Innovatieve behandelingen bij uitgezaaide darmkanker: zijn ze haalbaar en bieden ze verbeterde kwaliteit van leven?
Door de voortdurende ontwikkelingen in de behandeling van buikvliesuitzaaiingen bij darmkanker groeit de aandacht voor innovatieve therapieën die een balans zoeken tussen effectiviteit en kwaliteit van leven. Vincent van de Vlasakker, die vandaag promoveerde aan de Universiteit van Maastricht op dit onderwerp, onderzocht verschillende innovatieve methoden, zoals de PIPAC-behandeling.
Bij een PIPAC-behandeling wordt chemotherapie onder hoge druk verneveld in de buikholte. Dat zorgt voor een betere verdeling van het medicijn over het buikvlies. Zo worden de kankercellen effectiever bestreden. “Het grote voordeel van PIPAC is het een alternatief biedt voor de gebruikelijke chemotherapie via het infuus, terwijl het een minimaal invasieve ingreep is voor de patiënt. Je kunt de operatie uitvoeren via kleine openingen in de buik”, legt Van de Vlasakker uit.
In zijn promotieonderzoek richt Van de Vlasakker zich specifiek op CRC-PIPAC-II, een vervolgstudie waarbij de behandeling wordt gecombineerd met chemotherapie. “We wilden weten of die combinatie veilig en haalbaar is”, zegt hij. Uit het onderzoek blijkt dat deze gecombineerde aanpak haalbaar is en potentieel bijdraagt aan een betere controle over de ziekte.
Kwaliteit van leven:
Naast de medische veiligheid en effectiviteit is de impact op de kwaliteit van leven een van de belangrijkste onderwerpen in het promotieonderzoek. “Het is niet alleen belangrijk hoe lang je het leven van iemand kunt verlengen maar ook hoe iemand leeft,” benadrukt hij. “PIPAC wordt alleen gebruikt als palliatieve behandelmethode. Dat is erop gericht om mensen zich zo goed mogelijk te laten voelen als ze niet meer te genezen zijn. Daarom moet de behandeling daadwerkelijk bijdragen aan het comfort van de patiënt.”
In Nederland werd PIPAC in studieverband in slechts twee ziekenhuizen gegeven, terwijl het in het buitenland al veel wordt toegepast, legt Van de Vlasakker uit. “De centrale vraag is hoe effectief deze methode is en wat de impact is op de kwaliteit van leven van patiënten.?”
Uit de vragenlijsten die de patiënten invulden, bleek een opvallend patroon:
- Direct na een PIPAC-behandeling rapporteerden patiënten meer buikpijn dan bij een zwaardere chirurgische ingreep. Dit was onverwacht, omdat PIPAC minder ingrijpend zou moeten zijn.
- Deze pijn nam echter af na enkele weken, en andere aspecten van de kwaliteit van leven, zoals eetlust en algeheel welzijn, bleven stabiel of verbeterden zelfs.
- Bij combinatie met chemotherapie leek de buikpijn minder heftig te zijn dan bij PIPAC alleen, wat suggereert dat de gecombineerde aanpak voordelen kan hebben.
Volgens Van de Vlasakker zijn dit belangrijk inzichten om een goede behandelkeuze te kunnen maken. “We moeten eerlijk zijn tegen patiënten: PIPAC kan effectief zijn (al moet dat nog bewezen worden), maar het is geen pijnvrije behandeling. Patiënten ervaren meer eetlust en slapen beter, maar hebben ook veel meer buikpijn. Dit is belangrijke informatie voor patiënten en artsen om een goed geïnformeerde keuze te maken.”
Selectiecriteria voor gecombineerde behandelingen:
In een ander deel van zijn promotieonderzoek bekeek Van de Vlasakker patiënten die een combinatie kregen van een HIPEC-behandeling en een IORT. Bij een HIPEC worden tumoren in het buikvlies door een chirurg uit de buik verwijderd. Vervolgens wordt de buik gespoeld met chemotherapie. Bij IORT wordt tijdens een operatie de tumor in de endeldarm met een hoge dosis heel nauwkeurig bestraald. “Een combinatie van die twee is zeldzaam en wordt in het algemeen beschouwd als ongeneeslijke ziekte. Dat gaat echt om een zeer kleine groep patiënten voor wie de behandelmogelijkheden beperkt zijn. Het zijn twee behandelingen waar het Catharina Ziekenhuis gespecialiseerd in is.”
“De resultaten suggereren dat deze gecombineerde en zeer intensieve behandeling een haalbare optie is voor die kleine groep patiënten. Hoewel het om twee zware ingrepen zijn, was de gemiddelde overleving vergelijkbaar met patiënten die slechts één van beide aandoeningen hadden.”
Hoewel het om twee zware ingrepen zijn, was de gemiddelde overleving vergelijkbaar met patiënten die slechts één van beide aandoeningen hadden
De onderzoeker hoopt dat zijn onderzoek bijdraagt aan een betere behandeling van patiënten met darmkanker die uitgezaaid is naar het buikvlies. “We hebben veelbelovende technieken in handen, maar we moeten kritisch blijven kijken naar de effecten, zowel medisch als op de kwaliteit van leven. Uiteindelijk draait het allemaal om de patiënten en wat voor hen de beste keuze is.”
Bron: www.catharinaziekenhuis.nl