Vlak nadat ze stopte met topsport kreeg Myrthe kanker.
Auteur: Marion van Es - vriendin.nl/persoonlijke-verhalen
Foto: Amaury Miller.
Visagie: Wilma Scholte.
Volleybalster Myrthe Schoot (35) had net haar topsportcarrière beëindigd én meegedaan aan het loodzware tv-programma Kamp van Koningsbrugge, toen bleek dat er een tumor van 17 centimeter in haar buik zat. “De arts zei: ‘Statistieken doen er niet toe, jij gaat dit gewoon overleven.’”
Myrthe: “Op het volleybalveld was ik meestal the last woman standing: als mijn ploeggenoten bijna omvielen, was ik degene die ze erdoorheen trok. Ergens wist ik dus wel dat ik heel sterk ben, maar ik heb door mijn ziekte wel nóg meer vertrouwen in mijn lichaam gekregen. Ik geloof oprecht dat al die jaren topsport me hebben geholpen om dit te overleven.
Ik begon pas op mijn twaalfde met volleybal; relatief laat om nog voor de selectie in aanmerking te komen. Ondanks mijn achterstand had ik grote dromen: ik zou in 2016 naar de Olympische Spelen in Rio de Janeiro gaan en daar een gouden medaille winnen. Twee keer per week ging ik in mijn eentje met de trein van Winterswijk naar Amsterdam om te trainen. Ongetwijfeld heel spannend voor mijn ouders, maar zij hebben me gelukkig altijd gesteund. In 2009 kwam ik bij het Nederlandse team en twee jaar later kreeg ik mijn eerste internationale contract in Duitsland. Huilend stond ik op Schiphol, want ik vond het doodeng, maar ik wist dat ik dit moest doen om beter te worden. In die periode had ik ook net Robert ontmoet. Een langeafstandsrelatie leek me eigenlijk helemaal niet handig, maar we waren zo verliefd dat we afspraken gewoon te kijken hoe het zou gaan. Nu, dertien jaar later, zijn we nog steeds gelukkig samen.”
Tegenslagen:
“Helaas heb ik in mijn topsportcarrière best wat tegenslagen gehad: ik ben drie keer geopereerd aan mijn knie en bij de Olympische Spelen in Rio was het een enorme teleurstelling dat we ‘maar’ vierde werden. Na de zilveren medaille op het EK hadden we op meer gehoopt. De volgende Spelen in Tokio deden we niet eens mee. We vielen bij de kwalificatie al af. Daar ben ik heel verdrietig om geweest. Ik heb daarna lang getwijfeld of ik nog door wilde gaan tot Parijs, want ik had ook andere ambities. Ik rondde mijn studie commerciële economie af en kreeg de mogelijkheid me maatschappelijk verder te ontwikkelen bij het NOC*NSF. Toen ook nog het tv-programma Kamp van Koningsbrugge op mijn pad kwam, waarin vijftien gewone burgers een loodzware commando-training aangaan, dacht ik: eigenlijk vind ik dit veel cooler dan wéér een EK spelen. Daarom ben ik in juli 2023 officieel gestopt.
