‘Soms zijn het moeilijke gesprekken, niet behandelen is ook een optie’: Een dag in het Catharina Kanker Instituut.
Auteur: Annette Tromp - ed.nl/eindhoven
Irma Seuter en een patiënte op de dagbehandeling oncologie.
Foto: Guy van Dael/Catharina Ziekenhuis
EINDHOVEN – Als je kanker hebt is het niet alleen belangrijk om de juiste informatie en behandeling te krijgen, maar heb je ook behoefte aan begrip, aandacht en af en toe een arm om je schouder. In het Catharina Kanker Instituut in Eindhoven weten ze daar alles van. Het Eindhovens Dagblad liep een dag mee en sprak er met drie gespecialiseerde verpleegkundigen.
Het is een rustige ochtend op de dagbehandeling. Normaal krijgen hier op de begane grond 45 tot 50 patiënten verdeeld over de hele dag hun kuur, maar omdat er zieken zijn onder het personeel, wordt een deel van de chemo’s en immunotherapieën nu op de twaalfde verdieping gegeven: de verpleegafdeling van oncologie, legt Irma Seuter (60) uit. Ze is als verpleegkundige gespecialiseerd in oncologie en hematologie.
Angst, onzekerheid en vragen over leven en dood hebben enorm veel impact op alle mensen die met kanker te maken krijgen. Als gespecialiseerd verpleegkundige speelt Irma hierin een grote rol. Ze komt letterlijk heel dicht bij de patiënt, bijvoorbeeld wanneer ze infusen aanlegt.
Een patiënte neemt plaats op de ‘prikstoel’, ze krijgt vandaag een port-a-cath, een poortkatheter die rechtstreeks toegang biedt tot een groot bloedvat. Deze methode wordt toegepast wanneer prikken in de aderen voor het infuus niet (meer) gaat. En dan ineens zijn er tranen. Irma is er voor het aanbrengen van het infuus, maar ook voor een arm om haar schouder en een luisterend oor. Maar somberheid overheerst hier niet: er is rust, er kan gelachen worden en je ziet niet aan de patiënten hoe ziek ze zijn.
Wie voor een kuur komt, mag iemand meebrengen. De paar uren die patiënten hier doorbrengen, worden zo aangenaam mogelijk gemaakt. Irma legt iedereen die komt graag een beetje in de watten, en geeft iedereen aandacht. Is er een kruik nodig, of een dekentje? Moet de dokter misschien worden geraadpleegd? ,,Je kunt niet alles oplossen, maar het is belangrijk mensen het gevoel te geven dat ze gezien en gehoord worden.”
Het liefst aan het bed:
Hoewel ze met haar jarenlange ervaring als oncologieverpleegkundige ook andere taken heeft en cursussen verzorgt, is dit wat ze het allerliefst doet: op de werkvloer zijn, aan het bed. Daarnaast gaat ze naar congressen en organiseert ze deze ook. In haar vrije tijd werkt ze ook nog bij Care for Cancer, waarbij ze mensen bezoekt en advies geeft. Het mooiste aan haar vak? ,,Heel dicht bij de mensen kunnen komen en echt iets kunnen toevoegen.”
Op een van de bedden ligt een man met een infuus in zijn arm. Hij krijgt vandaag zijn eerste chemokuur. Hij heeft slokdarmkanker, en een operatie is zinloos vanwege uitzaaiingen. ,,Dit is levensverlengend”, zegt hij op rustige toon.
Pas twee weken geleden hoorde hij van de uitzaaiingen. ,,Ik ben blij dat er nog mogelijkheden zijn.” Nee, met zijn naam wil hij liever niet in de krant, en ook liever niet dat zijn woonplaats wordt vermeld. Het is maar een klein dorp waar hij woont. Alleen zijn leeftijd wil hij vermelden: 57.
Elke dag op en neer naar Eindhoven:
,,Ze verdienen hier een pluim”, zegt een mevrouw. ,,De zorg is perfect.” Het is haar tweede chemo. Daarnaast heeft ze 6 van de 23 bestralingen achter de rug. Haar echtgenoot zit aan haar bed. ,,Elke dag rijden we naar Eindhoven toe, vanwege die bestralingen”, zegt hij. Ze wonen buiten de regio. Ook deze patiënte wil liever niet met haar naam in de krant. Verpleegkundige Irma snapt dat wel. ,,Mensen willen zelf bepalen wie wat weet, en wanneer ze het vertellen aan anderen. Als je met je naam in de krant staat, weet ook meteen iedereen het.”
Er komen steeds meer patiënten hier, zegt Irma. Dat komt deels door de vergrijzing, maar ook doordat er meer en langer behandeld wordt dan voorheen. Want de behandelmogelijkheden zijn enorm toegenomen, en dat betekent ook meer chemokuren en immunotherapie.
Het Catharina Ziekenhuis is gespecialiseerd in kankersoorten aan (endel)darmen, longen, gynaecologische kanker en kanker aan de slokdarm/maag. Ook komen patiënten die een stamceltransplantatie in Maastricht hebben gehad de dag erna naar Eindhoven voor het vervolg.
