Is het verstandig om bij kanker naast bisfosfonaten extra vitamine D te slikken ?

20-09-2018 17:10





Visolie - Capsules.


Dit hangt ervan af voor welke indicatie de bifosfonaten worden gegeven. Bifosfonaten zijn medicijnen die bij kanker worden voorgeschreven om:


  • Botontkalking, veroorzaakt door de behandeling van kanker, te verminderen. Bij deze behandeling wordt standaard vitamine D voorgeschreven.
  • Pijn in de botten en het risico op botbreuken bij patiënten met uitzaaiingen in de botten te beperken. In dit geval is het verstandig de hoeveelheid vitamine D in het bloed te laten controleren bij uw behandelend arts en indien nodig extra vitamine D te slikken.
  • Een hoog gehalte aan calcium in het bloed te behandelen in de laatste levensfase. Hierbij is het slikken van extra vitamine D niet aan de orde en kan zelfs negatief werken. 


Raadpleeg altijd uw arts voor u vitamine D gaat slikken bij bifosfonaten. Uw arts kan u adviseren over de dosering die u nodig heeft.



Normaal botweefsel:

Bot is weefsel dat gelijktijdig wordt opgebouwd en afgebroken. Daarvoor zijn twee soorten botcellen verantwoordelijk. Cellen die de botopbouw stimuleren (osteoblasten) en cellen die de botafbraak stimuleren (osteoclasten). Tot de leeftijd van ongeveer 35 jaar overheersen de botopbouwende cellen waardoor het botweefsel zijn stevigheid krijgt. Na deze leeftijd ontstaat er een balans tussen opbouw en afbraak. Bij het ouder worden krijgen de botafbrekende cellen geleidelijk aan de overhand. Dan kan osteoporose (botontkaling) ontstaan waardoor de botten brozer worden en de kans op botbreuken toeneemt.


Om botweefsel te herstellen en de afbraak ervan te vertragen is naast voldoende beweging ook voldoende calcium en voldoende vitamine D nodig. Vitamine D zorgt ervoor dat botweefsel het calcium uit het bloed kan opnemen. Daarnaast stimuleert vitamine D ook de opname van calcium uit de voeding en in de darm.


Botweefsel en kanker:

Door uitzaaiingen kunnen tumorcellen in het botweefsel terecht komen en daar verder groeien. Deze tumorcellen maken stoffen aan die de botafbrekende cellen stimuleren en overactief maken. Botafbraak vindt daardoor in een verhoogd tempo plaats. Dit kan leiden tot botpijn en een verhoogd risico op botbreuken.


Bifosfonaten zijn medicijnen die de botafbrekende cellen afremmen. Dit leidt ertoe dat de botafbraak afneemt, botpijn kan verminderen, de kans op botbreuken kan verminderen en de hoeveelheid calcium in het bloed kan dalen.


Bifosfonaten bij botontkalking veroorzaakt door de behandeling van kanker:

Bepaalde behandelingen voor kanker kunnen botontkalking veroorzaken. Voorbeelden hiervan zijn hormoontherapie, behandeling met corticosteroïden, en het vroegtijdig in de overgang komen door chemotherapie bij vrouwen met borstkanker. Bifosfonaten worden dan voorgeschreven om de botontkalking te beperken. Bij deze behandeling moet standaard vitamine D worden genomen. Overleg met uw arts welke dosering vitamine D voor u gewenst is.


Bifosfonaten bij uitzaaiingen in het bot:

Patiënten met de ziekte van Kahler of patiënten met uitzaaiingen in het bot waarbij geen sprake is van een hoog calcium gehalte in het bloed worden vaak behandeld met een onderhoudsbehandeling met bisfosfonaten. Deze onderhoudsbehandeling wordt gegeven om pijn in het bot en de kans op botbreuken te verminderen. Resultaten van een studie bij vrouwen met borstkanker met botontkalking of uitzaaiingen in het bot laat zien dat bijna 30% van deze vrouwen een lage hoeveelheid vitamine D in het bloed heeft. De auteurs raden dan ook aan om bij vrouwen met borstkanker, met name bij uitzaaiingen in het bot, routinematig de hoeveelheid vitamine D in het bloed te laten controleren en zo nodig vitamine D supplementen voor te schrijven. In een kleine studie bij patiënten met diverse vormen van kanker met uitzaaiingen in het bot die werden behandeld met bifosfonaten werd zelfs bij 98% van de patiënten een suboptimale hoeveelheid vitamine D in het bloed gezien. In een laatste studie worden 6 patiënten met verschillende vormen van kanker beschreven waarbij de behandeling met bifosfonaten heeft geleid tot een te lage hoeveelheid calcium in het bloed. Om deze complicatie te voorkomen wordt geadviseerd de hoeveelheid vitamine D in het bloed te controleren en indien nodig vitamine D supplementen voor te schrijven.


Bifosfonaten bij een hoog gehalte aan calcium in het bloed in de laatste fase van de ziekte:

Door uitzaaiingen in het bot kan door afbraak van botweefsel de hoeveelheid calcium in het bloed te hoog worden. Het calcium dat eerst in de botten zat komt dan in het bloed terecht. Deze verhoogde hoeveelheid calcium in het bloed wordt hypercalciëmie genoemd. Hypercalciëmie komt vaak voor in de laatste fase van de ziekte en geeft klachten zoals slechte eetlust, misselijkheid, braken, obstipatie (verstopping), veel plassen, dorst en vermoeidheid. Om de hoeveelheid calcium in het bloed te laten dalen en de klachten te verminderen kunnen bisfosfonaten worden ingezet.


De behandeling met bifosfonaten is dan in principe eenmalig. In deze situatie is er zeker geen indicatie voor het slikken van vitamine D supplementen. Extra vitamine D kan zelfs negatieve gevolgen hebben omdat daardoor de hoeveelheid calcium in het bloed juist kan stijgen met soms ernstige klachten tot gevolg.



Bron: www.voedingenkankerinfo.nl