Doel van bestraling.
Bestraling kan worden gegeven als een aanvullende, curatieve of palliatieve behandeling. Een ander woord voor bestraling is radiotherapie.
Aanvullende bestraling:
Bestraling kan als adjuvante behandeling gegeven worden. Dat is een aanvullende behandeling vóór of na een andere behandeling. De behandeling is dan gericht op genezing.
Adjuvante bestraling kan plaatsvinden na een operatie om eventueel achtergebleven kankercellen te vernietigen. Bestraling kan ook vóór een operatie worden toegepast om de tumor kleiner te maken, zodat deze makkelijker kan worden verwijderd. In dit geval spreekt men van neo-adjuvante bestraling.
Curatieve bestraling:
Sommige soorten kanker kunnen in opzet genezend (curatief) behandeld worden door bestraling alleen. Dit is ook afhankelijk van het stadium van de ziekte.
Dat geldt bijvoorbeeld voor:
- prostaatkanker
- zaadbalkanker
- huidkanker
- slokdarmkanker
- longkanker
Er is dan geen operatie of chemotherapie nodig: bijvoorbeeld bij een kleine tumor aan de stembanden. Voorwaarde voor de behandeling met alleen bestraling is dat er geen uitzaaiingen buiten het te bestralen gebied zijn. Bestraling is immers een plaatselijke behandeling.
Soms wordt een in opzet genezende behandeling gegeven in combinatie met een operatie.
Ook combinaties met chemotherapie komen steeds vaker voor. Onder meer bij:
- baarmoederhalskanker
- baarmoederkanker
- longkanker
- hoofd-halstumoren
Palliatieve bestraling:
Bestraling kan ook als palliatieve behandeling worden gegeven. Bestraling heeft dan tot doel de ziekte te remmen, of klachten te voorkomen of te verminderen. Een palliatieve behandeling vindt plaats als de ziekte niet meer te genezen is.
Bestraling kan als palliatieve behandeling worden toegepast bij:
- pijn
- bloedingen
- belemmering van een doorgang (zoals in de slokdarm)
- andere verschijnselen die ontstaan door druk van een tumor op zenuwbanen of nabijgelegen organen
Vaak gaat het dan om een kortdurende behandeling waardoor het dagelijks leven van de patiënt wordt verbeterd. Deze verbetering kan lang aanhouden. Uw specialist (radiotherapeut-oncoloog) zal u uitleggen met welke bedoeling hij een behandeling met bestraling aan u voorstelt.
Pijn:
Bij palliatieve bestraling die wordt gegeven ter verlichting van klachten zoals pijn, verschilt het effect van de behandeling van patiënt tot patiënt. Sommige mensen merken dat de pijn direct minder wordt. Bij anderen vermindert de pijn pas enige tijd na afloop van de behandeling.
Ook kunnen mensen het gevoel hebben dat de pijn tijdens of kort na de behandeling eerst wat toeneemt, waarna langzaam een verbetering in de situatie optreedt. Soms neemt de pijn na de bestraling niet af.
Neem dan opnieuw contact op met uw behandelend arts.
Bron: www.kanker.nl