Wat is Schildklierkanker ?
Schildklierkanker is zeldzaam. Er zijn 4 soorten schildklierkanker:
papillair
folliculair
medullair
anaplastisch
Papillaire schildklierkanker:
is de meest voorkomende vorm van schildklierkanker: 60 tot 70% van alle mensen met schildklierkanker, heeft papillaire schildklierkanker
komt het meest voor bij mensen tussen de 10 en 60 jaar gemiddelde tienjaarsoverlevingskans: 95%
Kenmerken papillaire schildklierkanker:
groeit langzaam
kan uitzaaiien naar onder andere lymfeklieren en longen
kankercellen zijn gevoelig voor behandeling met radioactief jodium
Folliculaire schildklierkanker:
20 tot 30% van alle mensen met schildklierkanker, heeft folliculaire schildklierkanker komt het meest voor bij mensen tussen de 30 en 70 jaar
gemiddelde tienjaarsoverlevingskans is 70%
Kenmerken folliculaire schildklierkanker:
groeit langzaam
kan uitzaaien naar onder andere longen en botten
kankercellen zijn gevoelig voor behandeling met radioactief jodium
Een variant van folliculair schildklierkanker is het Hürthle cell carcinoom. Het Hürthle cell carcinoom neemt geen of weinig jodium op uit het bloed. Dit heeft gevolgen voor de behandeling. Behandeling met radioactief jodium is namelijk 'standaard' bij het folliculaircarcinoom.
Medullaire schildklierkanker:
Het medullair carcinoom (MSC) is een zeldzame vorm van kanker.
ongeveer 5% van alle mensen met schildklierkanker heeft medullaire schildklierkanker
komt vooral voor bij mensen tussen de 40 tot 60 jaar
gemiddelde tienjaarsoverleving is 50 tot 70%
Medullaire schildklierkanker komt ook voor bij mensen met het MEN-2 syndroom. MEN staat voor multipele endocriene neoplasie. Bij dit syndroom ontstaan gezwellen in klieren, organen en weefsels die hormonen produceren.
Kenmerken medullaire schildklierkanker:
middelmatig agressief kan uitzaaien naar onder andere longen,
lymfeklieren en lever de kankercellen zijn niet gevoelig voor behandeling met radioactief jodium deze vorm van kanker kan erfelijk zijn: dit is het geval bij het MEN-2 syndroom
Anaplastische schildklierkanker:
5 tot 10% van alle mensen met schildklierkanker heeft anaplastische schildklierkanker deze vorm van schildklierkanker komt vooral voor bij mensen van 65 jaar en ouder de tienjaarsoverleving is minder dan 5%
Kenmerken anaplastische schildklierkanker:
agressief
groeit snel en zaait snel uit
de kankercellen zijn niet gevoelig voor behandeling met radioactief jodium
Kanker is niet besmettelijk.
Schildklier:
Follikels en C-cellen
Tussen de follikels liggen C-cellen. Ze liggen tegen de follikelcellen aan. C-cellen maken het hormoon calcitonine.
Om goed te kunnen functioneren heeft de schildklier jodium nodig. Dit wordt opgenomen vanuit het bloed.
Wat doet de schildklier
- T4: thyroxine. Dit regelt de stofwisseling in alle lichaamscellen.
- T3: thri-jodothyronine.
Deze hormonen stimuleren:
- de stofwisseling
- de verbranding in de cellen
- de groei van nieuwe cellen, ook van bijvoorbeeld haren en nagels
Deze hormonen stimuleren de stofwisseling en zetten lichaamscellen aan hun werk te doen. Maakt de schildklier te veel hormonen aan, dan versnelt de stofwisseling. Dit heet hyperthyreoïdie. Maakt de schildklier te weinig hormonen aan, dan vertraagt de stofwisseling. Een ander woord hiervoor is hypothyreoïdie.
Schildkliercellen werken onder invloed van het schildklierstimulerend hormoon TSH. TSH wordt afgegeven door een klier in de hersenen: de hypofyse. En de hypofyse werkt weer onder invloed van een ander hormoon (TRH) uit een andere klier in de hersenen: de hypothalamus.
De C-cellen in de schildklier produceren het hormoon calcitonine. Dit hormoon voorkomt dat het kalkgehalte in het bloed te hoog wordt. Het remt hierdoor de afbraak van botweefsel.
Bijschildklier
Aan de achterkant van de schildklier zitten voorin de hals de bijschildklieren: 2 links en 2 rechts. De bijschildklieren produceren bijschildklierhormoon PHT. PHT regelt het kalkgehalte in het bloed door:
- kalkopname uit de botten en het voedsel te bevorderen
- de uitscheiding van kalk in de urine te remmen
Follikel en C-cel
Het weefsel van de schildklier is opgebouwd uit een soort blaasjes, 'follikels' genoemd. Follikels bestaan uit follikelcellen met daarbinnen een ruimte. Tussen de follikels liggen - tegen de follikelcellen aan - zogenoemde C-cellen (illustratie: KWF).
Bron: www.kanker.nl