Vijfendertig en drie keer de diagnose buikvlieskanker: ‘Blij dat chirurg een derde operatie aandurfde’.
Als jonge vrouw de diagnose kanker krijgen komt keihard aan. Laat staan als je dat drie keer te horen krijgt tussen je zevenentwintigste en vijfendertigste. Anita van der Welle uit Westkapelle maakte het mee en onderging liefst drie zware HIPEC-operaties om de kanker in haar buikvlies aan te pakken. Anderhalf jaar geleden onderging ze die operatie voor het laatst. Vervolgens lag ze zeventien weken in het Catharina Ziekenhuis en maakte en ontzettend zware periode door. “Tot nu toe ben ik kankervrij. Mijn vriend, familie, vrienden en alle artsen hebben me er doorheen gesleept.”
Anita van der Welle had jarenlang last van vage buikklachten. Ze kreeg een dikkere buik, had vaak buikpijn, kwam bij het sporten steeds vaker niet meer vooruit en had steeds minder energie. “Als je dat hebt als je nog jong bent, dan is er iets goed mis”, zegt ze. Wat dat dan precies was, dat bleef onbekend. “Ik was lerares van een kleuterklas en in de klas zakte ik plots in elkaar. Artsen dachten aan een vleesboom. Die zou in Goes operatief worden verwijderd. Toen ik uit de narcose ontwaakte, bleek ik een tumor van 4,5 kilo in mijn buik te hebben zitten.”
De Tekst gaat verder onder de Foto:
Anita van der Welle en haar hond Fire
Ze kreeg te horen dat ze PMP had, een zeldzame vorm van buikvlieskanker. “Ik was nog suf van de narcose en geloofde het eigenlijk niet.” De echte klap volgde wat later, toen de realiteit doordrong en ze voor een operatie naar het Erasmus MC werd doorverwezen. “Of de tumor verwijderd kon worden, was onduidelijk. In het allerslechtste geval zou ik eraan doodgaan.”
Kanker kwam terug:
Die tumor ging eruit bij de eerste HIPEC-operatie. Bij zo’n operatie verwijdert de chirurg de tumoren en spoelt hij vervolgens de buik met verwarmde chemotherapie. “Tot haar grote vreugde kon Anita weer aan het werk, maar de kanker kwam razendsnel weer terug. “Toen stortte mijn wereld opnieuw in, maar een nieuw HIPEC-operatie zou me kunnen helpen.”
Die tweede operatie kwam er, maar de kanker was hardnekkig. “Nóg een keer zo’n zware operatie ondergaan is uitzonderlijk en ongebruikelijk”, stelt oncologisch chirurg Pim Burger van het Catharina Ziekenhuis. Hij was destijds ook haar chirurg in Rotterdam.
Ik wilde eigenlijk niet meer leven. Ik had depressies, angsten, voelde me slecht en kon niks anders dan in bed liggen
Dat ze het ziekenhuis toch uitkwam? Dat kwam door mijn vrienden en familie die altijd bij me mochten blijven slapen in het ziekenhuis, verpleegkundige Jan en de artsen van het Catharina Ziekenhuis in het bijzonder. “Met sommigen had ik écht een goede klik, die konden me raken met bepaalde opmerkingen en die gaven mij het geloof weer terug dat het goed zou komen. Dat Pim Burger elke dag even kwam kijken en kwam vertellen dat het absoluut goed zou komen, heeft me er enorm doorheen gesleept. De enigen die ik op sommige momenten nog geloofde waren hij en mijn familie.”
Weer naar buiten: