Voedingsadviezen bij diarree.
Diarree kan ontstaan door chemotherapie en radiotherapie. Chemotherapie en radiotherapie kunnen het slijmvlies van de darm irriteren, wat kan leiden tot diarree. Voeding is in bijna alle gevallen niet de oorzaak van de diarree. Bij diarree worden voedingsstoffen in de darmen van je kind onvoldoende opgenomen. Het is belangrijk om zo goed mogelijk te blijven eten, dit kan ook in kleinere porties.
Er bestaan geen producten die diarree kunnen stoppen. Lange tijd werd gedacht dat bijvoorbeeld banaan, witbrood, beschuit, witte rijst, geraspte appel of kaneel helpen diarree te stoppen. Maar dit is niet bewezen.
Met goede voeding kan je er wel voor zorgen dat de diarree niet erger wordt.
Als de diarree langere tijd duurt: overleg met de arts van je kind of medicijnen kunnen helpen.
Adviezen:
- Zorg voor een normaal eetpatroon
Probeer ervoor te zorgen dat je kind zo gewoon mogelijk blijft eten. Het heeft geen zin om minder te eten of te vasten. Door de diarree krijgen de darmen van je kind minder tijd om voedingstoffen op te nemen. Als het lukt is het daarom juist goed als je kind wat meer probeert te eten.
- Voldoende drinken
Zorg dat je kind voldoende drinkt om uitdroging te voorkomen. Alle soorten vocht tellen mee. Voldoende drinken kan voor je kind in het begin misschien lastig zijn, omdat je kind weinig dorst heeft. Probeer het drinken goed over de dag te verdelen.
- Geen zoetstoffen
Geef je kind geen producten met sorbitol. Producten met sorbitol kunnen namelijk zorgen voor meer diarree. Sorbitol zit vaak in kauwgom, keelpastilles, snoepjes, light frisdranken, cake en koekjes. Op de verpakking staat of er in een product sorbitol zit.
- Beperk vruchtensap
Onverdunde sappen, zoals appelsap, perensap en druivensap zijn minder goed, omdat deze veel fructose (vruchtensuiker) bevatten. Fructose kan laxerend werken. Vruchtensap dat met veel water is verdund kan wel. Bijvoorbeeld 1 glas vruchtensap verdelen over de dag maar dan verdund met water tot meerdere glazen.
- Beperk zoete melkproducten
Geef je kind niet meer dan 2-3 keer op een dag melk, vla of pap te eten. In melk en melkproducten zoals vla en pap zit van nature melksuiker (lactose). Dit wordt bij diarree soms moeilijker verteerd in de darmen.
Zure melkproducten zoals karnemelk en yoghurt worden makkelijker verteerd, omdat hierin minder melksuiker zit. Dus kies liever voor deze producten.
Wanneer je kind drinkvoeding of sondevoeding krijgt is dit meestal geen probleem, want die bevatten weinig melksuiker. Soms is het nodig dat de sondevoeding (tijdelijk) wordt aangepast. Er wordt dan Peptisorb gegeven. Doordat de eiwitten in deze sondevoeding al gedeeltelijk verteerd zijn, wordt dit beter opgenomen. Het kan zijn dat de sondevoeding in dat geval ook continue (druppelend over de dag verdeeld) wordt gegeven in plaats van in porties.
- Beperk prikkelende producten
Voedingsmiddelen als peulvruchten, ui en scherpe kruiden kunnen de darm extra prikkelen. Ook koolzuur, bijvoorbeeld in drinken met prik, kan een prikkelend effect hebben op de darm.
- Zout
De ontlasting bevat bij diarree ook meer zout (natrium). Bij diarree verliest je kind dus meer zout. Vul het zoutverlies aan door soep of bouillon, hartig beleg zoals vleeswaren en kaas, zoutjes of chips aan te bieden.
- Vezels
Zorg dat je kind voldoende vezels eet. Voedingsvezels in de darmen nemen water op en zorgen zo voor meer volume en een soepele ontlasting. Kies voor fijne vezels, zoals in fijn volkorenbrood, aardappelen en fruit. Deze vezels zorgen niet voor extra prikkels in de darmen van je kind.
- Kleine porties
Geef je kind kleine porties. Liever vaker kleinere porties op een dag dan grote maaltijden. Door kleinere porties te geven prikkel je de darm van je kind minder.
- Probiotica
Bij diarree veroorzaakt door antibiotica is vaak het advies om probiotica (een drankje of capsule met levende bacteriën, die een positief effect op de darmgezondheid kunnen hebben) te geven. Bij diarree tijdens de behandeling van kanker is dit anders. Het advies is om je kind tijdens de behandeling van kanker geen probiotica te geven. Er is nog geen onderzoek gedaan naar wat probiotica doen bij kinderen met kanker. Wel is bekend dat probiotica bij volwassenen met kanker met minder weerstand tijdens de behandeling niet altijd veilig zijn.