“Twee centimeter hoger of lager kan een groot verschil maken”.
Wanneer duidelijk wordt dat je een stoma krijgt, volgt een afspraak met de stomaverpleegkundige om de plaats ervan te bepalen. Een spannend, belangrijk moment. Wat komt daarbij kijken? Stomaverpleegkundigen Barbara Weterings en Annette Gardien geven uitleg.
‘Mijn stoma zit onder mijn navel, op een plek waar vaak zakken of naden lopen van broeken. Die draag ik daarom niet meer, maar ik had geen keuze. Dit was de beste plek. Nu draag ik vaak jurkjes of tunieken met een legging,’ vertelt Melanie. Wilberts stoma zit heel laag, en hij heeft er vooral met racefietsen last van dat zijn stomazakje zo irritant in zijn liezen prikt. Bij José zit het zakje om dezelfde reden snel in de weg. ‘Ik vouw hem altijd iets dubbel, maar daardoor zie je sneller een bult in mijn broek,’ zegt ze. Melanie, Wilbert en José reageren op een Facebook bericht van Soraja, waarin ze haar zorgen deelt over wat haar te wachten staat. Ze krijgt misschien een stoma, en heeft vragen over de plaatsbepaling. Hoe gaat dat? En wat heeft ze er zelf over te zeggen? Een vriendin van haar was overrompeld door een kordate verpleegkundige. ‘Mijn vriendin had het gevoel dat tussen neus en lippen door werd bepaald waar haar stoma kwam.’
Aparte afspraak:
De spanning van Soraja is begrijpelijk. De plek waar je stoma komt, is immers bepalend voor hoe prettig het leven ermee straks verloopt. Of niet. Daarom wordt er voor de plaatsbepaling een aparte afspraak gemaakt op de stomapoli. ‘Het is nauwkeurig werk,’ zegt Barbara Weterings, stomaverpleegkundige van het HagaZiekenhuis. ‘Je wilt voorkomen dat iemand achteraf zegt: zat-ie maar twee centimeter lager. Een stoma die niet op een goede plek zit, kan veel problemen geven met de stomazorg.’ Het stomamateriaal kan bijvoorbeeld niet goed worden aangebracht of blijft niet op zijn plaats zitten, waardoor lekkages ontstaan. Die kunnen weer huidproblemen geven, of zorgen dat iemand door angst en schaamte de deur niet meer uit durft.
Testzakje op je buik:
Barbara en haar collega Annette Gardien proberen hun patiënten tijdens de afspraak zoveel mogelijk gerust te stellen over wat hen mogelijk te wachten staat. Barbara: ‘Wij merken dat de plaatsbepaling zelf behoorlijk confronterend kan zijn. Het is best heftig jezelf zo te zien zitten met een testzakje op je buik. En die zwarte stip met viltstift op de plaats waar de stoma waarschijnlijk gaat komen, maakt het ook écht.’ Samen met hun patiënten gaan Annette en Barbara zo het proces richting de operatie in. ‘Dat is belangrijk. Door het zo stapsgewijs aan te gaan, maak je het draaglijk.’
Gladde vlakte:
Maar eerst: waarom bepaalt de stomaverpleegkundige de plek waar de stoma komt, samen met jou als patiënt? Is dat niet iets waarover de chirurg zich beter kan buigen? Barbara glimlacht. Ze strekt zich uit om te laten zien waar de chirurg tegenaan loopt als hij of zij dat moet doen. ‘Als je op de rug ligt, is de buik een gladde vlakte. Je kunt dan niet voorspellen hoe de buik is wanneer iemand zit, bijvoorbeeld. Bovendien ontbreekt het de chirurg meestal aan de tijd, rust en aandacht om met de patiënt te puzzelen wat de beste plek is.’ Bij plaatsbepaling volgt de verpleegkundige de landelijke richtlijn van beroepsvereniging V&VN stomaverpleegkundigen. Annette legt uit dat erom te beginnen voorkeursplekken zijn. Zo zit een colostoma meestal links onderin, en een ileo- en urinestoma rechts onderin. Komt de stoma op het dwarse deel van de dikke darm, dan prijkt het roosje links of rechts op navelhoogte. ‘Vervolgens houden wij bij het kiezen rekening met de anatomie van het lichaam. Zo moet de stoma in de rechte buikspier komen. En aan de hand van bepaalde punten komt de stoma ergens in de driehoek tussen het schaambeen, de heup en de navel.’
Maatwerk:
Fysiek gezien is dat de meest logische plek. Maar dan komt het maatwerk. Ieder mens is immers anders. ‘Wat gebeurt er met de buik als iemand gaat zitten, bewegen of liggen?’ vraagt Annette. Dan kan twee centimeter hoger of lager een enorm verschil maken. Want waar ontstaan plooien of kuiltjes in de buik als je zit? Annette laat een foto zien die ze als voorbeeld gebruikt bij het opleiden van andere stomaverpleegkundigen. ‘De stip zit hier middenin een flinke plooi. Daar kun je straks dus geen stomamateriaal op bevestigen. Het liefst willen we dat er een glad vlak van zo’n tien bij tien centimeter rondom de stoma is. Zodat je eenvoudig en lekvrij stomamateriaal kunt bevestigen.’
