Dicht klierweefsel verdubbelt kans op borstkanker, toch blijft het vaak onbesproken: ‘Er zou paniek door kunnen ontstaan’.

30-09-2024 16:58

 

 

Auteur: Paul Notelteirs - demorgen.be/nieuws. 

 

 

Interview: Wiebren Tjalma.

 
 
Arts bekijkt röntgenfoto’s na op afwijkingen die duiden op borstkanker.
 

Arts bijkt röntgenfoto’s na op afwijkingen die duiden op borstkanker.

Beeld Hollandse Hoogte / Flip Franssen
 
 
 
 
 
 
Vrouwen met dicht borstweefsel hebben dubbel zoveel kans om borstkanker te krijgen en tumoren zijn bij hun röntgenfoto’s slecht zichtbaar. Toch zijn ze hiervan niet altijd op de hoogte. ‘Foto’s en verslagen zouden altijd toegankelijk moeten zijn’, zegt Wiebren Tjalma, medisch coördinator van de borstkliniek van het UZA.
 
 
 

Nederlandse kankerexperts zijn bezorgd over vrouwen met dicht borstweefsel. Waarom precies?

 

“Vrouwen tussen 50 en 75 jaar krijgen daar om de twee jaar een uitnodiging om deel te nemen aan het bevolkingsonderzoek naar borstkanker. Acht procent van hen heeft dicht klierweefsel, wat het moeilijk maakt tumoren op röntgenfoto’s te zien. Kanker is wit en het klierweefsel ook, waardoor je al snel 30 tot 40 procent van de gevallen mist.

 

“Een aanvullende MRI-scan kan uitsluitsel geven, maar Nederland wil dit niet op grote schaal invoeren omdat er soms vals positieve resultaten uitkomen. Het is ook duurder dan een mammografie. Daarnaast is er een Nederlands regeringsbesluit om vrouwen tijdens het onderzoek niet te informeren over de dichtheid van hun borstklierweefsel. Er zou namelijk paniek door kunnen ontstaan.”

 

 

Hoe ziet de Belgische aanpak eruit?

 

“Hier kunnen vrouwen tussen 50 en 69 jaar zich ook voor een tweejaarlijkse screening opgeven. Tijdens het onderzoek bekijken twee radiologen de röntgenfoto en als er twijfel over de uitslag bestaat, geeft ook een derde expert zijn oordeel. Als we iets afwijkends zien of als er onduidelijkheid blijft bestaan, krijgen de patiënten een uitnodiging voor bijkomende onderzoeken. Dat kan dan een punctie of een MRI-scan zijn.

 

“Van de duizend deelnemers hebben er gemiddeld 35 een afwijkende resultaat, maar van die groep hebben er 29 geen kanker. Het gaat onder meer om de mensen met het dichte borstweefsel die wij in België wel uitnodigen voor een extra controle. In tegenstelling tot Nederland filteren we ze er dus wel vaker uit. Twee jaar later kan de screening voor hen ook anders verlopen.”

 
 
 

Mogen artsen in ons land wel info over het borstweefsel met hun patiënten delen?


“Na het bevolkingsonderzoek krijgen deelnemers een brief waarin enkel staat of hun resultaat normaal of afwijkend is. In dat laatste geval moeten ze contact opnemen met hun huisarts of met een specialist. De artsen mogen dan wel met de patiënten praten over welk belang de dichtheid van het klierweefsel heeft, maar idealiter zou dat al in de brief staan.

 

“De foto’s en uitgebreide verslagen zouden altijd toegankelijk moeten zijn via het portaal Mijn Gezondheid en via het Collaboratief Zorgplatform (CoZo).”
 
 

Zodat patiënten zelf kunnen inschatten welk risico ze lopen?

 
“Ja, ik vind de Nederlandse aanpak onvoldoende transparant. Iedereen moet het recht hebben om zijn eigen resultaten in te kijken. Bovendien is het ook voor artsen zelf ook interessant. Je kan de foto’s dan meteen bekijken en vergelijken met hoe ze er twee jaar eerder uitzagen.
 

“Het zou enorm zinvol zijn om alle scans en verslagen die ooit gemaakt werden in één digitaal archief te bundelen. Waar het vroeger moeilijk was om die documenten fysiek te verzamelen, is het nu mogelijk met een geringe inspanning aanzienlijke voordelen te behalen.”

 

 

Waarom stelt Nederland die uitrol van MRI-scans op grotere schaal uit?

 
“Ik denk dat ze een kosten-batenanalyse maken. Het maakt niet uit of je kanker vandaag of over twee jaar ontdekt als je sterfdatum uiteindelijk gelijk blijft. Bij oudere patiënten is het niet altijd even zinvol om een traag groeiende tumor te behandelen.
 

“Als je al 75 bent en de kanker verspreidt zich niet snel in het lichaam, is de kans groter dat je aan een andere kwaal zal sterven. Je kan je dan de vraag stellen of je dat nog wel wilt weten.”