Operatie bij borstkanker (m)

24-01-2014 22:21
 

 Bij borstkanker vindt meestal een operatie plaats. Een operatie is een plaatselijke behandeling. De chirurg verwijdert het aangedane weefsel ruim. Dat wil zeggen dat behalve de tumor ook schijnbaar gezond weefsel daaromheen wordt weggenomen. Dit gebeurt omdat tijdens de operatie niet te zien is of het weefsel net buiten het tumorgebied vrij is van kankercellen.

Het ruim opereren vergroot de kans dat alle kankercellen inderdaad weg zijn. Een patholoog onderzoekt het weggenomen weefsel onder de microscoop op aanwezigheid van kankercellen in de snijvlakken van het weggenomen weefsel.


De uitslag van dit onderzoek geeft belangrijke informatie over het stadium van de ziekte en bepaalt mede of verdere behandeling noodzakelijk is. Er bestaan 2 soorten borstoperaties:


  • borstamputatie (ablatio)
  • borstsparende operatie

     


Borstamputatie:

De chirurg kiest meestal voor een borstamputatie. Hierbij haalt hij de hele borstklier (met vet- en bindweefsel) en een deel van de huid en de tepel weg. Dit heet een gemodificeerde radicale mastectomie. Bij doorgroei naar de borstspier zal hij ook een deel van de borstspier moeten verwijderen (radicale mastectomie). Doordat een mannenborst minder volume heeft, bereikt de tumor snel(ler) de borstspier.  

 


Borstsparende operatie:

Een borstsparende operatie is een onderdeel van een borstsparende behandeling. Hierbij wordt alléén de tumor met omringend gezond weefsel verwijderd. Deze operatie wordt altijd gevolgd door bestraling.

Bij mannen is een borst- of tepelsparende operatie meestal niet mogelijk. De tumor zit bijna altijd dichtbij de tepel. De tumor kan ook al in de tepel zijn doorgegroeid. Daarbij komt dat chirurgen bij mannen vaak niet ruim kunnen opereren omdat vaak weinig gezond weefsel om de tumor aanwezig is.

Bij kleine tumoren is het soms wel mogelijk om een borstsparende operatie te doen. Chirurgen kunnen een tumor met een kleine rand van gezond weefsel verwijderen. Het gaat dan om een rand van ongeveer 1 centimeter. Het resterende weefsel van de borst wordt vervolgens bestraald om de kans op terugkeer van de tumor te verkleinen. 


Wondgenezing na een operatie


 

Tijdens de operatie wordt meestal in of bij de wond een slangetje (drain) aangebracht dat het overtollige wondvocht afvoert. Er kunnen 2 drains zijn:  

  • een drain voor wondvocht uit de oksel
  • een drain voor wondvocht uit het wondgebied van de borst

Na gemiddeld 1 tot 5 dagen worden de drains verwijderd. Het gebeurt regelmatig dat er zich dan toch nog wondvocht ophoopt. Als dat last geeft, kan het vocht met een injectienaald opgezogen worden. Deze eenvoudige ingreep is meestal niet pijnlijk.

Zeker de eerste weken kan de wond pijn doen en trekken. De huid rond de wond kan enigszins verkleurd zijn en soms is het littekengebied wat gezwollen. Naarmate de wond geneest, worden deze verschijnselen minder.

Na een complete okselklieroperatie ontbreekt het gevoel in de huid langs de wondranden en aan de binnenkant en/of achterzijde van de bovenarm of is dit sterk verminderd. Dat komt doordat een deel van de gevoelszenuwen in het wondgebied is doorgesneden. Bij de meeste patiënten keert het gevoel in het wondgebied na verloop van tijd weer terug.


Opnameduur bij operatie borstkanker

Hoe lang u na de operatie in het ziekenhuis moet blijven hangt onder meer af van de uitgebreidheid van de operatie, uw conditie, en de opvang die er thuis is. Over het algemeen wordt de opnameduur steeds korter.

Soms kunnen patiënten na een borstsparende operatie en schildwachtklierprocedure dezelfde avond nog naar huis. Zijn bij de operatie ook okselklieren verwijderd, dan duurt de opname enkele dagen langer. De opnameduur kan per ziekenhuis verschillen.

 

 
Bron:     www.kanker.nl