Is kaas slecht bij hormoontherapie na borstkanker ?

22-07-2018 21:09





Voeding en Kanker - Kaas


Dit is niet te zeggen. Er is geen onderzoek gedaan naar het gebruik van kaas of zuivel bij hormoonbehandeling of het effect van kaas of zuivel op de hormoonbehandeling. Wel is er gekeken naar zuivelconsumptie (melk, yoghurt, kaas, boter) en het ontstaan van borstkanker. Hierbij is geen relatie aangetoond tussen zuivelgebruik en het ontstaan van borstkanker. Kaas beschermt waarschijnlijk niet tegen het ontstaan van borstkanker.


Er is geen relatie aangetoond tussen kaas en het opnieuw krijgen van borstkanker.


Hormonen in kaas?


Kaasproducten


In de media wordt soms verteld dat kaas grote hoeveelheden van het hormoon oestrogeen bevat. Een van de redenen zou zijn dat koeien hormonen toegediend krijgen die via melk in kaas terecht komen. Die hormonen zouden invloed kunnen hebben op hormoongevoelige kanker, zoals borstkanker en de behandeling met hormoontherapie hiervan. Dit is echter niet het geval. In Europa is het verboden om aan melkkoeien hormonen toe te dienen.


Melk van koeien, die zijn behandeld met hormonen, komt Nederland niet in. De European Food Safety Authority (EFSA) beschrijft in een rapport uit 2016 dat 23,934 proefmonsters van melk zijn getest in heel Europa. Slechts 38 (0,16%) van de proefmonsters zijn afgekeurd omdat deze niet aan de eisen voldeden. Geen daarvan waren afgekeurd vanwege een teveel aan hormonen.


Bij een negatieve uitslag van een proefmonster wordt de gehele lading melk vernietigd. Er zijn geen cijfers beschikbaar specifiek voor Nederland over hormonen in melk of over hormonen in kaas.


Kaas en het ontstaan van borstkanker:

Een Nederlands onderzoek uit 1989 laat zien dat vrouwen die Goudse kaas eten een kleinere kans hebben op het krijgen van borstkanker. Dit effect was zichtbaar per 60 gram kaas (3 plakken kaas). Bij deze enkele studie lijkt kaas dus te beschermen tegen borstkanker.


Een overzichtsstudie uit 2004 van alle studies die tot dan toe waren uitgevoerd laat echter geen duidelijke relatie zien tussen het eten van kaas en het ontstaan van borstkanker. Meerdere studies geven aan dat het gebruik van zuivel het risico op het ontstaan van borstkanker niet verhoogd.


Zuivel tijdens de behandeling van borstkanker:

Uit een verzameling van studies blijkt dat het veilig is om zuivel te gebruiken tijdens de behandeling van borstkanker.


Meer hierover leest u bij Hoe zit het met de oestrogeengehalten in diverse zuivelproducten?


Zuivel en het risico op nogmaals borstkanker:



Voeding en Kanker info - melkproducten en calcium



Bij één enkele studie bij bijna tweeduizend vrouwen met borstkanker, voornamelijk na de overgang, is gekeken naar de hoeveelheid en soort zuivel die deze vrouwen namen en hun kans om nogmaals borstkanker te krijgen of om te overlijden. Deze vrouwen zijn zes jaar gevolgd. Vrouwen die vette zuivelproducten namen, hadden een groter kans om te overlijden aan borstkanker. Ook leek bij deze vrouwen de borstkanker vaker terug te komen. De meeste van deze vrouwen aten echter weinig kaas. Hierdoor is het niet te zeggen wat de invloed van kaas is op het nogmaals krijgen van borstkanker. Het overzichtsrapport van het Wereld Kanker Onderzoek Fonds uit 2018 laat geen relatie zien tussen kaas en borstkanker.


Dierlijke vetten en borstkanker:


Voeding en kanker - Spek - verzadigd vet - rood vlees


Meer informatie hierover leest u bij dierlijke vetten en borstkanker. Dierlijke vetten geven zelf geen verhoogd risico op borstkanker. Het Wereld Kanker Onderzoek Fonds, die alle literatuur tot 2018 heeft bekeken, bevestigt dat er geen relatie bestaat tussen het eten van dierlijk vet en een hoger risico op het ontstaan van borstkanker.


Het eten van veel vette producten kan leiden tot overgewicht. Dat geldt dus ook voor het eten van kaas. Overgewicht is wél een belangrijke risicofactor voor borstkanker bij vrouwen na de overgang.


Adviezen over hoe u op een gezond gewicht kunt komen of blijven leest u op:

Hoe kan ik afvallen als ik door de behandeling te zwaar ben geworden?




Bron: www.voedingenkankerinfo.nl