Heel veel mensen ontbijten niet. Voeding is hier een aandachtspunt
vrijwilliger Nel Kliebisch.
Je ziet ook steeds meer een verschuiving naar een ambulant traject, maar dan moet de thuiszorg wel goed zijn, zegt Irma. ,,En het is voor de mantelzorger thuis ook niet altijd makkelijk.” Daarom wordt ook de inzet van vrijwilligers steeds belangrijker. In de hal van het CKI is in samenwerking met De Eik (centrum voor leven met en na kanker) een inlooppunt ingericht waar mensen met hun vragen terechtkunnen. Deze ochtend is Nel Kliebisch er, door haar blauwe pak herkenbaar als vrijwilliger. Ze is 74 en heeft speciale scholing gevolgd om hier aan de slag te kunnen.
Met de nodige humor en een dosis levenservaring is Nel hier helemaal op haar plek. ,,Je ziet vaak al hoe mensen zijn als ze binnenkomen, en of ze het moeilijk hebben. Heel veel mensen ontbijten niet. Voeding is hier een aandachtspunt”, zegt Nel. Het lukt haar vaak om de eiwitrijke gezonde tussendoortjes aan de patiënten te geven. ,,Door onze aanwezigheid wordt de verpleging ook ontlast.”
Dat teamwork is heel belangrijk, en ook precies het mooie aan de verpleging, vindt Irma. De man die zijn eerste chemo kreeg, is inmiddels vertrokken. Rond lunchtijd zijn enkele bedden zijn alweer bezet door andere patiënten. Irma pakt gauw haar taak weer op, zodat haar collega kan gaan eten.
Nog lang leven met Kahler:
Eli Jansen uit Best zit deze middag samen met zijn vrouw op het spreekuur van Marieke van den Berg, verpleegkundig specialist hematologie. Eli is hier vanwege de ziekte van Kahler, een vorm van beenmergkanker, waarvoor hij nu nog ‘onderhoudsbehandelingen’ krijgt. Hij heeft een zwaar traject achter de rug, maar zit er een jaar later weer best fit bij. Zelfs het sporten heeft hij weer wat opgepakt. Marieke: ,,Beter worden doet hij niet, maar als je met behandelingen de ziekte onder controle krijgt, kunnen mensen daar nog wel lang mee blijven leven.”
Eli vindt het prima dat er een foto van hem wordt gemaakt en dat een journalist bij het gesprek zit. De sfeer is hartelijk. Marieke stelt vragen. Hoe gaat het met eten en drinken, en de medicatie? En hoe gaat het met sporten?
Ze benoemt alles wat er genoteerd staat en voegt informatie toe. En er is volop ruimte voor de patiënt om vragen te stellen. ,,Mijn vrouw houdt de hele pillenadministratie bij”, zegt Eli. ,,Ze weet precies hoe het allemaal heet. Ik neem ze alleen maar in.” Marieke geeft een recept af. Ze verheldert wat er niet duidelijk is, klinkt geruststellend en vraagt of er nog meer vragen zijn of dingen die het echtpaar wil bespreken.
De Tekst gaat verder onder de Foto:
Marieke van den Berg praat met Eli Jansen op het spreekuur
De functie van verpleegkundig specialist is ooit gestart vanuit een taakherschikking binnen het ziekenhuis. Samen met twee artsen vormt ze het behandelteam. ,,Je kunt een goede aanvulling zijn op het behandelteam vanwege de aandacht voor de psychosociale zorg. Vanuit de verpleegkundige opleiding heb je daar meer aandacht voor. Dat maakt mijn werk juist zo mooi.”
Soms zijn het moeilijke gesprekken in de spreekkamer. Niet behandelen is ook een optie. ,,Je moet inzichtelijk maken wat voor de toekomst het beste is voor de patiënt.” De kwaliteit van leven staat daarbij hoog in het vaandel.
Herstellen na stamceltransplantatie:
Het merendeel van de patiënten die ze op de poli ziet, heeft een vorm van kanker. Maar er zijn ook behandelingen voor goedaardige ziekten, of voor longembolie en hartfalen. Sinds kort ziet ze ook een nieuwe groep patiënten: mensen die een stamceltransplantatie in Maastricht hebben gehad, en in het Catharina Ziekenhuis verder komen herstellen. ,,Eerst moet de patiënt in isolatie op de verpleegafdeling liggen. We doen nu een pilot waarbij de patiënt daarna naar huis mag om verder te herstellen en daarna bij mij of de hematoloog drie keer in de week op controle komt. Die controles vinden plaats op de verpleegafdeling, waar ik dus ook regelmatig te vinden ben.”
Ook ziet Marieke de patiënten die naar de Beter-poli komen: zij zijn in het verleden voor de ziekte van Hodgkin behandeld. Nu worden de schadelijke effecten van behandeling van deze ziekte in de jaren 80 en 90 zichtbaar. ,,Met de jaren komen nieuwe inzichten. Behandelingen worden nu niet meer zo gegeven. Nu proberen we bestraling van het borstbeen te voorkomen.” Borstkanker en hartfalen kunnen gevolgen zijn van die behandelingen van toen.
