Impact van urineverlies na operatie of bestraling bij prostaatkanker.
Eén op de drie mannen die na een operatie of bestraling voor prostaatkanker urineverlies heeft, ervaart altijd of vaak negatieve invloed van urineverlies op het gebied van seksualiteit en intimiteit en bij onderweg zijn. Daarnaast maakt het urineverlies een kwart van de mannen onzeker en een op de vijf mannen schaamt zich ervoor. Dit blijkt uit de Doneer Je Ervaring-peiling van de Prostaatkankerstichting onder 974 mannen die na een operatie of bestraling voor prostaatkanker te maken kregen met urineverlies.
Uit onderzoek is bekend dat urineverlies vaker voorkomt bij mannen die voor prostaatkanker worden geopereerd dan bij mannen die voor prostaatkanker worden bestraald. Daarnaast bleek uit de peiling dat het urineverlies zich vaak uit ook op een andere manier. Respondenten die als eerste behandeling een operatie hadden, gaven vaker aan dat zij urineverlies hebben bij sporten, bewegen, bukken, als ze schrikken, hard moeten lachen of spontaan verlies, dan respondenten die bestraling als eerste behandeling hadden. Bestraalde respondenten geven op hun beurt weer vaker aan urineverlies te ervaren als zij erg nodig moeten en na het plassen (nadruppelen), dan geopereerde respondenten.
Impact op dagelijks leven:
In de peiling geeft 39 procent van de respondenten aan dat hun urineverlies na de operatie of bestraling voor prostaatkanker langer dan 2 jaar duurde. Respondenten bij wie het urineverlies langer duurt of die meer urine verliezen, ervaren vaker een negatieve invloed op het dagelijks leven dan respondenten met korter of minder urineverlies. Dit kwam vooral naar voren bij seksualiteit en intimiteit, onderweg zijn, hoe iemand zich voelt en tijdens sporten. “Als je een natte broek hebt in de winkel, dat het gewoon blijft lopen en er geen houden aan is, voel je je wel machteloos en onzeker”, zegt een respondent. Daarnaast zien we dat respondenten die als eerste behandeling een operatie hadden vaker aangeven een negatieve invloed te ervaren op het dagelijks leven dan respondenten die bestraald zijn.
Informeren helpt bij omgaan met urineverlies;
De meerderheid van de respondenten (82%) is vóór de start van de operatie of bestraling door een ziekenhuis geïnformeerd over urineverlies. Aan twee derde (64%) van de respondenten heeft een ziekenhuis ook verteld wat zij kunnen doen tegen urineverlies. Bijna driekwart (71%) van de respondenten die als eerste behandeling een operatie hadden geeft aan dat een ziekenhuis hen geadviseerd heeft om vóór de start van de operatie te starten met bekkenfysiotherapie. Respondenten die vooraf geïnformeerd zijn, zijn tevredener over de aandacht van hun ziekenhuis voor urineverlies en ervaren minder vaak een negatieve invloed van urineverlies in hun dagelijks leven dan respondenten die niet vooraf geïnformeerd zijn. Bovendien ervaren geïnformeerde mannen vaker begrip van hun omgeving, kunnen vaker goed praten over hun urineverlies, ze kunnen er vaker goed mee omgaan en zijn er minder vaak onzeker over dan mannen die niet vooraf zijn geïnformeerd.
Behandeling om urineverlies te verminderen:
De peiling laat zien dat 83% van de respondenten hulpmiddelen of behandelingen heeft (gehad) om het urineverlies door de operatie of bestraling voor prostaatkanker te verminderen; 17% heeft niets gedaan of geprobeerd. Van de respondenten die wel iets geprobeerd hebben, geeft 87% aan dat het om bekkenbodemoefeningen ging. Iets meer dan de helft van de respondenten die bekkenbodemoefeningen heeft gedaan, vindt dat deze goed of voldoende hielpen.
De Prostaatkankerstichting gaat met de beroepsvereniging van respectievelijk de urologen en radiotherapeuten (NVU en NVRO) en met (netwerk)ziekenhuizen in gesprek over de verbeterpunten die uit deze peiling naar voren komen, waarbij informatievoorziening en netwerksamenwerking expliciete aandachtspunten zijn.