“Meer mensen met een erfelijke aanleg voor kanker opsporen, zodat je eerder kunt ingrijpen en niet wacht totdat er daadwerkelijk kanker geconstateerd wordt. Dát is het hogere doel van de afdeling Klinische Genetica van het Antoni van Leeuwenhoek. Het moet efficiënter, drempels moeten lager en daarvoor is onderzoek nodig en moeten we op een andere manier gaan werken”, vertelt Lizet van der Kolk, afdelingshoofd Klinische genetica. “Daarom hebben we hoogleraar Klinische Oncogenetica Margreet Ausems uit het UMC Utrecht gevraagd om ons team te versterken. En dat is gelukt; sinds 1 januari  2025 werkt zij één dag in de week in het AVL.”

We willen nieuwe manieren vinden voor het opsporen en informeren van mensen met een erfelijke aanleg voor kanker. En daar is wetenschappelijk onderzoek voor nodig, zodat we zeker weten dat het werkt.

Lizet van der Kolk - Afdelingshoofd Klinische genetica

Nieuwe projecten:

Het enthousiasme is van de gezichten van beide vrouwen af te lezen en ze vertellen over de ambities en doelen die ze gezamenlijk hebben. “Ik kijk er erg naar uit. Ik wil veel nieuwe projecten starten”, steekt Margreet Ausems van wal. “Mijn ambitie is dat meer behandelend artsen en verpleegkundig specialisten zelf aanvragen voor een DNA-test doen, in plaats van patiënten door te verwijzen naar de klinisch geneticus. Zo kun je de drempel verlagen voor mensen die voor een DNA-test in aanmerking komen. Vaak denken collega’s dat genetica heel ingewikkeld is om uit te leggen aan mensen en dat het veel tijd kost. Maar uit onderzoek van mijn groep blijkt dat dit helemaal niet zo is. We willen dat behandelaars alerter zijn op een verhoogde kans op een erfelijke aanleg voor kanker bij hun patiënten en dat ze dit bespreekbaar maken. En als een patiënt met bijvoorbeeld borst- of prostaatkanker is getest en er een erfelijke aanleg is gevonden, dan is het van belang dat diegene snel bij de klinisch geneticus komt. Daar is dan alle tijd voor uitleg over de gevolgen van de erfelijke aanleg voor de patiënt en de familie.“

“Door de jaren heen zijn er steeds meer genen gevonden met een verhoogde kans op kanker. Zo’n gesprek over erfelijkheid is soms lastig, ook omdat het gevolgen kan hebben voor andere familieleden. Ik pleit er ook voor om meer aandacht te hebben voor patiënten met lagere gezondheidsvaardigheden en uit een lagere sociaaleconomische klasse. Uit ons eerdere onderzoek weten we dat DNA-onderzoek voor hen minder toegankelijk is. Het is belangrijk dat behandelaars zich bewust zijn van deze ongelijke toegang. Met verschillende projecten wil ik bijdragen aan gelijke kansen op DNA-onderzoek. Hierbij wil ik ook de huisartsen nog meer betrekken, want zij krijgen ook veel vragen van patiënten en hun familieleden.”

Mijn ambitie is dat meer behandelend artsen en verpleegkundig specialisten zelf aanvragen voor een DNA-test doen, in plaats van patiënten door te verwijzen naar de klinisch geneticus.

Margreet Ausems - hoogleraar Klinische Oncogenetica en klinisch geneticus

Veel effectiever:

Lizet van der Kolk: ”We willen nieuwe manieren vinden voor het opsporen en informeren van mensen met een erfelijke aanleg voor kanker. En daar is wetenschappelijk onderzoek voor nodig, zodat we zeker weten dat het werkt. En als het werkt, willen we deze kennis ook graag delen met andere ziekenhuizen. Het voelt alsof we nog meer uit de startblokken komen met Margreet erbij. Daar word ik heel blij van.”

Margreet Ausems: ”Constateren dat projecten blijken te werken en dat we zien dat het tot verbetering van de zorg leidt, dat vind ik echt fantastisch. Ik was altijd al betrokken bij onderzoek van collega’s in het AVL en het NKI, maar nu kan ik vanuit hier echt iets bijdragen en is het ook veel gemakkelijker om samen te werken. We kunnen nu nog effectiever zijn.”  

Bron: www.avl.nl/nieuwsberichten