Ronald de Wit drukte zijn stempel op de behandeling van drie soorten urologische kanker.

11-04-2025 16:00

 

 

Auteur: Berit Sinterniklaas - amazingerasmusmc.nl

 

 

Logo Amazing ErasmusMC

 

 

 

Tijdens de 34 jaar durende loopbaan van prof. Ronald de Wit als internist-oncoloog in het Erasmus MC veranderde er, mede door zijn toedoen, veel voor patiënten met zaadbalkanker, prostaatkanker en blaaskanker. ‘Toen ik begon was de overleving van mannen met hormoonongevoelige prostaatkanker één jaar. Inmiddels is dat vier jaar.’

 

 

Retroscoop Ronald de Wit

 

 

 

 

In de Retroscoop kijken hoogleraren van het Erasmus MC die met pensioen gaan terug op hun vakgebied. Welke revoluties hebben zich voltrokken? De hamvraag: wat kon je betekenen voor de patiënt toen je begon, en hoe is dat nu? 

 

Toen de aankondiging voor het afscheidssymposium van hoogleraar Ronald de Wit op Instagram werd gepost, kwam daaronder een reactie: ‘Dat is de dokter die mij in 1996 voor zaadbalkanker heeft behandeld.’ Het laat de blijvende impact zien die de internist-oncoloog heeft gemaakt op de levens van mensen die hij behandelde voor zaadbalkanker, blaaskanker en prostaatkanker. Af en toe werd dat heel persoonlijk, vertelt De Wit. ‘Een patiënt die genezen was van zaadbalkanker heeft ooit zijn zoon naar mij vernoemd. Dat is wel heel bijzonder.’ 

 

 

Rijdende trein:

De Wit specialiseerde zich in klinische studies naar nieuwe behandelopties voor urologische kankers. Dat begon bij zaadbalkanker. ‘Toen ik in 1990 begon bij de Daniel den Hoed Kliniek stapte ik op een rijdende trein.’ Hij kreeg als jonge oncoloog een positie als de Rotterdamse vertegenwoordiger van het lopende zaadbalkankeronderzoek binnen de EORTC, een organisatie die onderzoek naar kanker stimuleert en coördineert door heel Europa. 

 

Dat leverde al snel succes op. Studies toonden het belang van het middel bleomycine en het belang van centralisatie van zorg, vooral bij patiënten met een slechtere prognose. Uit een grote studie bleek dat patiënten met zaadbalkanker en beperkte uitzaaiingen genoeg hebben aan drie chemokuren, in plaats van de tot dan toe gebruikelijke vier kuren. Dat is een relevant verschil, want ‘het venijn zit in de staart’, zegt De Wit. Hij vergelijkt chemokuren met een bokswedstrijd. ‘Na de eerste klap op je neus heb je nog nergens last van, bij de tweede wordt het vervelend, bij de derde word je duizelig en bij de vierde ga je knock-out.’ Inmiddels zijn drie chemokuren al meer dan 20 jaar de standaardbehandeling bij zaadbalkanker met beperkte uitzaaiingen. 

 

 

Eerste chemotherapie voor prostaatkanker:

Zijn podiumpresentaties over zaadbalkankerstudies brachten De Wit in contact met internationale collega’s en zo ontstond ook een netwerk van prostaat-en blaaskankerspecialisten. De Wit leidde met een Amerikaanse en een Canadese collega de eerste internationale studie naar chemotherapie bij prostaatkanker, in de tijd dat hormoontherapie de enige medicamenteuze behandeloptie was. Het chemotherapeuticum docetaxel bleek levensverlengend en werd in 2004 de nieuwe standaard.

 

Dankzij vervolgstudies en nieuwe behandelopties werd de levensverwachting stapje voor stapje beter. ‘Toen ik begon was de overleving van mannen met hormoonongevoelige prostaatkanker één jaar. Inmiddels is dat met meerdere soorten chemotherapie, nieuwe hormonale medicijnen, radium en lutetium al vier jaar. Dat is een grote stap, want vergeleken met zaadbalkanker is de overlevingswinst van nieuwe behandelingen bij prostaatkanker kleiner. We zijn al blij met drie of vier maanden.’

