Innovatie in blaaskankerzorg biedt patiënten uitzicht op betere kwaliteit van leven.
De afgelopen tien jaar zijn er grote stappen gezet in de behandeling van blaaskanker. Waar vroeger het verwijderen van de blaas de standaard was, zijn er tegenwoordig steeds meer alternatieven. Een combinatie van chemotherapie en bestraling biedt voor veel patiënten een effectief en minder ingrijpend alternatief. Daarnaast heeft de introductie van de operatierobot niet alleen gezorgd voor minder belastende operaties, maar ook voor nieuwe technieken die de seksuele functies beter behouden.
De DaVinci Xi-operatierobot maakt uiterst precieze ingrepen mogelijk. Hier gedemonstreerd met een mandarijn.
Door: Douwe Biesma, voorzitter raad van bestuur.
Tot tien jaar geleden was een open cystectomie – het volledig verwijderen van de blaas via een grote buikoperatie – de standaardbehandeling bij spierinvasieve blaaskanker, waarbij de tumor in de spierwand van de blaas is doorgedrongen. Deze operatie ging standaard gepaard met het verwijderen van andere organen: bij vrouwen bijvoorbeeld de baarmoeder, eierstokken en een deel van de vaginawand, en bij mannen de prostaat. Hoewel dit de kans verkleint dat er tumorweefsel achterblijft, waren erectiestoornissen bij de man en verkorting van de vagina bij de vrouw onvermijdelijke bijwerkingen.
Met de komst van de DaVinci Xi-operatierobot is de aanpak aanzienlijk verfijnd. De robot heeft vier armen, die de chirurg bestuurt vanuit een module. De instrumenten die aan de armen zitten, gaan via vier kleine gaatjes naar binnen. Deze methode zorgt voor kleinere wonden, minder bloedverlies en een kortere hersteltijd bij de patiënt. Daarbij maakt de robot (op de foto gedemonstreerd met een mandarijn) uiterst precieze ingrepen mogelijk, zelfs op moeilijk bereikbare plaatsen. Hierdoor kunnen zenuwen en organen die belangrijk zijn voor seksuele functies vaker worden gespaard. Als de tumor gunstig ligt, biedt dit hoop op een betere kwaliteit van leven na de operatie.
Multidisciplinaire samenwerking: de patiënt centraal:
Een ander belangrijke verandering is de manier waarop behandelplannen worden gemaakt. Vroeger werd dit door één specialist gedaan, de uroloog. Nu bespreken een uroloog, oncoloog en een radiotherapeut samen met de patiënt de mogelijkheden. Dit leidt niet alleen tot beter afgestemde behandelingen, maar ook tot een efficiënter proces. Zo is de tijd tussen doorverwijzing en het vaststellen van een behandelplan bij het LUMC flink verkort.
Voor veel patiënten is er keuze tussen een operatie of chemoradiatie, met vergelijkbare kansen op genezing. Niet iedereen heeft deze keuze, bijvoorbeeld als de blaas al veel klachten geeft of de tumor te groot is. Toch zorgt het gezamenlijk bespreken van opties voor een beter afgestemde behandeling en een snellere start van het traject.
Samenwerking binnen het Blaaskankernetwerk:
In januari is op initiatief van het het Antoni van Leeuwenhoek, het Amsterdam UMC, het LUMC en hun partnerziekenhuizen het Blaaskankernetwerk opgericht. Deze samenwerking richt zich op het verbeteren van kwaliteit, onderzoek en opleiding in blaaskankerzorg. Binnen dit supraregionale netwerk maakt het niet meer uit in welk ziekenhuis een patiënt binnenkomt: dezelfde hoge standaard van zorg wordt overal geboden, inclusief toegang tot experimentele behandelingen in studieverband.
Voor patiënten in West-Nederland betekent dit dat zij voor hoogwaardige zorg niet meer naar ziekenhuizen buiten de regio hoeven. Dat het LUMC en het Antoni van Leeuwenhoek elkaars patiënten bespreken tijdens gezamenlijke multidisciplinaire overleggen (MDO’s) is een mooi voorbeeld van hoe expertise in de praktijk gebundeld wordt en de kwaliteit verhoogt.
Een blik op de toekomst:
Met alle innovaties en samenwerkingsverbanden ben ik ervan overtuigd dat we de zorg voor blaaskankerpatiënten steeds verder verbeteren. Het LUMC blijft zich inzetten om patiënten niet alleen de beste behandeling te bieden, maar ook de snelste en meest toegankelijke zorg in onze regio.
Bron:www.lumc.nl/actueel