Sterfte terugdringen onder kankerpatiënten dankzij onderzoek verpleegkundig specialist chirurgische oncologie.
Patiënten met endeldarmkanker en dikke darmkanker zien dankzij jarenlang onderzoek en verbeteringen in de zorg de kans op genezing en de kwaliteit van leven flink toenemen. Bij patiënten ouder dan zeventig, gediagnosticeerd met terugkerende of vergevorderde darmkanker is die tendens er niet. Daar blijft het aantal patiënten dat overlijdt in de maanden na een operatie gelijk. Nikki van Ham, verpleegkundig specialist in het Catharina Ziekenhuis, deed onderzoek naar de oorzaak daarvan en komt met verbeteringen om dat tegen te gaan. Bij het jaarlijkse Catharina Kenniscafé, waar gespecialiseerd verpleegkundigen hun onderzoeken presenteren, won ze de juryprijs.
“Maar waarom daalt het aantal overlijdens bij deze groep oudere patiënten niet? Wat zijn de grootste risicofactoren? Op wat voor complicaties moeten zorgverleners extra alert zijn? En belangrijker nog: wat kunnen we eraan doen om sterfte terug te dringen? Dat wilde ik weten”, zegt Van Ham, die daarvoor de data van die groep patiënten tussen 2013 en 2020 bestudeerde.
Herstellend vermogen:
Daarbij vielen een paar zaken op. Overlijdens waren toe te schrijven aan de uitgebreidheid van de operatie, maar ook was er sprake van algehele verslechtering in de maanden na de operatie. Denk aan overlijdens door een longontsteking. “Een operatie bij endeldarmkanker en dikke darmkanker is ingrijpend. Ouderen hebben minder herstellend vermogen dan jonger patiënten. Als er meer aandacht voor het nazorgtraject komt, kunnen patiënten wellicht langer leven met een betere kwaliteit van leven”, schetst Van Ham haar bevindingen. “Of als er bijvoorbeeld een revalidatietraject is om mensen fitter te maken na zo’n ingrijpende operatie, dan is de kans op late complicaties kleiner.”
Het onderzoek van Van Ham draagt bij aan tal van verbeteringen die de afgelopen jaren zijn doorgevoerd bij het Catharina Kanker Instituut. “Zo is er nu meer aandacht voor het revalidatietraject na een operatie. En waar vroeger veel meer de focus lag op opereren en genezen, kijken we nu ook expliciet naar de kwaliteit van leven. Moet je alle ouderen met terugkerende of vergevorderde endeldarmkanker nog wel opereren als er vooraf een kans van 1 op 4 is dat die overlijdt in het eerste jaar na de operatie? Je kunt dan ook kiezen voor alternatieve behandelopties. Dat zorgt niet voor genezing maar wel voor levensverlenging met mogelijk een betere kwaliteit van leven. Denk dan aan bestraling of bestraling met chemotherapie.”
Team van specialisten:
Die beslissing nemen patiënten niet alleen, dat doen ze samen met een team van zorgverleners. “Op één dag ziet een kwetsbare, oudere patiënt een chirurg, oncoloog, geriater, radiotherapeut en een verpleegkundig specialist. Patiënten vinden dat fijn en voor de artsen is het prettig dat je door de discussie met elkaar over deze specifieke patiënt een betere afweging kunt maken. Bij oudere patiënten zien we ook steeds vaker dat ze niet meer alles op alles willen zetten om te genezen. Ze vinden kwaliteit van leven belangrijker. Dat een geriater dan meedenkt bij het behandeltraject is daarom heel prettig.”
Kortom, zorg op maat vinden kwetsbare ouderen steeds belangrijker. “Daarom moeten we identificeren welke patiënten kwetsbaar zijn. Dit onderzoek geeft veel inzicht in de factoren die bijdragen aan complicaties en sterfte. Daaruit kunnen we lessen trekken en verder onderzoek doen om de fitheid van deze patiënten na de operatie te verbeteren. Een revalidatietraject en actieve betrokkenheid van een geriater met een veel bredere kijk kan daarbij helpen. Dat gaan we de komende tijd verder moeten uitzoeken.”
Nikki van Ham presenteert haar onderzoeksresultaten bij het Catharina Kenniscafé.
Bron: www.catharinaziekenhuis.nl