Vijfendertig en drie keer de diagnose buikvlieskanker: ‘Blij dat chirurg een derde operatie aandurfde’.

19-07-2024 16:23

 

 

 

 

 

Als jonge vrouw de diagnose kanker krijgen komt keihard aan. Laat staan als je dat drie keer te horen krijgt tussen je zevenentwintigste en vijfendertigste. Anita van der Welle uit Westkapelle maakte het mee en onderging liefst drie zware HIPEC-operaties om de kanker in haar buikvlies aan te pakken. Anderhalf jaar geleden onderging ze die operatie voor het laatst. Vervolgens lag ze zeventien weken in het Catharina Ziekenhuis en maakte en ontzettend zware periode door. “Tot nu toe ben ik kankervrij. Mijn vriend, familie, vrienden en alle artsen hebben me er doorheen gesleept.”

 

Anita van der Welle had jarenlang last van vage buikklachten. Ze kreeg een dikkere buik, had vaak buikpijn, kwam bij het sporten steeds vaker niet meer vooruit en had steeds minder energie. “Als je dat hebt als je nog jong bent, dan is er iets goed mis”, zegt ze. Wat dat dan precies was, dat bleef onbekend. “Ik was lerares van een kleuterklas en in de klas zakte ik plots in elkaar. Artsen dachten aan een vleesboom. Die zou in Goes operatief worden verwijderd. Toen ik uit de narcose ontwaakte, bleek ik een tumor van 4,5 kilo in mijn buik te hebben zitten.”

 

 

De Tekst gaat verder onder de Foto:

 

 

Anita van der Welle en haar hond Fire

 

 

 

 

 

Ze kreeg te horen dat ze PMP had, een zeldzame vorm van buikvlieskanker. “Ik was nog suf van de narcose en geloofde het eigenlijk niet.” De echte klap volgde wat later, toen de realiteit doordrong en ze voor een operatie naar het Erasmus MC werd doorverwezen. “Of de tumor verwijderd kon worden, was onduidelijk. In het allerslechtste geval zou ik eraan doodgaan.”

 

 

Kanker kwam terug:

Die tumor ging eruit bij de eerste HIPEC-operatie. Bij zo’n operatie verwijdert de chirurg de tumoren en spoelt hij vervolgens de buik met verwarmde chemotherapie. “Tot haar grote vreugde kon Anita weer aan het werk, maar de kanker kwam razendsnel weer terug. “Toen stortte mijn wereld opnieuw in, maar een nieuw HIPEC-operatie zou me kunnen helpen.”

 

Die tweede operatie kwam er, maar de kanker was hardnekkig. “Nóg een keer zo’n zware operatie ondergaan is uitzonderlijk en ongebruikelijk”, stelt oncologisch chirurg Pim Burger van het Catharina Ziekenhuis. Hij was destijds ook haar chirurg in Rotterdam.

 

Ik wilde eigenlijk niet meer leven. Ik had depressies, angsten, voelde me slecht en kon niks anders dan in bed liggen

 
 
 
De chirurg dacht er wekenlang over na en durfde uiteindelijk nog een operatie aan. Anita: “Hij zei: ‘je bent nog jong, we gaan het doen.’ Daar was ik heel blij mee. Alles leek goed te gaan, maar er ontstond een lekkage in mijn darm. Vervolgens heb ik zeventien weken in het ziekenhuis gelegen.” In die periode ging ze door een diep dal. “Ik wilde eigenlijk niet meer leven. Ik had depressies, angsten, voelde me slecht en kon niks anders dan in bed liggen.”
 

Dat ze het ziekenhuis toch uitkwam? Dat kwam door mijn vrienden en familie die altijd bij me mochten blijven slapen in het ziekenhuis, verpleegkundige Jan en de artsen van het Catharina Ziekenhuis in het bijzonder. “Met sommigen had ik écht een goede klik, die konden me raken met bepaalde opmerkingen en die gaven mij het geloof weer terug dat het goed zou komen. Dat Pim Burger elke dag even kwam kijken en kwam vertellen dat het absoluut goed zou komen, heeft me er enorm doorheen gesleept. De enigen die ik op sommige momenten nog geloofde waren hij en mijn familie.”

 

 

Weer naar buiten:

“Ik weet niet hoe vaak ik ‘m heb gevraagd: ‘kom ik er echt nog bovenop?’ Hij hield vol van wel en zei dat er een kantelpunt zou komen dat ik mezelf écht beter ging voelen. Iedereen in het ziekenhuis zag dat ik het heel zwaar had, maar steun bleef er komen. De dag dat ik na weken tussen vier muren zitten weer naar buiten kon, vergeet ik nooit meer. Dat het lastig was om mij met alle infuusslangen en dergelijke naar buiten te helpen, vond niemand erg. Vanaf dat moment geloofde ik er zelf ook weer in.”

 

 

Iedereen in het ziekenhuis zag dat ik het heel zwaar had, maar steun bleef er komen

 
 
 
Nu, anderhalf jaar later, zijn de scans nog altijd goed. “Ik geniet van allerlei kleine dingen. Wandelen met de hond, even kort op vakantie gaan. Werken doe ik op dit moment niet. Daar baal ik écht van. Veel prikkels kan ik niet aan, maar ik heb geleerd om samen met mijn vriend te genieten van alle dingen die wel kunnen. Zaken die eigenlijk heel vanzelfsprekend horen te zijn. Juist omdat ik er bijna niet meer was geweest, ben ik daar zo dankbaar voor.”