Hoop en perspectief na een kankerdiagnose.

13-11-2024 17:02

 

Auteur: Redactie Wereld Kanker Onderzoek Fonds.

 

 

Portretfoto van Monique Smeets

 

 

Het verhaal van Monique Smeets.

Monique Smeets is lid van het panel van ervaringsdeskundigen van het Wereld Kanker Onderzoek Fonds. Vorig jaar kreeg zij de diagnose borstkanker. Ze deelt haar verhaal van hoop en perspectief na een kankerdiagnose.

 

 

Het beeld van kanker is, dat je heel ziek wordt. Mijn ervaring is anders. Ik wist niet dat een kankerbehandeling ook mee kan vallen en dat je dan misschien zelfs kunt doorwerken.  De herkenning in verhalen van anderen hebben mij na mijn diagnose borstkanker namelijk erg geholpen en ik vind het daarom belangrijk om mijn verhaal te delen.

 
 

Diagnose:


“Nadat ik een knobbeltje in mijn borst ontdekte ben ik naar de huisarts gegaan. Zij verwees me naar het ziekenhuis. Het stellen van de diagnose daar was geen prettige ervaring. De communicatie was slecht, er werd over mij gepraat, niet mét mij.
 

Gelukkig kon ik alles goed bespreken met mijn huisarts. Ik merkte hoe belangrijk het is dat ik bij mijn huisarts terecht kon voor steun. Met haar kon ik de behandeling en zaken die ik lastig vond bespreken. Ze hielp me bij het nemen van besluiten en het maken van een plan. Dat gaf mij weer overzicht en het gevoel van regie over mijn leven.

 

Ik had een tumor die klein en goed te behandelen was. Mijn behandeling bestond uit een borstsparende operatie, die goed verliep, met daarna bestraling in het Erasmus MC. Daar heb ik hele goede ervaringen gehad, met prettige duidelijke uitleg over wat ik kon verwachten en wat ik moest doen. Met al mijn vragen kon ik terecht, zoals over mijn huidproblemen bij de bestraling.”
 
 

Werken:

“Na de diagnose en tijdens de behandeling ben ik blijven werken. Eerst ongeveer 50%, om fit te starten en de behandelingen met het werk te kunnen combineren. Ik heb me al die tijd nooit echt ziek gevoeld.

 

Mijn bestraling plande ik vroeg in de ochtend en ik dacht dan ‘de rest van de dag is van mij’. ‘s Avonds lag ik wel om 21:00 uur moe in bed hoor en dit heeft een paar maanden geduurd. Het was belangrijk om ook rust te pakken.
 

Ik had geen wild leven maar het ging goed. Dit kwam ook omdat in mijn herstelplan voldoende tijd was gemaakt voor leuke dingen. Eens per week hadden we iets gepland: een leuke lunch, wandelen of naar de film. Ik telde de bestralingen af en ging al snel daarna weer volledig werken.

 

Het deels blijven werken was prettig om betrokken te blijven bij het werk en om afleiding en structuur te hebben. Het werkritme hielp me in het ritme te blijven en niet in de piekerstand te komen.”
 
 

Plan:

“Wat ook ontzettend hielp was dat ik van tevoren met een vriendin een plan had gemaakt. Ik had bedacht wie ik in de vier maanden van mijn behandeltraject om me heen wilde hebben. En er waren drie dingen belangrijk: het ziekenhuis, werk, en in ieder geval één keer per week iets leuks doen.

 

Die vriendin heeft een appgroep en een overzicht gemaakt met wie waarbij kon helpen of iets leuks met me ging doen. Zo verzorgden zij de communicatie met mijn omgeving en telkens ging iemand mee naar het ziekenhuis. Ze organiseerden elke week iets leuks; samen eten of een (klein) uitje in mijn omgeving zoals een ijsje eten.
 

Zelf regelde ik dat mijn boodschappen op een vast moment in de week werden bezorgd. Dat alles scheelde een hoop energie. En die kon ik daardoor weer aan iets leuks besteden. Deze structuur en de rust die dat bracht heeft me erg geholpen en me bewust gemaakt van de waarde van het maken van tijd om iets leuks te doen in de behandelperiode!”

 

 

Omgaan met ..


“Toen alles weer een beetje achter de rug was merkte ik dat ik last had van de minder prettige ervaring in het ziekenhuis waar de diagnose was gesteld. Ik wilde echt naar een ander ziekenhuis voor de vervolgcontroles.
 

Mijn huisarts heeft me geholpen bij het vinden van een ander ziekenhuis. Ook heb ik met een psycholoog een aantal gesprekken gevoerd over de minder prettige ervaringen. Dit was heel fijn en hierdoor heb ik dit een plek kunnen geven, waardoor ik er nu geen last meer van heb.

 

Wel merk ik dat er iets is veranderd in mijn leven. Dit is het besef dat je ook ziek kan worden, en dat je leeft met een bepaalde onzekerheid en daarin moet ik mijn weg vinden.”
 
 

Betrouwbare bronnen:

“Als het gaat over ziekte en gezondheid vind ik het belangrijk om een beperkt aantal betrouwbare bronnen te gebruiken bij het vormen van mijn mening en het maken van keuzes tijdens en nu na afloop van de behandeling. Goedbedoelde meningen en adviezen van vrienden en familie kun je naar mijn mening het best vriendelijk negeren.

 

Ik heb veel steun gehad van de informatie op de website van de Borstkankervereniging waar veel ervaringsverhalen en praktische info staat. Ook het boek Alles over borstkanker van specialisten van het Antoni van Leeuwenhoek is onmisbaar en voor wat betreft voedingsvragen bij en na kanker is de prettig geschreven en onafhankelijke en duidelijke website van het Wereld Kanker Onderzoek Fonds – wkof.nl/voedingenkanker erg belangrijk.
 

Het is goed om je eigen mening te vormen en deze informatie heeft mij hierin geholpen en gerustgesteld; nu weet ik wat goed is voor mij en wat ik kan doen en ook waar ik kan aankloppen als het nodig is.”

 

Tot slot:

“Kijk goed naar de feiten van je diagnose. Je schrikt heel erg, maar soms valt het eigenlijk mee. Bij de vorm van kanker die ik had in dit stadium, hoeft de grond niet onder de voeten te verdwijnen. Door de focus tijdens de behandeling te leggen op wat wel kan, bleef ik de regie houden. Het blijven doorwerken en de steun van professionals en vriendinnen zijn daarbij essentieel gebleken. Het leven na kanker hoeft niet wezenlijk anders te zijn.”
 
 

Dit is een persoonlijk verhaal dat gaat over de eigen ervaringen en visie van de persoon die het verhaal deelt. Het verhaal kan daardoor informatie bevatten die kan afwijken van de standpunten, voorlichting en adviezen van het Wereld Kanker Onderzoek Fonds.

 

 

Bron: www.wkof.nl