Steeds minder bestralingen bij borstkanker: van 15 naar 5 keer met hetzelfde effect.
In een aantal Nederlandse ziekenhuizen werd bij de uitbraak van COVID-19 een verkort bestralingsschema aangeboden bij de behandeling van borstkanker. Patiënten hoefden zo geen vijftien keer voor bestraling naar het ziekenhuis te komen, maar slechts vijf keer. Nu, ruim twee jaar later, is dat de standaardbehandeling voor veel patiënten met borstkanker. Zowel in het Catharina Ziekenhuis als elders. En dat is net zo effectief als vaker bestralen, zo laten internationale studies zien.
“Voorheen duurde een behandeling bijvoorbeeld drie weken, waarbij elke werkdag een bestraling plaatsvond”, zegt An-Sofie Verrijssen, radiotherapeut-oncoloog in het Catharina Ziekenhuis. “Dat kan voor patiënten zwaar en ingrijpend zijn. Met name psychisch. Je moet elke dag opnieuw naar het ziekenhuis. Dat er nu in één week, met vijf bestralingen, dezelfde resultaten worden behaald, is bij veel patiënten nog niet bekend. Je ziet meteen de opluchting als ze dat horen.”
Hogere dosis:
Om het effect van bestralen hetzelfde te houden, is de dosis per keer hoger. Tot meer bijwerkingen leidt dat niet, zo blijkt uit het Brits onderzoek Fast Forward. “Bijwerkingen als een rode huid, vermoeidheid en zwelling van de borst treden nog steeds op, maar omdat de periode van bestralen korter is, is de duur van de klachten ook korter én, gelukkig, ze zijn in die ene week niet heftiger. Ook op de langere termijn lijken er niet meer bijwerkingen te zijn”, zegt Verrijssen.
Omdat de periode van bestralen korter is, is de duur van de klachten ook korter en ze zijn in die ene week niet heftiger
De verkorte behandeling is nog niet voor iedereen geschikt. Patiënten onder de vijftig jaar worden nog altijd drie weken lang bestraald, net als patiënten bij wie de lymfeklieren in de oksel bestraald moeten worden en patiënten bij wie een grote cosmetische ingreep nodig is verricht tijdens de borstoperatie. Dan is er mogelijk wel meer risico op bijwerkingen als er met een hogere dosis per keer wordt bestraald.
Meer onderzoeken naar minder bestralen:
Verrijssen verwacht dat er in de toekomst nog minder vaak bestraald gaat worden, zonder dat het effect afneemt. Oók bij de groepen bij wie dat nu nog niet gebeurt. “We kijken steeds vaker naar in hoeverre bestralen nodig is. Zo liep er tot voor kort een onderzoek bij oudere patiënten, 70-plussers, met een niet-agressieve vorm van borstkanker. Daar opereerden we wel, maar zagen we in overleg met de patiënten af van bestraling. De uitkomst van dit onderzoek laat nog enkele jaren op zich wachten. Tot die tijd bestralen we soms in overleg met de patiënt niet.”
An-Sofie Verrijssen, radiotherapeut-oncoloog.
Ook bij een ander onderzoek wordt de bestraling van de borst achterwege gelaten: “Dan krijgen patiënten eerst chemotherapie en daardoor treffen we vervolgens af en toe bij de operatie geen tumor meer aan. We weten dat de kans dan heel klein is dat de kanker in de borst terugkomt. Dus waarom bestraal je dan nog?”
Patiënten zijn uiteraard niet verplicht mee te doen aan zo’n onderzoek. Verrijssen: “Je hebt patiënten die er koste wat kost alles aan gedaan willen hebben om de kans op terugkeer zo klein mogelijk te maken. Heel begrijpelijk dat ze het bekende standaardprogramma willen. Maar we zien ook mensen die, na goede voorlichting en afweging, afzien van bestraling met eventuele bijwerkingen en de mogelijk iets grotere kans op terugkeer van de ziekte in de borst op de koop toenemen. Zij werken graag mee aan zo’n onderzoek en zijn juist blij dat er zo’n studie is.”