Wereldwijd zijn de ogen gericht op het onderzoek van het Catharina Ziekenhuis.
Het Catharina Ziekenhuis begon bijna zeven jaar geleden met een omvangrijke wetenschappelijke studie om een doorbraak te forceren in de behandeling van dikkedarmkanker die is uitgezaaid naar het buikvlies. “In april van dit jaar werd de laatste van de 358 patiënten in het onderzoek opgenomen”, zegt onderzoeker Teun van den Heuvel. “Wereldwijd wordt echt op de uitkomsten van deze studie gewacht.”
Patiënten die uitgezaaide dikkedarmkanker hebben, worden op dit moment overal ter wereld anders behandeld. “En nergens is helder wat nou echt de beste manier is”, schetst Van den Heuvel. “Is het zinvol om de patiënt chemotherapie te geven als ze ook geopereerd worden aan de uitzaaiingen? Moet dit dan voorafgaand aan de operatie? Kun je dat beter achteraf doen? Of behaal je de beste resultaten als je het allebei doet?”
Baat bij chemo of niet?
Nederlandse artsen stopten in 2017 juist met het geven van chemotherapie voor en na de operatie. Wetenschappelijk bewijs over het nut daarvan ontbrak en de behandeling was zwaar. In de zogenoemde CAIRO6-studie wordt nu uitgezocht of en zo ja welke patiënten baat hebben bij chemotherapie. “De ene helft krijgt voor en na de operatie chemotherapie. De andere helft wordt alleen geopereerd. Dat laatste is nu de standaard behandelmethode”, zegt Van den Heuvel.
Die operatie is een zogenoemde HIPEC-operatie. Een voor de patiënt zware behandeling waarbij de chirurg tumoren operatief verwijdert en vervolgens de buikholte van de patiënt vult met warme chemotherapie. Die behandeling heeft de overleving van een patiënt met buikvlieskanker verlengd van 9 naar 30 maanden. Die operatie wordt in een klein aantal Nederlandse ziekenhuizen uitgevoerd en die werken allemaal mee aan deze studie.
“Met deze studie hopen we te ontdekken hoe we die gemiddelde overleving verder kunnen verbeteren”, zegt Van den Heuvel. “En dat we kunnen zeggen of en hoe chemotherapie daaraan bij kan dragen. Dat zijn echt resultaten waar artsen wereldwijd op zitten te wachten, zodat het voor iedereen duidelijk is wat écht werkt en wat niet.”
Chemo extra belastend voor patiënten:
Nu durven artsen die chemotherapie vaak niet achterwege te laten, schetst onderzoeksleider en chirurg Ignace de Hingh. “Artsen denken dan dat ze daarmee de patiënt een kans op genezing onthouden. Dat alles onder het mom: baat het niet, dan schaadt het niet. Maar de wetenschappelijke onderbouwing ontbreekt”, zegt De Hingh. In de praktijk heeft hij gemerkt dat chemotherapie voor een patiënt met buikvlieskanker heel belastend is. “Een HIPEC-operatie is al zwaar. Extra chemotherapie drie maanden ervoor en zes maanden erna maken de behandeling nog zwaarder. Die keuze maak je niet zomaar. Zo’n behandeling heeft invloed op de kwaliteit van leven en kan voor complicaties zorgen.”
Nu de laatste patiënt bij het onderzoek betrokken is, komen de definitieve resultaten langzaam in zicht. “Al gaat dat nog wel de nodige maanden duren”, stelt Van den Heuvel. “Chemotherapie, operatie, hersteltijd en daarna nog de resultaten analyseren. Dat kost tijd. Hopelijk kunnen we daarna echt aantonen dat één van de twee significant beter is en dat dat de nieuwe standaard wordt, met een beter perspectief voor patiënten tot gevolg.”