Onderzoeker Arlene (33): ‘Patiëntvriendelijke behandelingen, met zo min mogelijk bijwerkingen’.
Onderzoeker Arlene Oei vindt het verschrikkelijk. Verhalen van vrouwen die na een behandeling wel van de kanker af zijn, maar kampen met (ernstige) maag- darmproblemen, lymfoedeem en andere late effecten die de kwaliteit van leven beïnvloeden. 'Kankerbehandelingen zijn ingrijpend. Ik wil onderzoeken hoe we effectieve behandelingen ook patiëntvriendelijker kunnen maken, met zo min mogelijk bijwerkingen, zodat vrouwen een goede kwaliteit van leven kunnen leiden.'
De tekst gaat verder onder de Foto:
Foto: Arlene Oei
Binnen het Amsterdam UMC leidt Arlene het onderzoek naar radiobiologie en hyperthermie, met een sterke focus op baarmoederhalskanker. 'We proberen de overleving en kwaliteit van leven te verbeteren door bestralingen te combineren met hyperthermie. Met een apparaat verwarmen we de tumorcellen. Dat voorkomt dat de tumorcellen die door de bestraling kapot zijn gemaakt, de kans krijgen zich te herstellen. Hyperthermie en bestralingen versterken elkaar in gunstige zin. Hierdoor zijn er ook minder bestralingen nodig.'
Koorts:
Hyperthermie is gebaseerd op een oeroud principe: koorts. Het apparaat, dat door het toenmalige AMC is ontwikkeld, verwarmt de tumor tot een koortsachtige temperatuur. De behandeling heeft geen blijvende bijwerkingen, en hoewel het knap warm kan zijn om 90 minuten onder dat apparaat te liggen, is hyperthermie niet heel belastend. In Nederland komen vrouwen met baarmoederhalskanker, die niet met chemo kunnen worden behandeld, in aanmerking voor deze behandeling. Het onderzoek staat zeker niet stil. 'We kijken ook of we PARP-remmers aan de behandeling kunnen toevoegen. Deze medicatie wordt onder meer gegeven bij vrouwen met BRCA-gemuteerde eierstokkanker en borstkanker. Hyperthermie kan tijdelijk BRCA-eiwitten uitschakelen. Hierdoor worden PARP-remmers effectief en kunnen ze dus aan meer patiënten worden gegeven.'
Als het aan Arlene ligt, zou er echter veel meer onderzoek gedaan moeten worden naar hyperthermie. 'In Nederland zijn er maar drie ziekenhuizen die een hyperthermie-apparaat in huis hebben, in Europa en wereldwijd zijn dat er veel meer.'
Andere ziekenhuizen:
In sommige Duitse ziekenhuizen wordt hyperthermie aangeboden in combinatie met chemotherapie voor allerlei kankersoorten, waaronder eierstokkanker. En in Amsterdam kunnen patiënten terecht in een privékliniek, op eigen kosten. Op forums van kanker.nl is hyperthermie regelmatig onderwerp van gesprek onder patiënten. Wat vindt Arlene daarvan?
'Allereerst is het belangrijk te beseffen dat hyperthermie alleen geen kanker bestrijdt. Je moet het altijd combineren met bestraling of chemotherapie. Daarnaast luistert het heel nauw wanneer je de hyperthermie gaat geven, anders kan het zelfs averechts werken. Zo moet je de hyperthermie heel kort voor of na een bestraling geven, omdat het anders minder meerwaarde heeft.
Chemotherapie blijft langer in je lichaam zitten, dus misschien kan de hyperthermie dan later worden gegeven. Maar wanneer het optimaal is, weten we niet zo goed. Het zal ook afhangen van het soort chemotherapie en de soort kanker. In de Nederlandse richtlijnen kan hyperthermie bij gynaecologische tumoren alleen worden toegepast bij baarmoederhalskanker, borstkanker en eierstokkanker. Altijd in combinatie met bestraling of chemotherapie. Ik raad vrouwen die hyperthermie overwegen aan om erover te praten met hun behandelend arts.'
Minder belastende HIPEC:
Arlene's zoektocht naar patiëntvriendelijke behandelingen met zo weinig mogelijk bijwerkingen, beperkt zich niet alleen tot hyperthermie. Ze doet ook onderzoek naar de verbetering van HIPEC - een behandeling waarbij vrouwen met eierstokkanker verwarmde chemo krijgen toegediend tijdens de buikoperatie. 'Ziekenhuizen hanteren verschillende chemo's en werkmethodes. Het ene ziekenhuis verwarmt de chemo bijvoorbeeld gedurende een uur, in een ander ziekenhuis gebeurt dat in een halfuur. Ook de temperatuur verschilt. Dit gebeurt natuurlijk op basis van verschillende onderzoeken, maar deze zijn niet eenduidig. Dat komt omdat die onderzoeken niet allemaal onder dezelfde omstandigheden zijn uitgevoerd. Wij leggen al die onderzoeken naast elkaar om te kijken wat de meest optimale omstandigheden zijn, zodat de HIPEC het beste resultaat oplevert met hopelijk zo min mogelijk bijwerkingen.'
Rol van Olijf:
Arlene vindt het belangrijk dat Olijf, artsen en onderzoekers de krachten bundelen om de beste zorg te leveren. 'Olijf heeft veel aandacht voor de late gevolgen van kanker. Artsen houden zich vooral bezig met de bestrijding van kanker. Het is goed om te weten wat onze behandelingen doen met een vrouwenleven. Dat besef is nodig om over het eigen vakgebied heen te kijken als het nodig is en open te staan voor nieuwe ontwikkelingen.'
Arlene vertelde haar verhaal in april 2021.
Lees hier meer ervaringen van zorgprofessionals.
Bron: www.olijf.nl