Mentaal is er veel ondersteuning nodig. Ik leef mee, maar ik lijd niet mee
Sandra van der Loo.
Boven in het ziekenhuis, op de twaalfde verdieping, begint Sandra van der Loo (50) energiek aan haar avonddienst op de verpleegafdeling. Op afdeling 12 Oost liggen de patiënten die behandeld worden voor kanker. Ze heeft zich alvast ingelezen en en krijgt nog de bijzonderheden van de dag van haar collega, van wie ze de zorg overneemt.
,,We hebben een fijn, warm team”, zegt ze. ,,Een redelijk jong team, maar leeftijd zegt niet alles.” Ze is gespecialiseerd in oncologie en werkt nu vijf jaar op deze afdeling. Ze heeft altijd in de zorg gewerkt, daar ligt haar hart. ,,Hier kun je echt van betekenis zijn. Mentaal is er veel ondersteuning nodig. Ik leef mee, maar ik lijd niet mee.”
Samenwerken om efficiënt te zijn:
Op de afdeling kunnen in principe 28 patiënten terecht. Voor mensen in hun laatste fase zijn er ook eenpersoonskamers. Vandaag zijn vier bedden gereserveerd voor mensen die chemo krijgen: vanwege ziekte op de dagbehandeling wordt hiernaartoe uitgeweken.
,,Soms, als we de planning écht niet rond krijgen omdat we te weinig personeel hebben, moeten we ook bedden blokkeren.” Voor dit soort situaties is in januari een samenwerking gestart met de longafdeling, die ook op deze verdieping zit. ,,Afdelingen moeten steeds meer samenwerken om efficiënter te kunnen zijn.”
Met kleurtjes op een bord wordt de zorgzwaarte van de patiënten aangegeven. Elk bezet bed heeft een kleurtje dat aangeeft hoeveel zorg de patiënt nodig heeft. ,,We kijken bij het verdelen van de diensten hoe we de zwaarte een beetje gelijk kunnen verdelen.”
Niet alleen maar in bed liggen:
De verdeling tussen dag- en avonddienst is onevenredig. In de ochtend is er één verpleegkundige per vier patiënten, in de avonddienst één op acht, omdat er overdag meer moet gebeuren. ,,Die aantallen zijn een erfenis uit de tijd dat de zorg minder complex was”, vertelt Sandra. ,,Minder patiënten per verpleegkundige zou nog beter zijn.”"
Sandra gaat de ronde maken langs ‘haar’ patiënten. Ze laat nog even de beweegruimte zien, een sportzaal met fitnessapparaten waar patiënten aan hun conditie kunnen werken. Voorheen was het een kamer met vier bedden. ,,Bewegen is heel belangrijk. Hoe fitter je bent, hoe beter je de behandelingen kunt ondergaan. Vroeger ging je naar een ziekenhuis en lag je daar in je pyjama in bed, maar patiënten moeten juist het bed uit.”
De Tekst gaat verder onder de Foto:
Huub van de Wijdeven met verpleegkundige Sandra van der Loo op de verpleegafdeling 12 Oost.
Die twee hebben zo’n goede klik. Het zijn hier op de afdeling allemaal zulke schatten
Francis van de Wijdeven.
Hij heeft ook nog een stamceltransplantatie in het vooruitzicht. ,,Het is een tegenvaller, zegt Francis, ,,maar gelukkig is hij positief ingesteld.” Al 45 jaar zijn ze samen. Ze kijkt met een glimlach naar Sandra en Huub. ,,Die twee hebben zo’n goede klik. Het zijn hier op de afdeling allemaal zulke schatten.”
Huub deelt de kamer met Nel van der Does uit Boxtel. Ze is hier sinds Kerstmis, al is ze tussendoor twee dagen thuis geweest. Ze heeft kanker in haar beenmerg. Het is een gevolg van te veel ontstekingen die ze heeft gehad door de behandeling van leukemie. Ze hoopt dat de medicatie die ze nu krijgt aanslaat. ,,Er is veel met Maastricht en het Radboud in Nijmegen overlegd”, weet ze.
De Tekst gaat verder onder de Foto:
Patiënte Nel van der Does in gesprek met verpleegkundige Sandra van der Loo
,,Belangrijk is om zijn temperatuur in de gaten te houden, want koorts kan duiden op een infectie. Dat kan heel grote gevolgen hebben wanneer je nul afweer hebt.” Sandra merkt dat de te verwachten ‘dip’ eraan zit te komen. Hij legt zelf uit aan zijn bezoek wat hem mankeert. ,,Ik moet straks even drukte vermijden, niet meteen gaan feesten”, zegt Freek met enige humor.
Hij heeft een dorpscafé in Leende, en mist zijn werk en de gezelligheid. ,,Ik heb ook wel mijn baaldagen”, zegt hij eerlijk. ,,Maar deze fase is het begin van mijn herstel.”
Sandra komt straks zijn temperatuur weer meten, en gaat nu verder naar de volgende patiënt. Het is best aanpoten ’s avonds. ,,Maar je kijkt altijd of je anderen kunt helpen. Je moet dit werk echt samen doen.”
Bron: www.ed.nl