Op zijn vierde kreeg Teun (13) leukemie: ‘Ik ben opgegroeid met papa en mama en veel volwassenen in het ziekenhuis’.
Auteur: Fieke Nobel - ed.nl/brabant
Teun van 't Hooft (13) is genezen van leukemie.
Ramon Mangold/Pix4Profs.
ZUNDERT - Twee jaar duurden de behandelingen tegen leukemie, van zijn vierde tot zijn zesde. Groep een en twee kreeg hij nauwelijks mee, groep drie deed hij over. Nu vertelt Teun op zijn middelbare school over zijn ziekte. ,,Ik was de enige met een muts op.”
Ze zien er vrolijk uit, al die kralen aan de ketting van Teun van 't Hooft. Tot je weet wat ze betekenen. Alle kralen staan voor een moment in zijn behandeling tegen leukemie, zoals een spoedopname, prik of chemo. De laatste, de bloem, kreeg hij toen de behandelingen geslaagd en klaar waren. Teun was op dat moment zes jaar oud.
Hij kreeg rond die tijd een boek, dat voor hem gemaakt was: ‘Teun de machinist’. De Teun in het boek beleeft avonturen in een trein. Dat thema is niet voor niets, Teun heeft de droom machinist te worden.
Toen hij tijdens de Kinderboekenweek over het boek vertelde op school, was dat aanleiding om zijn verhaal te vertellen aan zijn klas op het Mencia Sandrode. En later ook aan andere klassen. Met een belangrijke boodschap: ,,Punt is dat er te veel wordt gescholden met kanker. Mensen hebben niet door dat ze schelden met een ziekte.”
Teun merkte duidelijk dat de ene klas meer geïnteresseerd was dan de andere. ,,Sommigen dachten ‘jongen, waar lul je over’. Maar mavo 3 en 4 waren geboeid. Ze stelden veel vragen, bijvoorbeeld hoe het voor me was en of ik nog wist hoe het voelde om ziek te zijn. Ik heb ook uitgelegd wat leukemie is.”
‘Als er iemand ziek was, kon ik niet naar school’
Het begon toen hij vier jaar was, twee weken voor het begin op de basisschool, vertelt Teun uit Rijsbergen in een klaslokaal van het Mencia Sandrode in Zundert. ,,Ik begon een beetje te kwakkelen. De huisarts zei dat het een verkoudheid was. Maar ik werd steeds vaker een beetje ziek, steeds korter na elkaar.”
Hoe het precies ging toen hij vier jaar was, kan hij zich niet zo goed herinneren. Het is ook alweer even geleden en hij was toen nog heel jong. Daarom vult zijn moeder Sabina af en toe aan. Het was een intensief behandeltraject, vertellen ze.
Teun: ,,Ik had soms 24 uur lang chemo en dan bleef ik in het ziekenhuis. Terwijl ik veel zin had in school.” Sabina: ,,Hij is begonnen met twee uurtjes in de klas. Dat moest hij opbouwen.” Teun: ,,En ik was toen heel kwetsbaar. Als er ook maar iemand ziek was, kon ik niet naar school.”
Ik was de enige met een muts op
Teun van 't Hooft
Het leven van klasgenoten zag er heel anders uit. ,,Ik was de enige met een muts op.” Sabina: ,,Hij had een kaal hoofd, hij hoefde zijn muts pas af te doen als dat comfortabel voelde voor hem.”
Omdat Teun zo weinig op school was en wel veel in ziekenhuizen en thuis, was hij niet zo gewend om onder kinderen te zijn. ,,Ik ben opgegroeid met papa en mama en veel volwassenen in het ziekenhuis.” Vrienden maken leerde hij daar niet echt.
Klaar met dat rotgedoe:
Na twee jaar waren de behandelingen geslaagd en kon hij weer naar school. ,,Toen was ik klaar met dat rotgedoe.” Maar in groep drie moest hij nog vaak voor controles naar het ziekenhuis. Daarom heeft hij groep drie een keer overgedaan.
Op dit moment merkt Teun niet meer dat hij zo ziek is geweest. En de titel van dat boek, Teun de machinist, wordt dat werkelijkheid? ,,Dat is wel het idee. Ik wil dat nog altijd worden, treinmachinist.”
Bron: www.ed.nl