Operatie.
Amputatie:
Zit de bottumor in bijvoorbeeld uw arm of been, dan is amputatie soms onvermijdelijk. Afhankelijk van de plaats waar de tumor zich bevindt, kiest de orthopedisch chirurg voor een totale of gedeeltelijke amputatie. Bij een bottumor laag in het onderbeen, kunnen knieen bovenbeen gespaard blijven. Als de bottumor zich in de buurt van een heup bevindt, dan kan het zelfs soms nodig zijn een deel van het bekken weg te nemen.
Kunstgewricht:
Als de bottumor in de buurt van het gewricht zit (bijvoorbeeld knie-, heup- en schoudergewricht), dan kan er een kunstgewricht worden geplaatst. Een voordeel hiervan is dat de beweeglijkheid beter is. Een nadeel is dat een kunstgewricht op den duur kan loslaten.
Omkeerplastiek:
Als de bottumor zich boven de knie bevindt en de bloedvaten en zenuwen zijn niet omgeven door tumorweefsel, dan wordt soms een omkeerplastiek toegepast. Bij deze ingreep wordt de knie en een deel van het bovenbeen geamputeerd en wordt het onderbeen omgekeerd – en met de hiel naar voren – tegen het resterende deel van het bovenbeen geplaatst. De enkel kan op die manier de functies van de knie overnemen. Vervolgens wordt er een onderbeensprothese gemaakt, die aansluit aan de omgekeerde voet. Na een dergelijke operatie functioneert het ‘nieuwe’ been over het algemeen goed. De omkeerplastiek wordt vooral bij kinderen toegepast. De duur en intensiteit van het revalidatietraject is natuurlijk afhankelijk van de uitgevoerde ingreep.
Het is daarom moeilijk om hier in algemene zin iets over te zeggen.
Bron: www.amc.nl