Diagnose van Dikkedarmkanker.
Hoe wordt de diagnose darmkanker gesteld?
Wanneer u klachten heeft, zal de huisarts u lichamelijk onderzoeken. Hierbij hoort ook een rectaal toucher. Dit is een onderzoek van de anus en endeldarm. Bij dit onderzoek gaat de arts met zijn vinger via de anus in de endeldarm. De wand van de endeldarm wordt zo onderzocht op afwijkingen. De huisarts kan beoordelen of verder onderzoek noodzakelijk is. Hij verwijst u dan door naar een internist of maag-, darm- en leverarts (MDL-arts). Verder onderzoek is nodig om de juiste diagnose te stellen.
Bloedonderzoek:
Bloedonderzoek is nodig om vast te stellen of er sprake is van bloedarmoede. Wanneer u al eerder dikkedarmkanker heeft gehad dan wordt in het bloed het CEA-gehalte gecontroleerd. CEA is de afkorting van Carcino-Embryonaal-Antigeen. Een verhoogd CEA kan wijzen op terugkeer van de ziekte. CEA is niet specifiek voor dikkedarmkanker. Ook bij andere soorten kanker kan CEA verhoogd zijn. Bovendien zijn er ook goedaardige aandoeningen waarbij het CEA verhoogd kan zijn. CEA is daarom niet betrouwbaar voor het stellen van een diagnose.
Kijkonderzoek:
Tumoren in de dikke darm worden meestal opgespoord door middel van een kijkonderzoek van de dikke darm (colonoscopie of sigmoïdoscopie). Een colonoscopie is een kijkonderzoek van de gehele dikke darm. Bij een sigmoïdoscopie wordt alleen het laatste s-vormige deel van de dikke darm onderzocht. Tijdens dit kijkonderzoek kan de arts door middel van een flexibele slang via de anus in de dikke darm kijken. Poliepen kunnen tijdens het onderzoek meteen worden verwijderd. Dit heet een poliepectomie. De arts kan ook een hapje weefsel (biopt) nemen uit de wand van de darm of uit een poliep. Het weggenomen weefsel wordt vervolgens in het laboratorium onder de microscoop onderzocht.
Soms lukt het niet om de hele dikke darm met een kijkonderzoek te bekijken. Dan kan de arts ervoor kiezen om een röntgenonderzoek met contrast van de darm uit te voeren. Bij een röntgenonderzoek met contrast wordt in de schone en lege darm een contrastmiddel (bariumpap) ingebracht. Hierna worden röntgenfoto’s gemaakt.
Beeldvormend onderzoek:
Wanneer de arts een tumor in de dikke darm vindt, zal er vervolgens ook beeldvormend onderzoek plaatsvinden. Met beeldvormend onderzoek kan de arts vaststellen hoe ver de tumor is doorgegroeid in de darmwand. Ook kunnen eventuele uitzaaiingen worden opgespoord. Uitzaaiingen ontstaan bij dikkedarmkanker meestal in de lever of in de longen.
Er zijn verschillende soorten beeldvormend onderzoek:
- CT-scan (Computer Tomografie)
Dit is een beeldvormend onderzoek waarbij gebruik gemaakt wordt van röntgenstralen. Met dit onderzoek kunnen uitzaaiingen worden opgespoord. - MRI-scan (Magnetic Resonance Imaging)
Dit is een beeldvormend onderzoek waarbij gebruik gemaakt wordt van een sterk magnetisch veld. Dit onderzoek wordt vaak uitgevoerd als er sprake is van een tumor in de endeldarm. - Echografie
Dit is een beeldvormend onderzoek waarbij gebruik wordt gemaakt van geluidsgolven. Eventuele uitzaaiingen in de lever kunnen met dit onderzoek worden opgespoord. - Endo-anale echografie
Dit is een inwendige echo via de anus en wordt vaak toegepast bij een tumor in het laatste deel van de dikke darm (endeldarm). - Borstfoto
Een röntgenfoto van de borst om eventuele uitzaaiingen in de longen op te sporen.
Uitgebreide informatie over deze onderzoeken vindt u ook op www.darmkanker.info
Bron: www.mlds.nl