Sporten, testosteron en prostaatkanker.
Columns.
November is de maand waarin Nederland en de wereld extra aandacht vragen voor een mannenziekte die steeds meer patiënten krijgt: prostaatkanker. De Movember Foundation wil dat mannen die maand hun snor laten staan – Mo is van 'moustache' (snor) en vember van november – om aandacht te vragen voor prostaatkanker (en voor teelbalkanker en de gezondheid van mannen in het algemeen). Ga even Googelen en er gaat een wereld voor u open.
Mijn reclamecollega Christian Oerlemans – onder meer bedenker van de Even Apeldoorn Bellen campagnes – schreef enkele jaren terug het boek ‘Mannen, je sluipmoordenaar heet testosteron’. Christian kreeg prostaatkanker en vertelt in zijn boek hoe die ziekte bij hem werd behandeld en tal van interessante aspecten die daar een rol bij speelden. Zoals testosteron. Van dit mannelijk geslachtshormoon is bekend dat er een directe relatie is met prostaatkanker. Sterker, testosteron stimuleert de groei van prostaatkanker. Hoewel geleerden nog altijd bezig zijn met onderzoeken wordt gevreesd dat mannen met een natuurlijk hoog testosterongehalte een grotere kans hebben om prostaatkanker te krijgen.
Van sporters, met name intensieve, is bekend dat die veel testosteron aanmaken. En daarom een grotere kans lopen om problemen met de prostaat te krijgen. Dat hoeft niet meteen kanker te zijn. Plasklachten en erectieproblemen kunnen ook andere oorzaken hebben, zoals ontstekingen, vergroting van de prostaat of andere onregelmatigheden die kunnen leiden tot ongemak. Maar testosteron is in elk geval een behoorlijke boosdoener en (te) veel sporten is dus niet per definitie gezond.
U kent de uitdrukking: Daar zou ik een boek over kunnen schrijven. Dat heb ik dus gedaan. Want ook ik was aan de beurt. Een kleine twee jaar geleden opeens bloed in mijn sperma en urine. Een ontsteking, zo luidde de eerste diagnose van mijn huisarts. Pillenkuur en gelukkig, het bloed verdween. Maar mijn PSA-waarde was gestegen. PSA – Prostaat Specifiek Antigeen – is een indicatie van de conditie van je prostaat en kan worden gemeten wanneer je je bloed laat prikken. Geen ontsteking dus. Helaas. Maar, na de nodige niet al te gezellige onderzoeken, prostaatkanker.
Ik kwam terecht in een rollercoaster van CT-scans, MRI-scans, biopten, goudmarkers en bestralingen, waarbij de medici in het St. Franciscus Gasthuis en het Erasmus MC bewezen dat ze tot de beste ter wereld behoren. En ik schreef er dus een boek over, zie de website www.fuckikhebprostaatkanker.nl. Onlangs verscheen het. Niet alleen versla ik, op soms nogal luchtige wijze, mijn gehele avontuur van de ontdekking van mijn plas-ongemakken tot en met de bijna militaristische aanpak in de ziekenhuizen. Ook doe ik twee oproepen.
De eerste aan mannen op leeftijd – lees: zo tegen je vijftigste en ouder – en mannen die veel sporten en/of hebben gesport. Laat je PSA-waarde regelmatig testen, ga naar je huisarts en neem het zekere voor het onzekere. Zorg dat je er op tijd bij bent en denk niet zo hooghartig als ik – meer dan een halve eeuw intensief gesport, mij kan niets gebeuren – want je hebt werkelijk geen idee hoe kwetsbaar je bent.
De tweede oproep is aan de overheid. Er zijn nationale bevolkingsonderzoeken naar borstkanker, baarmoederhalskanker en darmkanker. Maar niet naar prostaatkanker. Wordt dat niet eens tijd?
Bron: www.voorburgsdagblad.nl