Monique (42): ‘De arts zei: “We gaan voor het leven.” Daar heb ik mij aan vastgehouden’.
Tijdens haar zwangerschap kreeg Monique last van bloedingen. Na de vijfde keer stuurde de verloskundige haar naar het ziekenhuis. Monique was bang dat er iets mis was met het kindje, maar de gynaecoloog stelde haar gerust. Alles was goed, maar de dokter wilde wel een uitstrijkje maken.
‘Ik was dat uitstrijkje vergeten, totdat het ziekenhuis belde. Ik was toen 7 maanden zwanger en had mijn zoontje van 2 jaar in mijn armen. Tot mijn schrik hoorde ik HPV-positief was en ik PAP3A1 had. Directe actie was niet nodig, omdat ik in de laatste fase van mijn zwangerschap zat, maar daarna moest er wel wat gebeuren, zo luidde de boodschap van de arts. Ik had er een slecht gevoel over. Ik kon niet meer echt genieten van mijn zwangerschap. Op 2 maart 2021 beviel ik van ons dochtertje. Zes weken erna onderging ik een colposcopie. Ik kon meekijken op het scherm en ik zag dat de vloeistof overal wit kleurde. Ik schrok daar heel erg van, want dat is niet goed. Er moesten daarna 4 biopten worden afgenomen. De uitslag was niet goed. Twee biopten waren CIN3 en de andere twee toonden baarmoederhalskanker aan. Er volgde nog een lisexcisie en ik werd meteen doorverwezen. Pure pech. Mijn slechte voorgevoel bleek juist te zijn.’
’We gaan voor het leven’
‘Onze wereld stond op zijn kop. Ik was intens verdrietig. Kon alleen maar huilen en aan mijn kindjes denken. Ik kon mijn kindjes niet achterlaten. Ik vroeg mij af hoe erg de kanker was en waar het zat. Ik was bang om te overlijden, maar mijn arts zei: “We gaan voor het leven.” Daar heb ik mij aan vastgehouden.
Ik werd van het Ikazia Ziekenhuis in Rotterdam doorgestuurd naar het ErasmusMC. Ik kreeg daar nog een MRI, en bleek stadium 1b1 baarmoederhalskanker te hebben. Er werd gekozen voor een Wertheim operatie, waarbij de baarmoeder en baarmoedermond worden verwijderd, inclusief steunweefsel, eileiders en lymfeklieren in het bekken. Het idee dat ik mijn baarmoeder zou verliezen vond ik echt heel erg. Mijn dochtertje van 3 maanden en zoontje van destijds 2 jaar hadden in dit huisje gezeten. Ik zat nog in mijn kraamtijd, maar van mijn roze wolk kon ik niet genieten. Ik wilde van de kanker af, maar mijn baarmoeder had voor mij zoveel waarde, dat het allemaal heel dubbel voelde. Ik vond het ook moeilijk dat de keuze om geen kinderen meer te krijgen voor mij werd gemaakt. Mijn man en ik hadden die keuze liever zelf gemaakt.’
Overweldigend:
‘De avond voor de operatie werd ik opgenomen. De tranen liepen over mijn wangen toen mijn man en ik het ziekenhuis in liepen. Na de intake met de verpleegkundige, ging mijn man naar huis. Wat voelde ik mij eenzaam die nacht. Gelukkig vond de operatie vroeg in de ochtend plaats, zodat ik niet nog langer hoefde na te denken. De operatiekamer was overweldigend. Er gebeurde van alles. Er liepen allerlei artsen rond in operatiekleding, terwijl ik daar lag op die tafel. Ik was nog nooit volledig onder narcose geweest, dus ik vond het eng. De ruggenprik die ik ervoor had gekregen ging ook niet helemaal lekker. Ik kwam niet goed uit de operatie. Ik was misselijk en had een allergische reactie, en de bloeddruk was laag vanwege de ruggenprik. Ook had ik veel last van mijn blaaskatheter. Deze zat in mijn buik. Ik viel steeds weg. Ik voelde dat ik werd geconfronteerd met mijn sterfelijkheid, dat was heel heftig. Ik was bezig met overleven, ik wilde mijn kinderen zien opgroeien.’
Creatieve oplossingen:
‘Na 5 dagen mocht ik naar huis. Ik had mijn kinderen 1 keer gezien in het ziekenhuis, omdat we ze de aanblik van hun moeder in een ziekenhuisbed met slangen wilden besparen. De keer dat ik ze zag waren de meeste slangen weg. Wij vonden het belangrijk dat ze er niet te veel van meegekregen. Vooral voor mijn zoontje. Al heeft hij er genoeg van meegemaakt, wat er een jaar later bij hem uit kwam. Ik was ontzettend blij mijn kinderen weer te zien. Mijn man en ik bedachten creatieve oplossingen voor mijn beperkingen. Ik kon mijn dochtertje niet tillen, maar ik kon wel flesjes klaarmaken en op mijn zij in bed mijn kindje voeden. Ik ging ook eerder met haar naar bed, terwijl mijn man zorgde voor het huishouden. Gelukkig was hij in de positie om dat te doen. We konden samen ook goed praten over wat er allemaal was gebeurd. Dat is ook heel belangrijk.’
Goede hulp:
‘En nu zijn we een jaar verder. Ik ben “schoon”, maar ik heb het vertrouwen in mijn lichaam nog niet teruggevonden. Elke 3 maanden op controle is spannend, en ik heb helaas ook nog last van enkele late gevolgen van de operatie. Door de blaaskatheter heb ik waarschijnlijk een ontsteking gehad waardoor de helft van mijn litteken is verdikt. Ik ben daar nu een paar weken geleden opnieuw aan geopereerd, omdat ik hier zoveel last van had. Daarnaast is mijn blaas beschadigd, en proberen we nu de klachten met medicatie onder controle te krijgen. En ik heb ook lymfoedeem in mijn buik en benen. Gelukkig werd hier heel adequaat op gereageerd vanuit het ziekenhuis. Toen ik onder de douche merkte dat ik dikke benen had en mijn verpleegkundige erover belde, kreeg ik meteen een verwijsbrief mee voor de oedeemtherapeut. Ook mentaal word ik goed begeleid. Ik heb veel steun aan de gesprekken met mijn medisch maatschappelijk werker. Het is fijn dat het ziekenhuis dit aanbiedt, want je praat met iemand die weet wat kanker is. En dat is toch anders dan dat je bij een algemene hulpverlener zit.
Die ervaring heb ik ook met mijn oncologische bedrijfsarts. Zij neemt de hele situatie onder de loep: de fysieke en mentale gevolgen, de controles en behandelingen in het ziekenhuis en wat er voor mij gedaan kan worden in het werk. Het is fijn om je zo gehoord en gesteund te voelen. Dat iemand bijvoorbeeld zegt: “Het is nog maar een jaar geleden, het is niet vreemd dat je je zo voelt.” Ik kan iedereen aanraden goede hulp te zoeken bij professionals die ervaring hebben met kanker. Je moet niet onderschatten wat je meemaakt. Ik kan het soms zelf niet geloven. Het heeft zijn tijd nodig voordat ik de nieuwe Monique heb uitgevonden, maar dankzij mijn gezin, familie en vrienden en deze professionele hulp kom ik er wel.’
Monique vertelde haar verhaal in juli 2022. Inmiddels kunnen er veranderingen in haar gezondheid zijn opgetreden.
Lees hier meer verhalen over baarmoederhalskanker.