Terugkijkend had ik toen al best veel klachten: vermoeidheid, nachtzweten, buikpijn, overgeven, vaak naar de wc moeten… Ik wuifde dat weg, dacht dat het kwam door de overgang van topsport naar studeren en werken en alle spanning rondom de koop van ons eerste huis en mijn deelname aan Kamp van Koningsbrugge. Bij de medische keuring heb ik nog gezegd dat ik vermoedde dat ik een buikspier verrekt had, want ik had daar een beetje last. Ik ben toen toch maar naar de huisarts gegaan. De ‘buikspier’ was inmiddels een zichtbaar bolletje geworden. Ik kreeg een aantal onderzoeken en die waren allemaal goed. Alleen de echoscopie moest nog even wachten tot na de tv-opnames…”
Ingevallen bekkie:
“De fanatieke topsporter in mij vraagt zich weleens af hoever ik was gekomen als ik niet ziek was geweest. Als ik nu de beelden terugkijk, zie ik alleen maar dat ingevallen bekkie. Ik was daar zo léég. Ik ben zelfs een keer knock-out gegaan. Toch deed ik gewoon alles wat de andere kandidaten ook deden. Een jerrycan van twintig kilo tillen? Vroeger gooide ik die zo in mijn nek, maar dat lukte niet meer. Dan vond ik toch een oplossing, door hem via een hekje op mijn schouders te leggen. Uiteindelijk besloot ik in aflevering vijf zelf te stoppen – eigenlijk niets voor mij, want ik ben geen opgever. Achteraf maar goed, want de aflevering erna gingen ze boksen. Stel je voor wat er was gebeurd als ik een stomp in mijn maag had gekregen…
Misschien heb ik onbewust wel gevoeld dat er iets niet oké was, maar toch ging ik een week na de opnames vrij zorgeloos naar de echo. Eerdere onderzoeken waren immers goed. Ik ben nieuwsgierig aangelegd, dus ik vroeg de echoscopiste honderduit: ‘Waar liggen mijn eierstokken? Kun je mijn spiraaltje zien?’ Toen ze steeds onrustiger werd en er een collega bij riep, had ik wel door dat er iets mis was. Wát ze precies zagen, konden ze me niet vertellen. Een gynaecoloog zou de beelden beoordelen. Op het moment dat ik zijn kamer binnenliep, hadden we meteen een blik van herkenning: ik was die ochtend nog per ongeluk tegen hem opgebotst. ‘Dit had je vanmorgen misschien niet verwacht,’ zei hij, ‘maar er zit een bal van zeventien centimeter in je buik en die moet eruit.’ Hij ging ervan uit dat het goedaardig was, ik was immers jong en fit. Eerlijk gezegd maakte ik me zelf op dat moment nog de meeste zorgen over een eventueel litteken op mijn buik. Ik heb thuis zelfs nog gewoon gewerkt. Maar aan het einde van de middag belde de gynaecoloog dat het foute boel was: mijn hele buik zat vol met kanker. Toen ik dat slechte nieuws hoorde, ben ik op de trap in elkaar gezakt. Alsof de wereld doordraaide en ik daar opeens geen onderdeel meer van was.
Samen met Robert en mijn broer ben ik meteen naar het ziekenhuis gegaan om de uitslag te bespreken. De arts zei dat ze zo snel mogelijk biopten moesten nemen, om te weten wat de oorsprong van mijn tumor was. Ik vroeg hem naar de statistieken, want ik besefte dat ik misschien wel dood kon gaan. Maar hij zei: ‘Statistieken doen er niet toe, jij bent Myrthe Schoot en jij gaat dit gewoon overleven!’ Tot de dag van vandaag ben ik hem dankbaar voor die woorden. Het hele ziekteproces is dat mijn mantra geweest: ik ben Myrthe, ik pas niet in een hokje, ik ben jong en fit en ik ga dit gewoon overleven.”
Vertrouwen:
“Ik bleek uiteindelijk eierstokkanker stadium 3C te hebben, met uitzaaiingen door mijn hele buik, tot in mijn middenrif. Als het ook in mijn longen had gezeten, was het stadium 4 geweest en hadden ze niets meer voor me kunnen doen. Nu had ik nog een kans: drie zware chemo’s, dan een grote buikoperatie en daarna nog drie chemo’s. De weken tot de eerste behandeling zijn achteraf de periode geweest waarin ik het allerziekst was: ik had heel veel pijn en was misselijk en benauwd van al het vocht in mijn buik. Toen eenmaal de eerste chemo erin zat, voelde ik me al snel fitter. Wat ook vertrouwen gaf, was dat ik de bol in mijn buik zichtbaar kleiner zag worden.
Tussen de behandelingen door ben ik ook doorgegaan met de podcast Over de top, die ik al jaren maak samen met drie volleybalvriendinnen. Ik heb wel even getwijfeld, want dan zou iedereen alles van me weten en dit was natuurlijk iets heel persoonlijks. Maar eigenlijk voelde het juist fijn om er open over te kunnen praten. Aan de reacties merkte ik dat veel luisteraars die ook met deze ziekte te maken hebben, steun en herkenning vonden in mijn verhaal. Dat gaf een goed gevoel. Ik zat tijdens het maken van de podcast, die we ook uitzenden op YouTube, gewoon met mijn kale hoofd. Mijn pruik droeg ik eigenlijk amper – dat voelde als de boel voor de gek houden, want iedereen wist toch wel dat ik ziek was. Achteraf vraag ik me af waar ik dat zelfvertrouwen vandaan haalde. Als volleybalster loop je in hele korte broekjes en ik kon me altijd al onzeker voelen van één klein putje in mijn been. Maar tijdens mijn hele ziekteproces voelde ik me eigenlijk verbazingwekkend comfortabel met mijn kale hoofd. Ik dacht zelfs dat ik er helemaal niet ziek uitzag, haha!
