Met ‘Tussen hemel, aarde en mij’ vraagt Jitske van Oosterom aandacht voor hospicezorg.

02-02-2025 16:05

 

 

Jitske van Oosterom gelooft in de geneeskrachtige werking van taal.

Jitske van Oosterom gelooft in de geneeskrachtige werking van taal. 

Foto: Nike Martens.

 

 

 

 

 

BILTHOVEN Nadat Jitske van Oosterom hoorde dat haar vader Rob een niet-operabele hersentumor had, bracht het schrijven van gedichten hem dichterbij. Ze schreef verder tijdens zijn verblijf in Academisch Hospice Demeter in De Bilt, rond zijn overlijden en in het eerste jaar van rouw. Ze overhandigde een exemplaar van de gebundelde gedichten aan de medewerkers van het hospice. Hiermee wil ze aandacht vragen voor het belang van hospicezorg voor mensen die gaan overlijden en hun naasten.

 

Jitske van Oosterom werkt als creatief schrijfster. Al op jonge leeftijd kwam ze in contact met schrijven: toen ze tien jaar was, kreeg ze een dagboek van haar moeder. Het werd een schrift vol geheimen en bekentenissen. ,,Als ik schreef, voelde ik alles in mezelf. Een grotere wereld.” Ze omschrijft haar teksten als bezielde bommetjes. ,,Ik voel troost en koestering na het lezen van wat ik schrijf, omdat het me ruimer in mijn vel maakt.” Schrijven werd niet alleen haar werk, maar een persoonlijke manier om de magie van het leven te vieren.

 

 

LIEFDE:

Na het telefoontje waarin ze hoorde dat haar vader ernstig ziek bleek te zijn, was het kopen van een kop koffie en een vertrouwd rondje lopen haar poging om de eerste schok te verwerken. ,,Ik gaf me helemaal over aan de situatie en kreeg steun van het universum, van de wereld, of hoe je het wilt noemen. Liefde. Het voelde als een grote warme hand die me voortduwde. Daarmee kreeg ik gereedschap in handen om mezelf van heel dichtbij gezelschap te houden.”

 

 

OPENHEID:

Jitske: ,,Ik kon met grote nieuwsgierigheid en openheid volgen wat er precies vanbinnen gebeurde. Dat schreef ik op. Gaandeweg ontstonden mijn gedichten. Het overtuigde me nog meer van wat ik altijd al dacht: ons voelen en denken zijn ons ten dienste, ze zijn van ons, maar stromen ook weer verder. Ze gunnen ons te groeien.”

 

Nadat het niet meer mogelijk was om met haar vader te praten, openbaarde zich een andere vorm van communiceren. ,,Ik voelde een vorm van contact die alle andere vormen oversteeg. De taal van onvoorwaardelijke liefde misschien wel. Ik viel samen met mijn gevoel en energie, zonder er door verzwolgen te worden. Het met woorden volgen van deze mysterieuze en menselijke gevoelsbewegingen betekent alles voor mij.“

 

 

PROZADICHTER:

De gedichten hebben geen rijmschema en er is geen vooropgezette versvorm. ,,De dichterlijke vrijheid stroomde door mijn bloed bij het schrijven van de bezielde verhaaltjes die ritme, muzikaliteit en soms metaforen bezitten. Ik voel me daarom het meest verwant aan de term prozadichter.”

 

 

De Tekst gaat verder onder de Foto: 

 
 

Jitske’s vader Rob was nergens zo thuis als op Terschelling. 

 
Eigen foto Jitske van Oosterom.
 
 
 
 
 
 
De gedichten volgen elkaar op in de tijd. ,,Ieder gedicht staat precies op de plek waar het moet staan, in het geheel. Vanuit de schok toen ik hoorde dat mijn vader een niet-operabele hersentumor had, schrijf ik mezelf verder naar het hospice, naar zijn overlijden en naar de plaatsen waar ik verbleef na zijn overlijden. In die zin worden alle gedichten gedragen door een onderstroom, een onderliggende verhaallijn. De locaties vormen het decor waar zich een nieuwe fase van het rouwproces afspeelt en spiegelen de innerlijke vraag: waar is thuis?”
 
 

HOSPICE:

De laatste weken van zijn leven bracht haar vader door in Academisch Hospice Demeter. ,,Mijn moeder koos voor dit hospice, omdat onze buurvrouw en goede vriendin er destijds als vrijwilligster werkte en haar ervaringen zo goed waren. Maar ook omdat dit het enige hospice dicht bij ons in de buurt was met specialistische, verpleegkundige zorg. Mijn vader lag in laag bewustzijn, dus die specialistische zorg was nodig.“

 

Jitske vindt dat er meer aandacht zou moeten komen voor het belang van hospicezorg. ,,Je komt in aanraking met palliatieve zorg zodra de artsen verklaren dat iemand niet meer zal genezen. Deze palliatieve zorg en in ons geval, de keuze voor een hospice, werd onze grond onder de voeten in tijden van onzekerheid, angst en een diepe, langzaam opgebouwde vermoeidheid.”
 
 

MENSELIJKHEID:

Zij worstelde aanvankelijk met het vooroordeel dat een hospice onpersoonlijk en minder thuis zou zijn dan thuis. ,, Rond het overlijden van iemand die heel dichtbij staat, kunnen innerlijke stemmen de boventoon gaan voeren. Stemmen van hoe het moet of hoort. Ik had die stemmen ook. Het idee dat je faalt in je zorg en steun, omdat je de ander niet in huis haalt om daar te sterven, bijvoorbeeld.”

 

Het vooroordeel verdween. ,,Toen mijn vader op zijn kamer kwam te liggen, kregen we een vragenlijst die inzoomde op de vraag ‘wie is de mens Rob’? Ik vond dat zo respectvol en zacht. Het tekent, naast de medische, professionele begeleiding ook het belang van medemenselijkheid. Ze gebruikten deze lijst als leidraad, hoe Rob graag verzorgd en aangeraakt wilde worden. Waar ze over konden praten als ze hem aan het verzorgen waren.”
 

Een hospice en palliatieve zorg richten zich op het vergroten van de kwaliteit van leven vóór het sterven. ,,Wij hadden met dit hospice een thuis gevonden, een laatste thuis voor Rob. Wij mochten in deze tussenhemel verblijven met ons verdriet en onze twijfel, onze vragen.”

 

De bundel ‘Tussen hemel, aarde en mij’ met als ondertitel ‘Hoe ik in het eerste jaar van rouw mijn vader naar me toe dicht’ is verkrijgbaar bij alle online boekhandels van Nederland en België. Via www.boekscout.nl is het mogelijk te bestellen via de uitgever.

 

 

 

Bron: www.denieuwsbode.nl