Vlees.
Vlees is een goede bron van eiwitten. Ons lichaam heeft eiwitten nodig om goed te functioneren. Dat geldt zeker voor kinderen in de groei, maar ook voor volwassenen. Vlees is een dierlijk product en heeft ook een aantal nadelen. Met 'eiwit' wordt overigens niet het wit van een ei bedoeld, maar proteïnen uit alle mogelijke bronnen, dus ook uit vlees, vis, melk, bonen, noten enz.
Nadelen van het eten van vlees.
Verspilling:
Een nadeel van het eten van dieren is in principe dat het geen efficiënte manier van voeden is. Voordat een dier voor consumptie geschikt is, heeft het erg veel plantaardig voedsel gegeten, dat de mens ook direct had kunnen eten. Wetenschappers hebben berekend dat - afhankelijk van diersoort en omstandigheden - 3 tot 10 kilo plantaardig eiwit nodig is om tot 1 kilo vleeseiwit te komen. Door eerst de dieren te voeren, wordt 85% van de plantaardige eiwitten verspild.
Darmkanker:
Vlees belast de darmen omdat het moeilijk te verteren is. Vooral de stof haem in rood vlees is een belasting voor de darmen. Het eten van meer dan 500 gram rood vlees per week (rund-, varkens- en lamsvlees) is een risico voor het ontwikkelen van darmkanker.
Ontstekingen:
Vlees bevat veel arachidonzuur dat een belangrijke rol bij ontstekingen speelt. Een overmaat aan arachidonzuur is ontstekingsbevorderend en ontsteking is een van de oorzakelijke factoren die een rol spelen bij kanker. Bovendien bevat ons vlees, van dieren uit de bio-industrie, ook veel linolzuur. Evenals arachidonzuur is ook linolzuur nodig voor de mens maar niet in de huidige hoeveelheden, dan blijkt linolzuur ook ontstekingsbevorderend. Dit hangt vooral samen met de verhouding tussen omega-3 vetzuren en omega-6 vetzuren (vooral linolzuur).
Daarnaast bevat vlees van dieren die een onnatuurlijk en weinig bewegend leven hebben gekend meer verzadigd vet. Dat is weliswaar niet direct kankerverwekkend, maar leidt via overgewicht toch makkelijker tot een verhoogde kans op kanker.
Bewerkt vlees:
Bewerkt vlees zoals worst, gerookt of gepekeld vlees is nog minder gezond dan vlees in het algemeen al is. Aan bewerkt vlees zijn smaakstoffen en geur- en kleurstoffen toegevoegd en dit zijn zelden natuurlijke en gezonde stoffen, veelal juist chemische en niet-lichaamseigen stoffen. Ook zitten in vleeswaren vaak conserveringsmiddelen die niet direct gezond zijn.
Verbrand vlees:
Vooral de verbrande stukjes van vlees op de barbecue of grill, maar ook te hard gebakken vlees uit de pan, zijn schadelijk voor de gezondheid en zeer waarschijnlijk kankerverwekkend vanwege de aromatische koolwaterstoffen die tijdens het verbrandingsproces ontstaan.
Alternatieven voor het eten van vlees.
Wild:
Wild vlees, van wilde dieren die in een gezonde omgeving hebben geleefd, is waarschijnlijk veel gezonder dan industrieel geproduceerd vlees. Vlees van wild bevat minder verzadigde vetten, minder omega-6 vetzuren (zoals linolzuur) en meer omega-3 vetzuren (zoals alfa-linoleenzuur).
Gevogelte:
Kip en ander gevogelte bevat geen haem en is over het algemeen mager vlees. Daarom is gevogelte vaak een goed alternatief. Echter, niet als dit afkomstig is uit de bio-industrie; met enige regelmaat worden we opgeschrikt door berichten over besmetting van mensen door het eten van kippenvlees met de salmonella bacterie of de aanwezigheid van antibiotica. (om over te veel dioxine in eieren nog maar te zwijgen).
Eieren:
In principe bevatten biologische eieren geen dioxines en het is inmiddels alweer enkele jaren bekend dat de hoeveelheid cholesterol in eieren niet of nauwelijks bijdraagt aan een verhoogde cholesterolspiegel in het bloed. Eieren bevatten een bescheiden hoeveelheid eiwit, maar dat is wel nuttig eiwit voor mensen. Een biologisch eitje per dag is dus een goede aanvulling van de voeding.
Conclusie:
Matig het gebruik van vlees maar zorg voor voldoende eiwitten. Dit kan door het eten van vis en vooral vette vis, magere melk, yoghurt en kwark, biologische eieren en magere kaas of plantaardige eiwitten als bonen, noten, soja (tofu/tahoe of tempeh) en andere vleesvervangers (bv. van paddenstoelen of melk).
Bron: www.tegenkanker.nl