Wat kan ik doen als ik afval tijdens de behandeling ?
Het kan gebeuren dat je afvalt tijdens de behandeling. Een grote afname in gewicht kan een negatieve invloed hebben op de behandeling. Het is daarom belangrijk om onbedoeld gewichtsverlies snel te signaleren en in te grijpen.
Door de ziekte en de behandeling, kan de inname aan voeding tijdelijk verminderd zijn. Ook klachten van de ziekte en de behandeling, zoals verminderde eetlust, pijn bij het eten of vermoeidheid, kunnen de inname beperken.
Onbedoeld gewichtsverlies is echter ongewenst omdat gewichtsverlies in deze situaties betekent dat je spiermassa kwijtraakt. Je conditie gaat dan achteruit. Uit onderzoek is bekend dat een slechtere conditie het herstel kan belemmeren en dat er dan ook meer complicaties kunnen optreden. Ook wordt de behandeling vaak minder goed verdragen.
Het is daarom belangrijk om een afname in gewicht snel te signaleren en in te grijpen. Bij voorkeur blijft het gewicht stabiel tijdens de behandeling, ook al is er sprake van overgewicht. Wanneer je blijft afvallen neem dan contact op met je behandelend arts of diëtist.
Om verder afvallen te voorkomen is het nodig om meer te gaan eten. Het is belangrijk dat je een gezonde basisvoeding gebruikt. Hier kun je zien wat de aanbevelingen zijn voor tijdens de behandeling.
Toch kan het zijn dat je gewicht blijft verliezen. In die situatie hebben we een aantal adviezen voor je op een rij gezet:
- Verdeel je voeding over de hele dag. Eet vaker (kleinere) porties, bijvoorbeeld elke twee uur.
- Eet alles wat je lekker vindt en wat veel eiwitten bevat. Bekijk bijvoorbeeld eens dit boodschappenlijstje met energie- en eiwitrijke producten.
- Kies voor volvette varianten. Magere, halva- en lightproducten leveren minder energie dan volle producten.
- Er zijn ook nieuwe producten op de markt die veel eiwitten bevatten zoals skyr, proteïne toetjes, proteïne shakes, eiwitrepen en bouwsteentjes.
- Gebruik dubbel (hartig) broodbeleg.
- Beleg je brood dik met bijvoorbeeld zalmsalade of notenpasta.
- Neem tussendoortjes, bijvoorbeeld noten, een mueslibol met dik margarine en kaas, blokjes kaas of worst*, een haring of stukje gebakken vis, een toastje met kaas, zalm, paling, een schaaltje yoghurt of kwark met vruchten of granola, vla of een milkshake.
- Zorg voor variatie, je eet meer als het eten aantrekkelijk en gevarieerd is.
- Staat vaste voeding tegen probeer dan eens pap, vloeibare ontbijtvervangers of een smoothie van vers fruit met yoghurt of kwark.
- Staat warm eten tegen probeer dan eens een koude maaltijd of een broodmaaltijd met fris beleg.
- Staat vlees* tegen probeer dan eens vis, kip, ei/omelet, kaas, een vegetarische vleesvervanger, peulvruchten of noten bij de warme maaltijd.
- Pas op met bouillon en soep. Deze producten geven snel een vol gevoel maar leveren geen of weinig calorieën en eiwitten.
- Maak het jezelf niet te moeilijk. Als het bereiden van eten veel moeite kost, vraag dan anderen om je te helpen of gebruik een kant- en-klaar maaltijd.
* Vlees is een goede bron van eiwitten en belangrijke vitamines en mineralen, zoals ijzer en kan daarmee bijdragen aan een gezonde voeding en aan herstel. Onderzoek toont aan dat het eten van te veel rood vlees en het eten van bewerkt vlees de kans op dikkedarmkanker vergroot. Om die reden raden wij aan om matig te zijn met vlees en wekelijks niet meer dan 350 - 500 gram rood vlees te eten. Voor bewerkt vlees, zoals vleeswaren is geen veilige hoeveelheid gevonden waarbij het risico op dikkedarmkanker niet wordt verhoogd. Wij raden aan om bewerkt vlees daarom zo min mogelijk te eten.
Bij onbedoeld gewichtsverlies kan het echter noodzakelijk zijn dat vlees en vleeswaren, voor de tijd dat nodig is, onderdeel zijn van de aangepaste voeding om het gewichtsverlies te verminderen. In die situatie kun je royaler vlees en vleeswaren gebruiken dan aangeraden wordt voor de preventie van kanker.