Vergoeding nivolumab bij longkanker in het nauw.
Nivolumab (Opdivo) wordt niet vergoed bij uitgezaaide longkanker, als het aan de Adviescommissie Pakket van Zorginstituut Nederland ligt. Het dure geneesmiddel zou zeker 43 procent in prijs moeten dalen om kosteneffectief te zijn.
Foto: shutterstock.
De kosten van nivolumab bij uitgezaaide longkanker zijn te hoog voor opname in het basispakket, schrijft de Adviescommissie Pakket in de presentatie die zij op 27 november 2015 heeft gehouden. Een qaly (quality-adjusted life year) kost 134.000 euro, en dat is meer dan de referentiewaarde van 80.000 euro die voor deze ziektelast geldt. Fabrikant Bristol Myers Squibb zou 43 procent van de prijs af moeten halen, om nivolumab kosteneffectief te laten zijn. De raad van bestuur van Zorginstituut Nederland besluit op 7 december 2015 of ze dit advies overnemen, en doorgeven aan de minister van Volksgezondheid. Zij beslist over de vergoeding.
Minister Schippers onderhandelt momenteel over de prijs van nivolumab bij uitgezaaide longkanker; het is nog niet bekend of deze prijsdaling er ook echt in zit. De fabrikant verstrekt het middel nu gratis aan de twaalf ziekenhuizen waar de behandeling gegeven mag worden.
Het zou 200 miljoen euro per jaar extra kosten als nivolumab wordt ingezet bij longkanker in plaats van het huidige docetaxel. De financiering van de rest van de oncologische ziekenhuiszorg komt hierdoor in de verdrukking, volgens de Adviescommissie Pakket.
Patiënten overleven gemiddeld 3,2 maanden langer met nivolumab dan met docetaxel, met minder ernstige bijwerkingen. Een klinisch relevant verschil, volgens de Wetenschappelijk Adviesraad van het Zorginstituut. Maar er zijn nog vragen, zo schrijft de Adviescommissie Pakket. De optimale behandelduur is bijvoorbeeld nog niet bekend. Sommige patiënten reageren langdurig op nivolumab, maar het is nog niet te voorspellen welke patiënten dat zijn. Ook de langetermijneffecten zijn nog niet bekend.
Een op de drie patiënten met niet-kleincellige longkanker heeft het plaveiselcelsubtype, waar het advies over gaat. In 2016 wordt registratie verwacht bij de andere variant, het niet-plaveiselcelsubtype. De schatting van 200 miljoen euro is gebaseerd op beide varianten samen.
Bron: www.medischcontact.nl