Seminoom.
Een seminoom in stadium I betekent dat er bij de onderzoeken geen uitzaaiingen zijn vastgesteld. Bij ongeveer 30% van de patiënten met zaadbalkanker in stadium I zijn er toch microscopisch kleine uitzaaiingen in de lymfeklieren in de buik. Die zijn zó klein dat ze niet te zien zijn op een CT-scan.
Omdat een seminoom goed vernietigd kan worden met bestraling en omdat de meeste mannen de bijwerkingen van bestraling relatief goed verdragen, worden in principe álle patiënten met een seminoom in stadium I bestraald (als adjuvante behandeling). Soms wordt gekozen voor chemotherapie of ‘waakzaam wachten’.
Bij een seminoom in stadium II krijg je standaard bestraling nadat de zaadbal is verwijderd. Soms, bijvoorbeeld als de uitzaaiingen erg groot zijn, krijg je chemotherapie.
Bij een seminoom in de stadia III en IV krijg je standaard chemotherapie als vervolgbehandeling. Soms is een lymfeklieroperatie nodig als er bij controle-onderzoeken vergrote lymfeklieren worden vastgesteld. Een enkele keer wordt daarna bestraling gegeven, of opnieuw chemotherapie.
In alle stadia is het doel van de behandeling om genezing te bereiken.
PET-onderzoek speelt een rol om die patiënten eruit te pikken die restafwijkingen hebben nadat ze zijn behandeld voor uitzaaiingen van het seminoom. Wanneer de afwijkingen groter blijven dan 2 cm. kan eventueel naast chirurgie ook aanvullende radiotherapie worden overwogen.
PET-scan:
PET betekent Positron Emissie Tomografie. Het is, evenals MRI en CT, een methode om het inwendige van een mens zichtbaar te maken. Het wordt meestal gebruikt om bij kanker uitzaaiingen op te sporen. De meeste kankercellen hebben een verhoogde stofwisseling, waarbij veel suiker wordt verbruikt. Deze kankercellen kunnen via een PET-scan zichtbaar worden gemaakt door aan suikermoleculen een radioactieve stof te koppelen. De tumor neemt tegelijk met de suikermoleculen de radioactieve stof op. Deze stof zorgt ervoor dat de kankercellen te zien zijn.
Vooraf mag er minimaal zes uur voor het onderzoek niet meer gegeten worden. Drinken mag wel, zolang de dranken geen suiker bevatten. Via een ader in je arm wordt de radioactieve stof met de suikermoleculen toegediend. Daarna moet je enige tijd stil liggen. Ter bescherming van de omgeving vindt deze voorbereiding plaats in een aparte kamer. Na ongeveer een uur hebben de (eventuele) kankercellen voldoende radioactieve stof opgenomen en start het onderzoek. Daarvoor lig je op een onderzoektafel. De camera wordt om je heen geplaatst. Vlak voor het maken van de foto’s word je gevraagd te plassen, omdat anders de hoeveelheid radioactiviteit in de blaas het onderzoek kan verstoren. Na het onderzoek is de radioactieve stof grotendeels uit je lichaam verdwenen; er is geen gevaar voor jou of je omgeving.
Bron: www.zaadbalkanker.nl