NIEUWE URINETEST LIJKT BETER IN OPSPOREN PROSTAATKANKER EN MAAKT VEEL BIOPSIEËN ONNODIG.
Auteur: Willem van Altena - ntvo.nl
Resultaten van onderzoek onder leiding van Dr. Pierre Margent van de National Comprehensive Cancer Network in de Verenigde Staten suggereert dat een nieuwe urinetest onnodige prostaatbiopsieën kan voorkomen. Het huidige screeningsproces voor prostaatkanker door middel van het meten van prostaat-specifiek antigeen (PSA) niveaus heeft weliswaar geleid tot een significante vermindering van de mortaliteit door neoplastische aandoeningen, maar de lage specificiteit ervan resulteert vaak in onnodige invasieve biopsieën en de diagnose van laaggradige, indolente kanker. Hoewel geleide biopsieën met multiparametrische MRI de diagnose van graad 2 prostaatkanker kunnen verbeteren, blijft de brede implementatie hiervan uitdagend. Niet-invasieve biomarkers kunnen volgens Margent een praktisch alternatief bieden om het risico op prostaatkanker te stratificeren.
18 GENEN:
De National Comprehensive Cancer Network ontwikkelde een test gebaseerd op zes bloed- en urinebiomarkers voor alle graden van prostaatkanker. Deze test presteert beter dan de traditionele PSA-test, vooral bij de detectie van hooggradige tumoren. Door nieuwe genen te identificeren die specifiek tot overexpressie komen in hooggradige prostaatkankers, werd een polymerasekettingreactie (PCR) gebruikt voor 54 kandidaat-markers. Dit leidde tot de ontwikkeling van een 18-genentest, MyProstateScore 2.0 (MPSA), die kan worden gebruikt vóór beeldvorming (MRI) en biopsie om te beoordelen of deze procedures überhaupt nodig zijn.
In een ontwikkelingscohort van 815 mannen met een mediane leeftijd van 63 jaar werden urineproeven geanalyseerd met kwantitatieve PCR (qPCR) op 54 kandidaatgenen. De deelnemers hadden PSA-waarden tussen 3 en 10 ng/mL (mediaan interkwartiel bereik [IQR], 5.6 [4.6-7.2] ng/mL). Valid qPCR-resultaten werden verkregen bij 761 deelnemers (93,4%). Van hen werd bij 293 deelnemers (38,5%) graad 2 of hogere kanker vastgesteld door biopsie.
TWEE VARIANTEN:
Het MPSA-model werd verfijnd tot twee varianten: MPSA2 en MPSA2+, afhankelijk van de overweging van prostaatvolume. Het uiteindelijke MPSA2-model omvatte klinische gegevens en 17 informatieve markers, waaronder negen specifiek voor kanker, geassocieerd met het referentiegen KLK3.
VALIDATIE EN ANALYSES:
De externe validatie werd uitgevoerd op een cohort van 813 deelnemers uit de NCI EDRN PCA3-evaluatiestudie. Geldige qPCR-resultaten werden verkregen van 743 deelnemers, waarvan 151 (20,3%) hooggradige prostaatkanker hadden. De mediane MPS2-score was significant hoger bij patiënten met graad 2 of hogere prostaatkanker (0,44; IQR, 0,23-0,69) dan bij niet-bijdragende biopsieën (0,08; IQR, 0,03-0,19; P < .001) of graad 1 kanker (0,25; IQR, 0,09-0,48; P < .01).
SENSITIVITEIT:
Vergelijkende analyses toonden aan dat PSA, de Prostate Cancer Prevention Trial risicocalculator, de Prostate Health Index (PHI), en eerdere genetische modellen inferieur waren aan MPSA. Besliscurve-analyses kwantificeerden het voordeel van elke biomarker, waarbij de MPSA-modellen waarden hadden van 0,81 en 0,82 voor MPSA2+. Bij een vereiste sensitiviteit van 95% kon het MPS2-model de noodzaak van onnodige eerste biopsieën in de populatie met 35%-42% verminderen, met een impact van 15%-30% voor andere tests. MPS2-modellen vertoonden negatieve voorspellende waarden van 95%-99% voor graad 2 of hogere prostaatkankers en 99% voor graad 3 of hogere tumoren.
VERGELIJKING MET BESTAANDE TESTS:
Huidige biomarkers, zoals de prostaatkanker-antigeen 3 (PCA3)-test en het drie-genmodel, laten lagere prestaties zien in de detectie van hooggradige prostaatkankers. De nieuwe MPS2-test heeft een sensitiviteit van 95% voor hooggradige prostaatkanker en een specificiteit variërend van 35% tot 51%, afhankelijk van de subgroepen. Bij patiënten die een negatieve eerste biopsie hebben gehad, toont MPS2 een sensitiviteit van 94,4% en een specificiteit van 51%, wat aanzienlijk hoger is dan de concurrenten.
Hoewel veelbelovend, had de studie wel enkele beperkingen, zoals beperkte etnische diversiteit en gebruik van systematische biopsie als referentie, wat de voorspellende waarden kan beïnvloeden. Verder onderzoek is nodig om de eerste resultaten en de langetermijneffecten van MPS2 te bevestigen.
Bron: www.ntvo.nl