Uitbreiding wereldwijde studie baby’s met leukemie.
Japan en een vijftal Europese landen zijn aangesloten bij een wereldwijde fase drie klinische studie. In dit onderzoek wordt de effectiviteit van immunotherapie met blinatumomab bij een grote groep baby's met agressieve leukemie verder onderzocht. Het trial- en datacentrum van het Prinses Máxima Centrum coördineert de Interfant-21 studie. Uiteindelijk nemen zo'n 200 kinderoncologische centra uit 28 landen deel.
In 2023 toonde de Interfant studiegroep onder leiding van onderzoekers van het Máxima aan dat immunotherapie met blinatumomab veilig en effectief is en leidt tot een sterk verbeterde prognose voor baby's met acute lymfatische leukemie (ALL) en een KMT2A-herschikking in het DNA. Naast een verbeterde overlevingskans – van 66% naar 93% – hadden deze kinderen minder bijwerkingen van de behandeling. De Interfant-21 studie is hierop een vervolg en onderzoekt bij een grotere groep kinderen – 160 ten opzichte van 30 – het effect van immunotherapie met blinatumomab.
Dr. Janine Stutterheim is kinderoncoloog in het Máxima en gespecialiseerd in ALL. Ze coördineert het medisch-wetenschappelijk deel van de studie. ‘In deze studie krijgen de baby’s net als in de eerste studie vijf chemofases en een extra behandelfase met blinatumomab. Daarbij wordt in deze studie, als het kind een goed reactie had op de eerste fase, een chemofase vervangen door een fase met blinatumomab. In de eerste studie zagen we namelijk dat blinatumomab effectief is en minder bijwerkingen geeft. Dit helpt bij het herstel van de chemotherapiefases die ook van zeer groot belang zijn voor genezing.’
Wereldwijd:
Deze agressieve vorm van leukemie is in de leeftijdsgroep 0 tot één jaar zeldzaam. Om voldoende kinderen aan de studie mee laten doen is een groot aantal deelnemende centra nodig. Op dit moment is de studie in 69 ziekenhuizen in 18 landen geopend, waaronder Argentinië, Australië, Zweden en Spanje. Japan is onlangs met 20 centra aangesloten. De eerste Japanse baby wordt inmiddels binnen de studie behandeld.
Stutterheim verwacht dat eind 2026 de benodigde 160 kinderen aan de studie deelnemen. Het duurt dan nog zeker vier jaar voordat de resultaten bekend zijn. ‘Als baby’s ook in deze grotere studie baat blijken te hebben van blinatumomab wordt dit de standaardbehandeling voor deze kinderen. We hopen dat het medicijn dan in deze toepassing zal worden vergoed door de zorgverzekeraars. In Nederland, maar ook in de andere deelnemende landen.’
Coördinatie als sponsor:
Het trial- en datacentrum van het Máxima coördineert de studie en vervult daarmee de rol als sponsor. De logistieke zaken rondom deze grote studie worden gecoördineerd door trial managers Peggy Scholte en Lieke van den Wildenberg. Van den Wildenberg vertelt: ‘In ieder land is één national coordinating center. Zij zijn onder andere verantwoordelijk voor de financiering, de ethische goedkeuring en voor het openen van de studie in de andere ziekenhuizen in dat land. Bij dit laatste horen bijvoorbeeld ook de contracten met deze ziekenhuizen en de training van het personeel.’ Scholte vult aan: ‘Als sponsor leveren wij hiervoor ook de benodigde documenten aan, controleren of alles goed verloopt en zorgen ervoor dat de medicijnen op de juiste plek terechtkomen. Onze collega's van datamanagement bouwden een database voor de studie, zodat ieder centrum op eenzelfde wijze de gegevens invoert.’
Financiering voor de praktische zaken rondom de studie komt voor ziekenhuizen in een viertal landen deels via ATTRACT, een samenwerking tussen KWF en 3 Europese zusterfondsen.
Substudies:
Naast de het klinische onderzoek naar een betere behandeling voor baby’s met ALL, zijn er nog vier substudies verbonden aan Interfant-21.
Verschillende onderzoeksgroepen van het Máxima zijn hierbij betrokken. Zo wordt door de Huitema-groep in de PATIO studie het effect van dosering van verschillende soorten medicijnen onderzocht. En wordt door de Nierkens-groep gekeken naar het immuunsysteem van het kind voor en tijdens de blinatumomab fases en of het monitoren hiervan een rol kan spelen bij het voorspellen van hoe het kind op de therapie reageert.
De mogelijke neuro-cognitieve gevolgen van behandeling van leukemie op de babyleeftijd worden onderzocht door de Partanen-groep. Naast neuropsychologische testen, als puzzels en geheugenoefeningen, spelen de zogenaamde Patient Reported Outcomes Measures (PROMs) een belangrijke rol. PROMs zijn cruciaal om inzicht te krijgen in hoe kinderen en ouders zich voelen en functioneren. De vragenlijsten die ouders voor deze studie invullen zijn opgesteld met de ondersteuning van experts van de PROM faciliteit in het Máxima. Ziekenhuizen uit twintig landen nemen aan deze substudie deel.
Stutterheim kijkt uit naar de resultaten van de studie: ‘Dit is een prachtig voorbeeld van hoe in een klinische studie verschillende aspecten rondom betere genezing én kwaliteit van leven verweven zijn. Dankzij de concentratie van kinderen en specialisten binnen de kinderoncologie hoop ik dat we als onderzoeksziekenhuis met deze studie weer een stap dichter bij onze missie kunnen komen.’
Bron: www.research.prinsesmaximacentrum.nl