan de hand van deze metingen kan zo nodig de dosis worden bijgesteld voor de volgende kuur. Uiteraard gaan we van die patiënten ook de gegevens over bijwerkingen en effectiviteit registeren. Wij onderzoeken hiermee of deze aanpak de hevige bijwerkingen van de FOLFIRINOX-behandeling kan verminderen, mét behoud of zelfs verbetering van de effectiviteit.”
Het uiteindelijke doel voor Peeters is een stap vooruit op het gebied van gepersonaliseerd medicijngebruik. “Daar is nog een wereld te winnen en kun je echt impact maken. Iedere patiënt is anders en reageert anders op medicijnen. De mogelijkheden om te voorspellen hoe iemand reageert zijn steeds groter.”