 

 

Nieuwe dimensie blaaskanker:

Ook voor patiënten met blaaskanker kwam er nieuw perspectief. De Wit was betrokken bij de ontwikkeling van nieuwe effectieve chemotherapie. Later kwam daar immuuntherapie bij, de nieuwe standaard voor patiënten bij wie chemotherapie niet werkt. Een nieuwe dimensie, noemt De Wit de komst van immuuntherapie. ‘Enkele van onze patiënten die in 2014 meededen aan de eerste studie naar immuuntherapie zijn nog steeds in leven. Daar kun je onderhand spreken van genezing.’ 

 

 

‘Misselijkheid en braken staan bij patiënten op nummer 1 en 2 van de meest ingrijpende bijwerkingen’

 
 
 
 
En dan was er de ontdekking die getalsmatig de grootste impact maakte. De Wit speelde een sleutelrol bij het onderzoek naar een nieuw medicijn tegen misselijkheid door chemotherapie. Voor het eerst bleek de bescherming tegen misselijkheid en braken niet bij elke kuur verder af te nemen, maar werd de bescherming behouden. Dit maakte de behandeling met chemokuren van miljoenen mensen met kanker wereldwijd een stuk dragelijker, vertelt De Wit. ‘Misselijkheid en braken staan bij patiënten op nummer 1 en 2 van de meest ingrijpende bijwerkingen. Ik heb meegemaakt dat patiënten al moest spugen als ze mij zagen. Dat we misselijkheid nu beter kunnen voorkomen, is giga belangrijk.’
 
 

Blijft op podium:

Zijn pensionering geeft De Wit meer tijd om in de tuin te werken en naar de sportschool te gaan, maar het betekent niet dat hij zijn vakgebied helemaal loslaat. ‘De gedrevenheid zit in me. Ik vind het leuk om op een podium te staan en kennis te delen, dus dat blijf ik doen. Binnenkort ga ik bijvoorbeeld lesgeven aan oncologen in Kaapstad en Peru.’ Ook blijft hij actief in commissies die vanaf de zijlijn meekijken bij klinische studies. Daar houden we de binnenkomende data in de gaten: zijn er niet te veel bijwerkingen en gaat de overleving van de controlegroep niet uit de pas lopen met de groep die het medicijn krijgt? ‘Dat doe ik graag. Je zou het kunnen zien als een hobby. Dus daar ga ik nog wel even mee door.’ 

 

 

Over Ronald de Wit:

Prof. Dr. Ronald de Wit volgde zijn opleiding tot internist-oncoloog in Amsterdam. In 1990 kwam hij naar de Daniel den Hoed Kliniek, later het Erasmus MC Kanker Instituut. Daar werd hij benoemd tot hoogleraar systeemtherapie urogenitale tumoren. In 1990 trad De Wit toe tot de EORTC, waar hij 7 jaar voorzitter was van de sectie chemotherapie bij urologische kankers. De Wit is de oprichter en voorzitter van Stichting Dutch Uro-Oncology Studygroup (DUOS), de Nederlandse multidisciplinaire studiegroep van 27 ziekenhuizen voor studies van prostaatkanker, blaaskanker en zaadbalkanker.

 

Hij is al drie decennia actief bij de American Society of Clinical Oncology (ASCO) en de European Society of Medical Oncology (ESMO). Voor ESMO verzorgt hij nog steeds nascholing in Afrika, Azië en Midden- en Zuid-Amerika. In 2023 werd De Wit als eerste Nederlandse medisch oncoloog benoemd tot lid van de Academia Europaea, een genootschap van wetenschappers uit alle disciplines die behoren tot de mondiale top in hun vakgebied.

 

Op 14 maart 2025 nam De Wit afscheid van het Erasmus MC. Bij die gelegenheid werd hij benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw.  

 

 

 

 

Bron: www.amazingerasmusmc.nl