Ervaringsverhaal van Henry van Beek: Lieve, mooie kanjer.
Ik voel mij een onbeholpen amateur, een groentje die maar wat probeert en nooit de toon weet te treffen die zegt: "Ja, zo voel ik het, zo ervaar ik het en zo denk ik er over, als je iemand verliest aan kanker". Terwijl mijn relatie met de schrijverspen al 37 jaar gedachten, gevoelens en ervaringen leesbaar kan maken. Krachttermen en andere vloekwoorden gonzen door mijn hoofd, als ik bedenk dat ik nog op kraamvisite ben geweest ter ere van zijn welkome komst op Nieuwjaarsdag 1980. Nu ben ik 13 jaar ouder dan mijn neef mocht worden, toen hij vorig jaar 33 jaar jong afscheid moest nemen na jaren van ongekende moed en positivisme in een strijd tegen een genadeloze sluipmoordenaar. Ik heb niemand méér overtuigd horen zeggen: Leef, leef zolang je kan, zolang je nog mag. Maar tegelijkertijd is niets moeilijker dan juist dat.
Ik weet niet hoeveel jaren het nog onvoorstelbaar zal blijven dat de medische wetenschap er zolang voor nodig had om de juiste diagnose te stellen dat hij eigenlijk al geen kans meer had op genezing. Hoe kan ik het anders noemen dan onvoorstelbaar, als iemand al meer dan een jaar met geregelde (pijn) klachten bij de artsen loopt die geen van allen op tijd erkennen dat het kanker is? Ik moest altijd al weinig van het witte-jassengilde hebben, maar in de jaren is het gegroeid naar een aversie van het zuiverste soort. Al weet ik rationeel dat het geen kwestie van schuld is, laat staan van opzet, maar als iemand zo lang en zo vaak heeft aangegeven dat er medische klachten zijn en welke, dan hoop je toch dat het witte- jassengilde minstens op tijd de juiste diagnose kan stellen. Zodat hij zijn zoontje had kunnen zien opgroeien, die nog niet eens op de basisschool zat toen hij op het afscheid van zijn vader zei: "Ik ben trots op je, papa".
Het zal nog jaren onverdraaglijk blijven, tranen rijkelijk laten vloeien bij de kleinste herinnering, die voortleeft in zijn kleine manneke. Of het nooit meer kunnen vergeten dat ik niet bij het afscheid kon zijn, omdat de benzine voor de 500 km heen-en-weer reis niet te betalen was. Al ik kan doen is hopen dat ik toch snel een keer zijn graf alsnog kan bezoeken voor mijn eigen afscheid van een lieve, mooie kanjer.