Gezocht: een warme, huiselijke plek om met lotgenoten te praten. ‘Een op de twee Nederlanders krijgt te maken met kanker’.
Auteur: Bien Borren - parool.nl/amsterdam
Maureen Limpens met haar echtgenote Annelies Wouters.
Beeld Eva Plevier.
Na een paar emotionele dagen besloot Wouters de situatie te omarmen om zo het proces tegemoet te kunnen treden. “Ik kon vrij snel een knop omzetten,” zegt ze.
Limpens: “Dat kon je al na een week, dat vond ik echt heel erg knap.”
Huiskamerproject:
Terwijl Wouters met de behandeling begon, stond Limpens langs de zijlijn. “Ik bewonder Annelies en haar mentaliteit, maar we zijn verschillende types. Waar zij haar blik op de toekomst richtte, schoot ik in de angst. Ik dacht: ik raak haar kwijt.”
Limpens wilde haar partner niet belasten met haar eigen zorgen. “Ik wilde er continu voor haar zijn, dus die angsten kropte ik op.”
Limpens merkte na een tijdje dat ze ergens heen wilde waar ze over haar angsten kon praten. “Vanuit het ziekenhuis kom je dan in contact met een medisch maatschappelijk werker, en daarna ben ik bij een psycholoog terechtgekomen. Dat is allemaal heel fijn, maar waar ik steeds meer behoefte aan kreeg, waren mensen die in hetzelfde schuitje zitten.”
Tot haar grote verbazing kon Limpens in Amsterdam niets vinden: geen praatgroep, geen contactpersoon, geen ontmoetingsplek voor lotgenoten. “Dat vind ik echt bizar. Dit is de hoofdstad van Nederland, er wonen heel veel mensen: hier is vast en zeker vraag naar.”
Uiteindelijk vond ze een huiskamerproject in Amstelveen. “Je ontmoet er mensen die ook met kanker te maken hebben en ze organiseren van alles, maar je hoeft niets. Het is heel laagdrempelig. Dat maakt het ook zo fijn. Eindelijk waren er mensen die ik kon vragen hoe zij omgaan met hun angst, met onzekerheden rond nieuwe controles of als de tumormarkers weer stijgen: het was fijn om met iemand te praten búíten het ziekenhuis. Daar is alles zo beladen, in zo’n huiskamer is die zwaarte even wat minder.”
Psychosociale zorg:
Van der Weiden verbaasde zich erover dat binnen de Ring een plek ontbreekt die zich richt op psychosociale zorg. “Een op de twee Nederlanders krijgt linksom of rechtsom te maken met kanker. Dat zijn in Amsterdam een hoop mensen: voor hen willen we dit huis opzetten, waar de toegang laagdrempelig is en je je verhaal kwijt kunt.”
De locatie is inmiddels gevonden, maar om een stichting op te richten zijn financiën nodig. Van der Weiden: “We hebben 5000 euro nodig voor de inschrijving bij de KvK, de notaris, de inrichting en de website. Daarna kunnen we fondsen om geld vragen, maar dat gaat niet zonder die eerste stap.”
Limpens en Wouters scharen zich volmondig achter het initiatief van Van der Weiden. Limpens: “Deze plek moet er echt komen, het heeft mij heel erg geholpen.”
Wouters vult haar aan: “Het is heel belangrijk om, zodra kanker zich voordoet, een route te vinden te midden van de alledaagse kleine dingen. Waar in een ziekenhuis een medisch protocol wordt afgewerkt, kan een Ipso-huis voorzien in andere zaken, die ook belangrijk zijn.
O.v.v. ‘Ipso-huis Amsterdam’ kan geld worden overgemaakt op NL30 RABO 0125 9437 33 t.n.v. Stichting Amsterdammer helpt Amsterdammer. Van het ingezamelde bedrag wordt Ipso-huis Ananas gerealiseerd.
Wat is een Ipso-huis?
Vorige week vroeg Sharla Dalloesingh hulp bij de aanschaf van een wasmachine. Annemieke van Vliet doneert.
Sharla Dalloesingh (51) heeft veel van haar vader meegekregen: haar liefde voor de horeca, haar humor, haar kijk op het leven. Sinds haar tienerjaren werkte Dalloesingh aan zijn zijde in diens Café Dalloe, decennialang een begrip in de Indische Buurt. Bij het buurtcafé met een maatschappelijke insteek was het betaalbaar en konden gasten hulp krijgen met bijvoorbeeld officiële brieven of geldzaken. De plek was ook zeer geliefd onder Surinaamse Amsterdammers.
Dalloesingh bleef na de verkoop achter met een schuld. Ze werkt nog steeds in de catering en zet zich in voor de buurt, maar de aanschaf van een broodnodige wasmachine moet ze telkens uitstellen. Annemieke van Vliet (58) helpt haar daarbij. “Ik zie de stad veranderen en de cafés met een buurtfunctie verdwijnen, terwijl die juist zo belangrijk zijn,” zegt de producent van dramaseries. “Sharla en haar vader hebben zich jarenlang ingezet voor de buurt. Als je dan noodgedwongen het café moet verkopen en je blijft achter met een fikse schuld: dat vind ik schrijnend. Juist plekken als Café Dalloe moet je koesteren, nu lijkt het soms wel alsof ze door de gemeente worden tegenwerkt. Via deze weg wil ik Sharla bedanken voor haar goede werk.”
Annemieke van Vliet: ‘Juist plekken als Café Dalloe moet je koesteren.’
Beeld Eva Plevier.