‘Iedereen was ontzettend aardig voor me’.

25-10-2024 15:49

 

 

 

 

 

‘Het moet nog een beetje indalen, zo snel is het allemaal gegaan.’ Aan het woord is An van Houten uit Zwolle. In juli kreeg ze te horen dat ze borstkanker had. Drie weken later werd bij haar in het Isala Behandelcentrum een kleine tumor van ongeveer 4 millimeter verwijderd. ‘Het is natuurlijk niet leuk waar je voor komt. Dan is het heel prettig als de verpleegkundigen en arts zo aardig voor je zijn.’

 

 

Portret van An van Houten in haar woning

 

 

 

Dankzij het bevolkingsonderzoek werd bij An een afwijking in de borst ontdekt. Een week later zat ze op de Mammapoli in Isala, waar verschillende onderzoeken plaatsvonden. Toen bleek dat ze inderdaad borstkanker had, was dat een behoorlijke schok. Meestal voelt ze namelijk haarfijn aan als er iets met haar lichaam aan de hand is. ‘Dat was nu niet zo, ik had helemaal niets gevoeld. Dat vond ik wel even lastig om te accepteren. Maar vrij snel daarna kon ik de knop weer omzetten. De arts vertelde mij dat de tumor klein was en bovendien goed te verwijderen. Ik had vertrouwen in een goede uitkomst en heb nooit gedacht dat ik hier dood aan zou gaan, ondanks het feit dat 1 van mijn zussen wel is overleden aan borstkanker. Mede daarom was mijn familie wel bang. Ik heb hen zo goed mogelijk proberen te troosten en te overtuigen dat ze voorlopig nog niet van me af waren.’

 

 

Een goede ervaring:

Drie weken na de uitslag meldde de Zwolse zich bij het Behandelcentrum voor een dagopname. ‘Het klinkt een beetje gek om te zeggen bij zoiets, maar mijn ervaring was gewoon heel goed. Ik had me voorbereid, want eerder had ik van de regieverpleegkundige al allerlei informatie ontvangen. Ik ben nu eenmaal zo’n iemand die alles doorleest. Daardoor wist ik goed wat me te wachten stond en wat ik bijvoorbeeld moest doen als er na de operatie bepaalde klachten zouden optreden. Ik kwam ‘s ochtends aan bij het Behandelcentrum en werd opgevangen door een hele aardige verpleegkundige. Iedereen op de afdeling was trouwens ontzettend aardig. Na het opnamegesprek werd ik weer teruggebracht naar de kamer, waar ik nog even rustig kon zitten. Een half uurtje later kwam de verpleegkundige al, om aan te geven dat ik me kon omkleden en in bed kon gaan liggen. Vervolgens werd ik aangesloten op allerlei apparatuur en kwam de arts nog even naar mij toe om met me te praten.’

 

 

Rond etenstijd weer thuis:

‘Het werd even vervelend toen ik op de operatietafel lag en de verdoving werd ingespoten. Waarschijnlijk had die plotselinge pijn te maken met het feit dat het middel in een hele dunne ader terechtkwam. Gelukkig viel ik snel in slaap en kreeg ik niets meer mee. Even later werd ik wakker op de uitslaapkamer en was ik al snel weer helemaal bij. Rond etenstijd was ik weer thuis.’ Niet alleen de tumor maar ook de poortwachtersklier, die bij An onder de oksel zat, is weggehaald. ‘Toen ik naar huis ging kreeg ik nog een kussen mee in de vorm van hart. Om onder mijn arm te leggen als ik last zou krijgen. Heel attent. Die heb ik niet nodig gehad want ik heb er weinig hinder van ondervonden. Sowieso heb ik tijdens en na de verschillende ingrepen nauwelijks pijn gehad, wat me verbaast.’

 

Vermoeidheid is er nog wel. Misschien vanwege de bestralingen, maar misschien ook wel door alle gebeurtenissen van de laatste tijd. ‘Ik kom nu pas een beetje tot rust. Er is een korte tijd veel gebeurd, het moet allemaal nog een beetje indalen. Aan de andere kant heb ik ook zin om het gewoon achter me te laten en weer verder te gaan. Ik had kanker en nu heb ik het niet meer.’

 

 

 

Bron: www.isala.nl/nieuws