Deel 6: ’Wat blijft er van me over zonder borsten en zonder haar?’

03-03-2022 16:47

 

Columns & opinie.

 
 
Journalist en auteur Marith Iedema schrijft over liefde, seks en relaties. Het leven lacht haar toe, tot ze een knobbeltje in haar borst ontdekt. Voor VROUW doet ze verslag van wat ze meemaakt. Marith woont samen met haar partner Duncan en zoontje Noah (1 jaar) in Amsterdam.

 

 

 

 

 

Duncan komt naar beneden, zijn haren nog in de war. Toevallig schalt net Dreamer van Dinand uit de speakers.

 

„Wat is dit schat? De ‘mijn-vrouw-heeft-kanker-afspeellijst’?” Hij wrijft in zijn ogen, zoent mij en knuffelt Noah.

 

Ik grinnik. De kankersituatie maakt maar weer eens duidelijk dat Duncan en ik fundamenteel van karakter verschillen. Hij gaat de pijn liever uit de weg, steekt zijn kop in het zand. Ik ga ’m aan, wil práten, ook over doemscenario’s. Om hem tegemoet te komen druk ik Dreamer weg, volgende nummer.

 

„Laat me léven,” zingt Tino Martin luidkeels.

 

„Oh ja top, dít is gezellig.”

 

Ik zet de muziek maar uit.

 

Duncan maakt koffie. We drinken terwijl we naar Noah kijken die vrolijk door de kamer waggelt. Ik heb donkere gedachten die ik kwijt moet.

 

 

Komt een vrouw bij de dokter:


„Of de kanker nou is uitgezaaid of niet; ik blijf lang ziek Dunc. Het wordt zwaar - ook voor jou. Kanker is een aanslag op je relatie. Daar moeten we het over hebben.”

 

Duncan gaapt. „Zo hé, jij ook goedemorgen.” Hij rolt met zijn ogen. Praten over mijn ziekte is wel het laatste waarin hij zin heeft – dat maakt het écht. Maar als hij mijn gezicht ziet weet hij: hier kom ik niet onderuit.

 

„Tussen ons blijft het heus wel goed,” zegt hij.

 

Te makkelijk – vind ik. Naïef zelfs.

 

 
„Jezelf wegcijferen zit niet in je karakter,” zeg ik. „Je bent bepaald geen Florence Nightingale.” Ik pak zijn hand om mijn woorden te verzachten. „Dat is geen verwijt. Ik ben precies hetzelfde. Als je straks alleen nog zorgt, het huishouden runt, alleen maar geeft en niks meer kríjgt dan kan het behoorlijk misgaan. Bij Kluun gebeurde dat ook.”

„Kluun is nogal een lul,” zegt hij geïrriteerd. „En ben je nou serieus opnieuw Komt een vrouw bij de dokter aan het lezen - nú? Wie dóét dat?”

 

Hij schudt zijn hoofd.

 

Ik negeer zijn laatste opmerking.

 

„Ik zou niet te hard oordelen,” zeg ik.

 

Ik snap Kluun wel. Het lijkt mij niet makkelijk als je geliefde een kankerpatiënt wordt, een schim van de persoon op wie je ooit verliefd werd, een blok aan je been. Ik stel me Duncan voor: ziek, kaal, dun, chronisch terneergeslagen. Het idee maakt me misselijk.

 

 

Uiterlijk:

 

Bij Duncan en mij speelt fysieke aantrekkingskracht een grote rol. Natuurlijk, we vallen op elkaar als persoon. Maar hoe we eruitzien is heel belangrijk.

 

„Blijft onze liefde overeind zonder aantrekkingskracht?” vraag ik.

 

Ik denk aan mijn zwangerschap en de eerste tijd na de bevalling. Tijdens ‘project baby’ was het een flinke uitdaging om niet in de gevreesde broer-zusrelatie te belanden. Maar dat was vast níks in vergelijking met ‘project kanker’.

 

Duncan haalt zijn schouders op en zegt dat zijn liefde voor mij nooit zal veranderen.

 

Oké, misschien blijft hij van me houden. Maar zal hij nog geil van me worden? En zo ja – zit ik daar straks nog wel op te wachten? Ik kom in de overgang door de hormoontherapie die ik krijg. Fucking vijf jaar lang. We zouden ons avontuurlijke seksleven weer oppakken. In plaats daarvan droog ik op. En zelfs als ik zin hou; zal ik me in bed nog kunnen laten gaan met één borst – of met een verminkte tiet? Mijn haren en borsten zijn mijn trots. Ik voel me er sexy door, vrouwelijk. Als ik het zonder moet stellen, wat blijft er dan van mij over, en daarmee van óns?

 

Ik zucht diep. Borstkanker is vrouwonterend.

 

 

Bron: www.telegraaf.nl/vrouw