Ingrid ziet slecht door haar uitgezaaide longkanker.

Uit onderzoeken in het ziekenhuis bleek dat ik niet-kleincellige longkanker had, in stadium 3 of 4. De artsen wisten niet zeker welk stadium het was. Ze dachten eerst stadium 3, maar dat is later bijgesteld naar stadium 4. Ik had een uitzaaiing in mijn hoofd en die zorgde dat ik zo slecht zag. De uitzaaiing zat op één plek waardoor ze het met een precisiebestraling konden behandelen. Een van de bijwerkingen van precisiebestraling is epilepsie. En jammer genoeg kreeg ik die ook. Ik was thuis toen ik de eerste epileptische aanval kreeg. Mijn dochter was erbij en die was natuurlijk enorm geschrokken. Gelukkig heb ik daarna geen epileptische aanvallen meer gehad.
Mobiele immuuntherapie:
Niet meer autorijden:
Ondanks dat mijn zicht nu 90% is, is het beeld wel vervormd. Bij het lezen zie ik bijvoorbeeld maar een paar woorden van een zin. Ook zie ik de gezichten van mensen niet altijd goed. Ik durf dan ook geen auto meer te rijden. Ik wil niet het risico lopen dat ik iemand aanrijd. Ik reis nu met het openbaar vervoer. Ook dat is best inspannend, omdat ik zo slecht zie. Maar het weerhoudt me er niet van om dingen te ondernemen en van het leven te genieten.
Vrijwilligerswerk:
Levensmotto:
Mijn lijfspreuk is: In iedere dag zit een klein feestje. Hoe beroerd je je ook voelt. Dat was al mijn levensmotto voordat ik ziek werd. Ik geloof daar echt in. Als je namelijk positief blijft, worden er stofjes aangemaakt in je lichaam waardoor je je weer beter voelt. Ik kan echt genieten van hele kleine dingen.”
Bron: www.longkankernederland.nl/ervaringsverhalen