Waarom een bevolkingsonderzoek borstkanker?
Sinds 1990 is er bevolkingsonderzoek borstkanker. Dankzij het onderzoek wordt borstkanker vaker vroeg ontdekt bij vrouwen van 50 tot en met 75 jaar. Daardoor overlijden er elk jaar ongeveer 775 vrouwen minder aan borstkanker.
Borstkanker vroeg opsporen
Met het bevolkingonderzoek kan eerder ontdekt worden of iemand borstkanker heeft. Hierdoor is de kans groter dat de behandeling succes heeft.
Het onderzoek bestaat uit het maken van röntgenfoto's van uw borsten. Op dit moment is het maken van röntgenfoto's voor het bevolkingsonderzoek de beste methode om borstkanker te ontdekken.
Hierop zijn afwijkingen te zien die bijvoorbeeld nog niet te voelen zijn.
Bekijk de korte film 'Het bevolkingsonderzoek'
Meer informatie over:
- Waarom alleen vrouwen van 50 tot en met 75 jaar?
- Kan ik zelfonderzoek doen aan mijn borsten, in plaats van mee te doen aan het bevolkingsonderzoek?
- Wie doet het bevolkingsonderzoek?
- Regels voor het bevolkingsonderzoek?
Bekijk de korte film 'Waarom is het nodig?'
Waarom alleen vrouwen van 50 tot en met 75 jaar?
Bijna ieder medisch onderzoek heeft voor- en nadelen. Dit is ook zo bij een bevolkingsonderzoek. Voor vrouwen tussen de 50 en 75 jaar zijn de voordelen groter dan de nadelen. Daarom ontvangen zij een uitnodiging voor het onderzoek.
Voor vrouwen onder de 50 jaar zijn de nadelen groter dan de voordelen. Zij hebben vaak veel klierweefsel in de borsten. Daardoor zijn röntgenfoto's van de borsten moeilijker te beoordelen.
Ook voor vrouwen boven de 75 jaar zijn de nadelen groter. Bij hen groeit borstkanker meestal heel langzaam. De kans is klein dat er borstkanker wordt ontdekt waaraan zij sterven. Een onderzoek zou er dus toe kunnen leiden dat iemand onterecht patiënt wordt. Toch wordt borstkanker bij 75-plussers vaak wel behandeld.
Bekijk de korte film 'Waarom zijn er leeftijdsgrenzen?'
Kan ik zelfonderzoek doen aan mijn borsten, in plaats van mee doen aan het bevolkingsonderzoek?
Uit onderzoek blijkt dat borstzelfonderzoek niet leidt tot minder sterfte aan borstkanker. Ook wordt borstkanker bij vrouwen die regelmatig hun borsten onderzoeken niet vroeger ontdekt. Door het bevolkingsonderzoek kan borstkanker wel vroeger worden ontdekt. De kans dat de behandeling succes heeft, is dan groter.
Door zelfonderzoek raakt u wel vertrouwd met uw eigen lichaam: bijvoorbeeld hoe uw borsten aanvoelen en hoe uw huid eruit ziet. U weet dan wat bij u normaal is en u kunt een verandering sneller voelen of zien.
Iedere vrouw moet dan ook zelf de keuze maken of ze borstzelfonderzoek wil doen.
Meer informatie over hoe u zelfonderzoek uitvoert vindt u op de website van KWF Kankerbestrijding.
Bekijk de korte film 'Is zelfonderzoek een alternatief?'
Wie doet het bevolkingsonderzoek?
Bij het bevolkingsonderzoek zijn veel partijen betrokken:
- De 5 regionale screeningsorganisaties voeren het bevolkingsonderzoek uit. Zij zorgen ervoor dat alle vrouwen die tot de doelgroep horen, uitgenodigd worden. Deze screeningsorganisaties voeren ook het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker uit. U kunt uw eigen screeningsorganisatie vinden via de postcodezoeker.
- Een gespecialiseerd laborant maakt in het onderzoekscentrum van beide borsten röntgenfoto's.
- Deze röntgenfoto's worden beoordeeld door twee gespecialiseerde radiologen. De uitslag wordt door de screeningsorganisaties naar de deelnemers verstuurd.
- Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) is namens het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport verantwoordelijk voor de landelijke coördinatie. Het RIVM ontwikkelt de voorlichting zodat iedere vrouw dezelfde informatie krijgt over het bevolkingsonderzoek. Daarom is deze website ook van het RIVM. Daarnaast stelt het RIVM samen met deskundigen eisen op waaraan het bevolkingsonderzoek moet voldoen. Zo wordt de kwaliteit van het bevolkingsonderzoek steeds beter.
Regels voor het bevolkingsonderzoek
Het bevolkingsonderzoek moet zich houden aan veel regels. Bijvoorbeeld aan de Wet Bevolkingsonderzoek (WBO). Hierin staat onder andere dat het bevolkingsonderzoek wetenschappelijk onderzocht moet zijn. En dat de voordelen om mee te doen aan het bevolkingsonderzoek groter moeten zijn dan de nadelen. De Gezondheidsraad weegt de voordelen ten opzichte van de nadelen op bevolkingsniveau en geeft een advies hierover aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) Verder moeten de regionale screeningsorganisaties een vergunning hebben van de minister. De screeningsorganisaties hebben kwaliteitseisen voor het onderzoek opgesteld. Een onafhankelijke organisatie, het Landelijk Referentiecentrum voor Bevolkingsonderzoek (LRCB), controleert of de screeningsorganisaties zich daaraan houden. Het Landelijk Evaluatie Team Borstkanker (onderdeel van Erasmus MC) bekijkt wat de resultaten zijn van het bevolkingsonderzoek.
Om te zorgen dat mensen een goede keuze voor henzelf kunnen maken, moet de voorlichting over het bevolkingsonderzoek aan speciale eisen voldoen.
Bron: RIVM.