Deel 85: ’Ik heb moeite met ademhalen, ik krijg een brok in mijn keel’.
Auteur: MARITH IEDEMA - telegraaf.nl/vrouw
Column.
Foto: EIGEN BEELD.
Ik ga verzitten op mijn oncomfortabele stoel. Nog drie sessies, en dan zit dit groepstherapietraject erop. Nog éven doorbijten.
„Zorgen en angst hebben een negatieve impact op het dagelijks leven van kankerpatiënten – herkennen jullie dat?” vraagt hulpverlener nummer één.
Iedereen knikt.
„Vandaag gaan we het hebben over die angst – want erover praten kan helpen. Het is beter om deze gevoelens niet krampachtig weg te duwen,” vult haar collega aan.
Toekomstplannen:
Ik kijk de kring rond en kreun zacht. Oh god nee. Niet vandaag. Ik voel me labiel. Vanmorgen werd de zwarte plek op mijn rug verwijderd, die volgens de dermatoloog veel kenmerken van een melanoom heeft. Nóg iets om bang voor te zijn.
Over twee weken krijg ik de uitslag.
De Tekst gaat verder onder de Foto:
’Ik probeer aan wat anders te denken – aan iets leuks. Volgende week: Ibiza, met mijn vriendinnen.’
Foto: EIGEN BEELD.
Tralalala!
Dit wíl ik niet horen. Ik probeer aan wat anders te denken – aan iets leuks. Volgende week: Ibiza, met mijn vriendinnen. Dansen, lezen, wandelen.
Het lukt niet.
Uitzaaiingen:
C. krijgt het woord. Ik spits mijn oren, zonder het te willen. Háár angsten zijn de mijne, dus het is beter als ik niet luister.
„Ik heb contact met nog een ander groepje lotgenoten. We kregen allemaal rond dezelfde tijd de diagnose borstkanker. Bij drie van hen is de kanker inmiddels terug. En een vierde vrouw werd daar zó bang door, dat ze klachten verzon om een scan te krijgen. Wat denk je?”
Ze kijkt de groep rond.
Niemand zegt wat.
Ik word misselijk.
„Uitzaaiingen!”
„Nee, hou op!” roep ik.
„Dus ja, ik ben hartstikke bang,” gaat C. verder. „Moet ik ook om een scan vragen? Moet ik soms ook klachten verzinnen?”
Afschuwelijk
Als C. is uitgepraat kijk ik de groepsleiders aan en barst ik uit:
„Sorry hoor, ik snap dat het C. oplucht om dit verhaal te delen. Maar moeten dit soort verhalen mij, óns, helpen? Ik vind het afschuwelijk om te horen!”
Ongemakkelijke blikken.
Ik denk aan de melanoomuitslag, aan de scan die volgende maand gepland staat. En ik heb moeite met ademhalen. Ik krijg een brok in mijn keel, voel mijn hartslag door mijn hele lijf dreunen: bam, bam, bam. Heb ik een paniekaanval?
Doe eens rustig, maan ik mezelf tot kalmte.
„Dit is wel genoeg voor vandaag. De sessie zit erop,” hoor ik iemand zeggen.
Ik sta op en ren de ruimte uit, zonder de groepsleden gedag te zeggen.
Horrorverhalen:
Ik zit hier mijn tijd uit omdat ik vind dat ik moet afmaken waar ik aan begonnen ben. Ik neem een kostbare plaats in. En de hulpverleners doen hun best, ik wil ze niet laten zitten. Maar dit is de druppel. Al deze verhalen: ik kan het niet aan. Hier in deze door tl-buizen verlichte kamer wordt mijn grootste angst gevoed, week na week. En wat koop ik daarvoor?
Já, dit was de laatste keer groepstherapie, besluit ik.
Gevoelens wegduwen is zwaar underrated. Ik wil vergeten wat ik net allemaal heb gehoord en vérder met mijn leven. Dat is al moeilijk zat zonder de horrorverhalen van de pechvogels die in hetzelfde schuitje zitten.
Bron: www.telegraaf.nl