De operatie was heel heftig, vooral omdat ze van tevoren niet konden zeggen of ze alles weg konden halen en hoeveel schade er aan mijn organen zou zijn. Die onzekerheid vond ik moeilijk. Het grootste horrorscenario was voor mij dat ik misschien een stoma zou krijgen. Een vriendin werd bijna boos op me, toen ik daar voor de zoveelste keer over begon: ‘Wat kan jou die stoma nou schelen, zolang ze de tumor maar weghalen!’ riep ze huilend. Dat hielp me om te relativeren. Ik ben altijd al een levensgenieter en positivo geweest, maar als je zoiets als dit meemaakt, ga je alles veel intenser beleven. Ik besefte opeens heel sterk wat een mooi leven ik heb, met zoveel fantastische mensen om me heen. Ik word omringd door liefde!”
De uitdaging van je leven:
“De operatie is gelukkig goed gegaan: al het tumorweefsel is verwijderd en ik hoefde geen stoma. Drie dagen later werd de eerste aflevering van Kamp van Koningsbrugge uitgezonden. ‘De uitdaging van je leven’, werd het op tv genoemd. Dat voelde best gek, want niemand wist dat ik op dat moment net mijn eerste stapjes uit bed aan het zetten was na een loodzware operatie: dát was pas een uitdaging! Vooraf heb ik het met de productie gehad over wat ik met de uitzendingen wilde. Zelfs over welke foto ze zouden laten zien als ik het niet zou halen. Ik heb overwogen om me er helemaal uit te laten knippen, maar uiteindelijk hebben ze me heel discreet zo weinig mogelijk in beeld gebracht. Gekeken heb ik pas vanaf de aflevering dat ik eruit was – de rest vond ik te confronterend.
Nadat eind april ook de laatste drie chemo’s erin zaten, ben ik weer langzaam gaan re-integreren op mijn werk. Na de diagnose was ik heel bang dat mijn werkervaringsplek bij het NOC*NSF niet verlengd zou worden, maar gelukkig heb ik toch een nieuw jaarcontract gekregen. Ik begeleid nu topsporters met alle voorzieningen waar ze recht op hebben, zoals vervoer, cursussen of onderwijs. Een droombaan! Ik ben ook naar de Spelen in Parijs geweest. Al stond ik daar niet meer als sporter, ik heb er enorm van genoten om de meiden te zien spelen.
Inmiddels gaat het eigenlijk heel goed met mij. Al blijf ik dat lastig vinden om uit te spreken. Soms twijfel ik of het écht goed gaat, of dat ik mezelf daar met al mijn positiviteit van probeer te overtuigen. Ik wil niet over een halfjaar opeens een klap in mijn gezicht krijgen omdat ik vergeten ben om stil te staan bij alles wat er allemaal is gebeurd. Ik ken inmiddels de statistieken over de overleving op lange termijn en die zijn niet heel positief. In mijn hoofd weet ik dat ik nog steeds in een heftige situatie zit, waarin de kans best groot is dat ik hieraan doodga. Toch heb ik die angst nooit gehad. Ik kan er praktisch over nadenken, maar heb het nooit echt als realistische optie gevoeld. Als topsporter heb je altijd een zekere controle over de uitkomst van een wedstrijd: hier kan ik letterlijk niets aan veranderen. Ik leef gezond en houd mijn lijf sterk, de rest is een kwestie van bad luck. Als het fout gaat, heb je gewoon een slecht lootje getrokken. Dus ik neem het leven gewoon dag voor dag en blijf bij mijn mantra: ik ben Myrthe en ik ga dit overleven.”
Bron: www.vriendin.nl