Hoe wordt chemotherapie gegeven?
07-05-2014 20:49
Chemotherapie kan op verschillende manieren worden gegeven.
De medicijnen die cellen doden of de celdeling remmen (cytostatica) kunnen worden ingenomen of toegediend:
- via de mond: tabletten of capsules
- via een injectie onder de huid of in een spier
- rechtstreeks in een ader of slagader: met een injectie of via een infuus
- via de huid: crème
- in het ruggenmerg: met een injectie
- in een lichaamsholte: via een katheter (flexibel slangetje) wordt vloeistof toegediend, bijvoorbeeld een blaasspoeling.
C
hemokuur:
Chemotherapie bestaat meestal uit een serie toedieningen en een rustperiode: een chemokuur. Dit wordt ook wel een cytostaticakuur genoemd. De tijdsduur van het toedienen van de cytostatica kan variëren van 5 minuten tot enkele dagen. Het is ook mogelijk dat u continu cytostatica krijgt.
Hierna volgt een rustperiode waarin u geen cytostatica krijgt. Dit kan variëren van een dagen tot een aantal weken. De chemokuur wordt gegeven op de dagbehandeling van het ziekenhuis. Soms is voor een chemokuur opname in het ziekenhuis nodig. Cytostatica in de vorm van tabletten of capsules kunt u thuis innemen.
Hierna volgt een rustperiode waarin u geen cytostatica krijgt. Dit kan variëren van een dagen tot een aantal weken. De chemokuur wordt gegeven op de dagbehandeling van het ziekenhuis. Soms is voor een chemokuur opname in het ziekenhuis nodig. Cytostatica in de vorm van tabletten of capsules kunt u thuis innemen.
Duur van de behandeling:
De duur van de behandeling hangt af van:
- de reden van het toepassen van chemotherapie
- het toedieningsschema waarin de cytostatica worden gegeven
- de dosering van de cytostatica
- de soort cytostatica
- de ernst van eventuele bijwerkingen
- het resultaat van de behandeling
Plaatselijke toediening:
Chemotherapie kan plaatselijk worden toegediend. Dat houdt in dat de plaats waar de tumor zit wordt behandeld met chemotherapie.
Voorbeelden van plaatselijke toediening zijn:
- blaasspoeling bij blaaskanker
- HIPEC bij dikkedarmkanker
- regionale perfusie bij melanoom of wekedelentumoren
Richtlijnen voor hygiëne:
Na een chemokuur kunnen resten celdodende medicijnen (cytostatica) voorkomen in:
- braaksel
- drainvocht
- ontlasting
- transpiratie
- urine
- wondvocht
Gedurende enige tijd, afhankelijk van de gebruikte cytostatica, is het dan ook aan te bevelen om met deze uitscheidingsproducten extra voorzichtig te zijn. Het advies aan mannen is bijvoorbeeld om zittend te plassen, om spetteren te voorkomen.
Het is (nog) niet duidelijk of sperma of vaginaal vocht sporen van cytostatica kunnen bevatten. Ook bestaan er geen richtlijnen over condoomgebruik tijdens en vlak na de chemokuur.
Als u vragen heeft, informeer dan bij uw behandelend arts of verpleegkundige naar de adviezen van het ziekenhuis waar u behandeld wordt.
Het is (nog) niet duidelijk of sperma of vaginaal vocht sporen van cytostatica kunnen bevatten. Ook bestaan er geen richtlijnen over condoomgebruik tijdens en vlak na de chemokuur.
Als u vragen heeft, informeer dan bij uw behandelend arts of verpleegkundige naar de adviezen van het ziekenhuis waar u behandeld wordt.
Bron: www.kanker.nl