Wat is sondevoeding ?

20-07-2020 18:28

                               




Toedieningsroutes-sondevoeding.



Sondevoeding is vloeibare voeding die via een slangetje direct in de maag of in de darm wordt toegediend. Sondevoeding bevat vocht, energie en alle voedingsstoffen die je dagelijks nodig hebt, zoals eiwitten, vetten, koolhydraten, vitamines, mineralen. Sondevoeding kan het gewone eten gedeeltelijk of volledig vervangen.



Waarom sondevoeding?

De reden waarom mensen sondevoeding krijgen is verschillend. Soms gaat het gewone eten door ziekte of de behandeling niet goed. Je kan je bijvoorbeeld erg ziek of misselijk voelen, waardoor het niet lukt om genoeg te eten. Soms mag je een bepaalde periode niet eten en drinken, bijvoorbeeld als slikken niet veilig is.



Als eten niet goed lukt of kan, krijg je niet genoeg voedingstoffen en energie binnen. Daardoor kunnen weer klachten als vermoeidheid ontstaan. Hierdoor kun je de behandeling mogelijk minder goed doorstaan. Sondevoeding kan er dan voor zorgen dat je toch alle voedingstoffen binnenkrijgt.


Misschien vind je het lastig om met sondevoeding te starten. Maar sondevoeding kan ook een opluchting zijn, omdat het de druk van het moeten eten wegneemt.


Verschillende soorten sondes:

Sondevoeding kan op verschillende manieren worden toegediend.


Bij een neusmaagsonde gaat er een slangetje via de neus, keel en slokdarm rechtstreeks naar de maag. Deze sonde moet elke zes weken verwisseld worden en wordt vaak gekozen als de sondevoeding voor een kortere tijd gegeven wordt.


Soms is het beter dat de sondevoeding rechtstreeks in de darmen terechtkomt. Dan gaat het slangetje via de neus, keel, slokdarm en maag rechtstreeks naar de darm. Deze sonde wordt ook wel een neusdarmsonde genoemd. Ook deze sonde moet elke zes weken verwisseld worden.


Bij een PEG-sonde wordt er een slangetje direct via de buikwand op de maag aangesloten.


Hiervoor is een kleine operatie nodig. Deze sonde wordt gekozen als een sonde via de neus niet mogelijk is of als het waarschijnlijk is dat je voor lange tijd sondevoeding nodig hebt.


Soorten sondevoeding:

Er zijn veel soorten sondevoeding. De diëtist zal je vertellen welke soort voor jou het beste is. Dit is onder andere afhankelijk van je gewicht en je behoefte. Omdat de voeding niet in je mond komt, zal je weinig van de voeding proeven. Er zijn daarom geen verschillende smaken.


De hoeveelheid sondevoeding:

Sondevoeding wordt vaak in stappen opgebouwd tot de benodigde hoeveelheid is bereikt. Dit is vooral belangrijk als iemand lang niet of te weinig heeft gegeten. Dan is er namelijk risico op het zogeheten refeeding syndroom. In dat geval wordt er meestal de eerste dagen bloed afgenomen om te kunnen bepalen of het lichaam de snelheid van toediening aan kan. Soms is het nodig om bepaalde voedingsstoffen extra toe te dienen.


Wanneer je weer voldoende zelf kan en mag eten, wordt er een afbouwschema gemaakt om weer rustig te wennen aan gewone voeding. Als het mogelijk is blijf je tijdens de periode van sondevoeding ook dranken of vloeibare voeding nemen en soms ook vaste voeding. Dit zorgt er namelijk voor dat je je slikspieren blijft gebruiken, waardoor het herstel naar gewone voeding beter gaat.


Porties of continue toediening:

De sondevoeding kan een aantal keren per dag met een spuit in de sonde worden gespoten. Dit heet portietoediening. Ook kunnen porties gegeven worden met een pomp, zodat een portie bijvoorbeeld verdeeld over een uur gegeven kan worden.


Daarnaast bestaat er continue toediening. Hierbij wordt gedurende langere tijd achter elkaar sondevoeding gegeven, bijvoorbeeld de hele dag en/of nacht. Een combinatie van zowel portie- als een continue toediening is ook mogelijk.


Sondevoeding in het ziekenhuis of thuis:

Sondevoeding wordt vrijwel altijd gestart in het ziekenhuis. Dit kan zowel tijdens een (dag)opname of op de polikliniek zijn. Er kan na ontslag uit het ziekenhuis thuis worden doorgegaan met de sondevoeding. In de meeste gevallen wordt de thuiszorg ingeschakeld om te helpen, bijvoorbeeld bij het wisselen van de sonde. Maar vaak kan je dat ook heel goed zelf leren.


Het bewaren van sondevoeding:

Voor alle voedingen geldt: let er goed op dat de sondevoeding niet over datum is. Kant-en-klare flessen of pakken sondevoeding die nog niet geopend zijn kun je het beste op een koele en donkere plek bewaren. Geopende flessen of pakken bewaar je in de koelkast. Deze zijn in de koelkast 24 uur houdbaar.


Het verzorgen van de sonde:

Om te voorkomen dat de sonde verstopt raakt, is het goed om de sonde voor en na iedere voeding door te spuiten met minimaal 5 ml lauw water of bruisend water. Als je zowel overdag als 's nachts sondevoeding krijgt, spoel dan in ieder geval één keer per dag de sonde door met minimaal 5 ml lauw water.


De vergoeding van sondevoeding:

Sondevoeding en de benodigde materialen worden vergoed vanuit de basisverzekering. Er kunnen vanuit de zorgverzekering wel bepaalde eisen zijn. De diëtist is daarvan op de hoogte.



Lees ook:


Wat is drinkvoeding?





Bron: www.voedingenkankerinfo.nl