Jannie (70) is ongeneeslijk ziek: ’De boodschap kwam totaal onverwacht’.

10-07-2024 16:09

 

 

Auteur: JANNIE OSKAM - telegraaf.nl/vrouw

 

 

Lezerscolumn.

 
 
Bij Jannie Oskam (70) werd in 2013 borstkanker geconstateerd en zes jaar later kreeg zij de diagnose uitgezaaide borstkanker, met de boodschap dat genezing niet meer mogelijk is. Om duidelijk te maken wat palliatieve zorg tijdens deze periode kan betekenen, schreef ze het boek ’Tussenland, over leven met de dood in je schoenen’. Want hoe ga je om met de naderende dood en het verdriet van mensen om je heen?
 
 
 
’Ik voel me goed, maar de scan laat wat anders zien.’
’Ik voel me goed, maar de scan laat wat anders zien.’
 

Foto: GETTY IMAGES

 
 
 
 
 
 
 
 
„Ik weet dat het komt, al jaren. Maar als het dan echt zover is, schrik ik me dood. De boodschap komt totaal onverwacht en veel te vroeg. Ik voel me goed, maar de scan laat wat anders zien. Er zijn geen behandelingen meer.
 
 
Nou ja, er zijn nog wel twee opties, maar die passen niet bij mijn soort kanker. ’Doe die met twee werkzame stoffen maar,’ roep ik veel te hard. Het is mijn vechtreflex. Mij krijgen ze niet klein.
 
 
 

Afscheid:

Thuis zoeken we op internet wat de oncoloog op een briefje heeft meegegeven. Na een nacht slapen werkt mijn verstand weer. Door deze chemo’s zou mijn weerstand flink aangetast worden. Mensen worden infectiebronnen die je op afstand moet houden. Hoe kan ik dan afscheid nemen?
 

De beslissing is zo duidelijk. Ik hoef alleen maar mijn eigen principes toe te passen. Al jaren roep ik dat ik niet het graf in ’ge-chemood’ wil worden. En dat kwaliteit van leven veel belangrijker is dan langer leven.

 

Maar nu het erop aan komt vind ik het o zo moeilijk om te beslissen. Net of ik mijn eigen doodvonnis teken. Ik ben tegen het gebruik van het woord ’uitbehandeld’, maar zo voel ik het nu wel. Verstand en gevoel liggen zo ver uit elkaar.

 

 

 

Onzekerheid:

Er is verdriet, veel verdriet. Niet alleen bij mezelf. Ik krijg weer kaartjes en veel bloemen. Regelmatig maakt het verdriet plaats voor dankbaarheid over het volle leven dat ik heb kunnen leiden. Soms is er rust, een soort overgave. Alles is gezegd, er zijn afspraken gemaakt. Ik ben klaar met de voorbereidingen lijkt het.

 

Dan weer schrik ik wakker. Niemand weet hoe lang ik nog heb. Niemand weet hoe het verloop van mijn ziekte zal zijn. Totale onzekerheid, die een maximaal beroep doet op mijn veerkracht. Maar die is al vijf jaar lang beproefd.

 

Jarenlang ben ik vooral druk geweest met mezelf, om mijn eigen ziekteproces te doorstaan en te managen, om me voor te bereiden op het onvermijdelijke en om in te halen waar ik nog niet aan toegekomen was.

 

Ik schaamde me daar wel eens voor. Maar het was zo groot, zo overweldigend. Het schrijven van mijn boek Tussenland en al die lezingen, gastlessen en interviews hielden me op de been. De laatste maanden heb ik pas echt aandacht voor de mensen om me heen, die straks verder moeten leven zonder partner, moeder, zus of vriendin.

 

 

Lotgenoten:

Praktische zaken leiden af. Ik wil de achterblijvers werk uit handen nemen, nog een beetje voor hen zorgen. Ik verzamel adressen. Aan elk juweel uit mijn kistje zit een verhaal, dat heb ik verteld en heb ik uitgedeeld. Met de kinderen hebben we mijn geboortehuis op het platteland bezocht. De verhalen kwamen als vanzelf. Bijvoorbeeld over de snoepjes die we weggooiden omdat de oude vrouw ze behekst had.

 

De weken gaan voorbij, worden maanden. Mijn lichaam verrast me steeds opnieuw. Als er wat is kan ik altijd bellen en medisch gezien word ik tiptop verzorgd.

 

Maar ik mis de aandacht van de verpleegkundigen op de dagbehandeling, ik mis onze gesprekken. En ik mis mijn lotgenoten.”

 

 

 

Bron: www.telegraaf.nl