Het blijft toch je familie.
Auteur: Cora Aalfs - medischcontact.nl/opinie/blogs-columns
Blog: Marloes (58) heeft nooit een DNA-test gedaan vanwege haar broer en zus.
Nog maar 36 jaar was ik toen ik onder de douche een bultje voelde. Meteen wist ik dat het niet goed was. Alle vrouwen in mijn familie krijgen namelijk borstkanker. Wel was ik geschokt dat het nu al gebeurde, ik was nog zo jong.
Mijn moeder was direct in alle staten toen ze het hoorde. Dat raakte mij diep, want mijn moeder was, net als mijn broer en zus, autistisch. Een normaal contact met haar heb ik nooit gehad, en nu liet ze toch zien dat ik belangrijk voor haar was. Ze kwam me zelfs opzoeken in het ziekenhuis.
Ook mijn broer en zus kunnen moeilijk omgaan met alles wat hun leven verstoort. Toen ik mijn broer vertelde dat ik borstkanker had, stapte hij in de auto en reed weg. Mijn zus ontkent nog steeds dat ik ooit ziek ben geweest. In feite heb ik nooit echt een broer en zus gehad. En door de chemotherapie is het zo gelopen dat een zwangerschap voor mij niet was weggelegd. Gelukkig heb ik wel een heel goede band met de kinderen van mijn broer en zus. Een aantal van hen hebben zelfs langere tijd bij mij gewoond, vanwege alle problemen thuis. Daardoor zijn zij nu gelukkig ook een beetje mijn kinderen.
Voor hen heb ik ook echt wel een DNA-test naar borstkanker overwogen, toen de dokter daarop aandrong. De zoon van mijn tante heeft me zelfs nog een keer speciaal gebeld om te vragen of ik mee wilde doen aan erfelijkheidsonderzoek. Ik begrijp heus wel dat het belangrijk is hoor, maar ik weet dat ik dan een probleem krijg met mijn broer en vooral met mijn zus. Zij hebben hun handen vol aan hun eigen leven. Als hun dagelijkse houvast wordt doorbroken door een onzekere kans op borstkanker, dan maak ik het nog moeilijker. Bovendien, niemand zit te wachten op mensen met een erfelijke aanleg voor kanker. Ik denk dat het dan heel lastig wordt om een baan te krijgen of een huis te kopen, dat soort dingen. En ook al zeggen mensen dat het geen kwaad kan, ik weet gewoon dat het wel problemen oplevert, zeker als je jong bent. Het voelt als een brandmerk waar je nooit meer vanaf komt.
Mijn zus zie ik nog één keer per jaar. Op nieuwjaarsdag, want dan eten we met de hele familie in een landhuis, geïsoleerd van andere mensen. Ik vermijd de stoel recht tegenover haar, want ze zegt dat ze een hekel heeft aan mijn scherpe, doordringende blik. Ook zorg ik ervoor dat ik de kinderen al op de parkeerplaats begroet, zodat niemand zich hoeft te storen aan ons geknuffel.
Mijn vriendinnen vragen mij weleens waarom ik al die moeite nog doe. Maar ja, het is toch je familie. En ik geniet enorm van de kleinkinderen, vooral als ik zie hoe lief en zorgzaam zij met elkaar omgaan. Dat maakt dan weer een beetje goed wat ik in mijn jeugd allemaal heb gemist.
Bron: www.medischcontact.nl