Bolle buik:
Moedervlekken bloeden snel en ook oude littekens zijn geen geschikte plek voor een stoma. En heeft iemand een grote, bolle buik? ‘Dan plaatsen we de stoma iets hoger dan anatomisch ideaal lijkt, omdat het voor de verzorging belangrijk is dat je als stomadrager je stoma kunt zien. We geven de chirurg ook altijd mee waarom we voor een bepaalde plekkiezen. Het is belangrijk dat hij dat begrijpt, want hij moet in dit geval bijvoorbeeld meer moeite doen om een stoma hoger aan te leggen. ’Ook belangrijk om rekening mee te houden: wat voor kleding draagt iemand het liefste? Komt er bijvoorbeeld geen broekband precies op stomahoogte? En hoe beweegt iemand in het dagelijks leven? ‘Als je in een rolstoel zit, of voor je werk veel achter de computer doorbrengt, tekenen we de stoma iets hoger af. Je hebt immers ook ruimte nodig voor het reservoir,’ aldus Barbara.
Hurken of bukken:
Ditzelfde geldt ook voor mensen die graag fietsen of van tuinieren houden. ‘Je moet bewegingen als trappen, hurken of bukken kunnen maken zonder dat het zakje met eventueel wat vulling in de knel komt. ’Het scheelt dat bij veel stomadragers het zakje het grootste deel van de dag leeg is. Maar produceer je veel, dan valt de bolling van het zakje eerder op of zit het in de weg. Dat zijn allemaal zaken waarmee je rekening moet houden. Is de meest ideale plek uiteindelijk bepaald? Of plekken, als nog niet duidelijk is iemand een colo- of ileostoma krijgt? Dan wordt of worden deze gemarkeerd met viltstift, zodat de chirurg het kan zien tijdens de operatie.
Superslank:
Maar hoe zorgvuldig de plek ook wordt uitgekozen, een garantie op een perfecte stoma heb je niet. ‘Het blijft altijd de vraag of de gekozen plek haalbaar is,’ vertelt Annette. Want zoals gezegd: ieder lichaam is anders. ‘Bij mensen die nogal stevig zijn, moet het stukje darm door een dikkere buiklaag worden gehaald om op de buik te worden vastgehecht. Kan dat, is de darm nog gezond en stevig genoeg? Lukt het niet omdat de darm te veel is aangetast doorziekte? Dan kan de stoma wat dieper liggen en is er meer kans op lekkages omdat het materiaal minder goed is aan te brengen.’ Ook bij superslanke mensen is een stoma niet zo perfect maakbaar als je zou willen. Annette: ‘De darmen zitten bijvoorbeeld vast aan bloedvaten. Soms zijn die net niet lang genoeg om een mooi stuk darm vrij te krijgen om een fraaie stoma te maken.’ ‘Zo zijn er veel factoren waarop de stomaverpleegkundige en de chirurg geen enkele invloed hebben, maar die wel bepalen hoe je stoma uiteindelijk wordt,’ vult Barbara aan.
In een kuil:
Wat te doen als je pech hebt, en je stoma om bovengenoemde redenen toch problemen oplevert? Bijvoorbeeld omdat deze in een kuil ligt, of juist op een welving en je sneller lekkages krijgt? Dan volgt een proces van puzzelen, onder begeleiding van de stomaverpleegkundige, om tot een passend systeem te komen. Annette: ‘Gelukkig lukt het ons vrijwel altijd om tot een oplossing te komen waarbij het stomamateriaal minstens twaalf uur kan blijven zitten.’ Daar zijn allerlei hulpmiddeltjes voor beschikbaar. Zo is er convex materiaal met een bolling voor als de stoma in een kuil ligt of juist op een welving. Er zijn pastaschijven, wiggetjes –driehoekjes om een plooi of kuil mee op te vullen– en gordeltjes om de boel stevig op zijn plek te houden. ‘Laatst hadden we een patiënt met twee stoma’s op vijf centimeter van elkaar, heel laag in de lies,’ besluit Annette. ‘Ook daar hebben we een lekkageproof systeem voor bedacht.’
Gaat er iets fout?
Bijvoorbeeld met het stomamateriaal of bij de behandeling? Laat het weten bij het Meldpunt Stomazorg! Want als wij weten wat er misgaat in de stomazorg, kunnen we dit melden aan bijvoorbeeld beleidsmakers en zoeken naar oplossingen.
Bron: hwww.stomavereniging.nl