Nadenken over het levenseinde.

19-09-2014 21:29



Nadenken over het sterven is geen onderwerp waar mensen 'als vanzelf' aan denken. Ook als er sprake is van een ongeneeslijke ziekte, stellen patiënten de gedachte aan het doodgaan soms zo lang mogelijk uit. Toch is het goed om al op een vroeg moment op de hoogte te zijn van wat er op het sterfbed medisch en juridisch allemaal kan en mag. Als het in de media over sterven gaat, gaat het vaak over euthanasie en palliatieve sedatie. Maar wat is het eigenlijk?

Wat is euthanasie?

Euthanasie staat voor levensbeëindiging op verzoek van de patiënt. Deze levensbeëindiging wordt uitgevoerd door een arts. Euthanasie is sinds 2002 niet strafbaar als een arts zich aan een aantal voorwaarden houdt. Zo moet er een vrijwillig en weloverwogen verzoek van de patiënt zijn gedaan. Verder moet er (naar heersend medisch inzicht) sprake zijn van uitzichtloos en ondraaglijk lijden. Bovendien moet de arts ten minste één andere, onafhankelijke arts raadplegen, die ook bij de patiënt langs gaat om te beoordelen of het verzoek in overeenstemming is met de wettelijke eisen. Ten slotte moet de levensbeëindiging medisch zorgvuldig uitgevoerd worden: eerst krijgt de patiënt een middel ingespoten waarmee deze in een diep coma wordt gebracht, vervolgens wordt met een tweede middel de hartspier stil gelegd. De patiënt overlijdt onmiddellijk na de toediening van de tweede injectie. De patiënt hoeft overigens niet dicht bij zijn overlijden te zijn om met succes een euthanasieverzoek te doen. De wet biedt ook ruimte aan patiënten bij wie het natuurlijke levenseinde nog weken, maanden of jaren op zich zou laten wachten.

Vanwege de uitzonderlijkheid van de medische ingreep is de arts verplicht euthanasie te melden bij een van de vijf Regionale Toetsingscommissies Euthanasie. De commissies, die elk uit een arts, een jurist en een ethicus bestaan, beoordelen of de arts zijn werk goed heeft gedaan. Zo niet, of in het geval van twijfel, dan stuurt de commissie het dossier naar het Openbaar Ministerie. Dit gebeurt zelden (minder dan 0,02 procent van de gevallen).

Wat is palliatieve sedatie ?

Bij palliatieve sedatie wordt de patiënt als het ware 'in slaap' gebracht met medicijnen op een moment dat er geen andere mogelijkheden meer zijn om de klachten, die voor ondraaglijk lijden zorgen, te verlichten. Omdat het bewustzijn verlaagd wordt, ervaart de patiënt die klachten niet meer. Het wordt veelal toegepast als er sprake is van (een combinatie van) onbehandelbare pijn, verwardheid, angst of benauwdheid.

Er zijn twee vormen van palliatieve sedatie. Het kan allereerst kortdurend toegepast worden. In dat geval houdt de arts de patiënt enkele uren (overdag of 's nachts) slapend. Meestal wordt dit simpelweg 'een slaapje' of een 'time-out' genoemd. Deze vorm van palliatieve sedatie kan helpen het sterven draaglijk(er) te maken. Door bijvoorbeeld de dag in tweeën te breken, is de dag beter vol te houden.

Als hiermee niet het gewenste doel wordt bereikt, kan overgegaan worden naar de tweede vorm. Dan wordt de palliatieve sedatie voortgezet totdat de patiënt overlijdt. Dit noemen artsen continue of diepe palliatieve sedatie. Voordat een arts het bewustzijn op deze wijze verlaagt, moet de situatie voldoen aan een aantal (medische) criteria. Zo moeten de klachten op geen enkele andere wijze te behandelen zijn, en moet de arts het idee hebben dat het sterven zeer nabij is (één à twee weken).

Tussen het moment waarop de sedatie start en het overlijden, zit - zo blijkt uit onderzoek - in de helft van de gevallen minder dan vierentwintig uur, in de andere helft één tot zeven dagen. Van tevoren is dat echter niet te voorspellen.

Bij palliatieve sedatie overlijdt de patiënt - anders dan bij euthanasie - niet aan de medicatie, maar aan de gevolgen van de ziekte. Palliatieve sedatie is niet bedoeld om de dood te bespoedigen. De enige overeenkomst met euthanasie is, dat het een behandeling is om ernstig lijden op het sterfbed te verlichten.


Bron:  www.palvooru.nl