Deel 53: ’Schaamteloos seks hebben, wát een privilege is dát’.

30-01-2023 18:06

 

 

 

Auteur: MARITH IEDEMA - telegraaf.nl/vrouw

 

 

 

COLUMNS & OPINIE.

 
 
 
 
Journalist en auteur Marith Iedema schrijft over liefde, seks en relaties. Het leven lacht haar toe, tot ze te horen krijgt dat ze borstkanker heeft. Voor VROUW doet ze verslag van wat ze meemaakt. Marith woont samen met geliefde Duncan en zoontje Noah (2) in Amsterdam.
 
 
 
 
 
„Ik zie eruit als een tbs’er”, zei ik gister tegen Duncan terwijl ik in de spiegel keek.

Foto: EIGEN BEELD.

 
 
 
 
 
 
 
Als ik mijn ogen open voel ik me uitgerust. Voor het eerst in máánden had ik een goede nacht. En we kunnen het ook nog eens rustig aandoen want Noah logeert bij mijn ouders.
 
 
Duncan is al wakker. Hij kijkt me aan, grijnst en trekt me met een soepele beweging bovenop hem.
 

Hij omhelst me stevig en bijt me zachtjes in mijn hals.

 

Ik protesteer.
 

„Nee, nee, schat! Niet doen.”

 

„Kom op Maartje”, werpt Duncan tegen.
 
 
 

Onaantrekkelijk:


Hij streelt liefkozend mijn schaamhaar – dat op mijn hóófd. Net na het ontwaken ziet dat eruit alsof ik mijn vingers in het stopcontact heb gestoken.

 

„Ik zie eruit als een tbs’er”, zei ik gister tegen Duncan terwijl ik in de spiegel keek. Hij moest hard lachen, maar ontkrachtte het niet.
 

Duncan kijkt me aan, zijn blik serieus. „We kunnen het toch proberen? Het is zo lang geleden...”

 

Ik knik. Het is waar. Ik kan me de laatste keer seks niet eens herinneren. En ja, ik mis het. Ik mis Duncan. Ik mis de intimiteit. Ik mis het stel dat we eens waren. Maar ik voel me onzeker en onaantrekkelijk. Totaal niet sexy.

 

„Hoe kán je nu seks met me willen?” vraag ik oprecht verbaasd.

 

Hij haalt zijn schouders op.

 

„Ik vind je nog steeds mooi.”

 

Hij meent het. En dat ontroert me.

 

 

Voor lief nemen:


Ik lig een tijdje in zijn armen, zonder wat te zeggen. Dan kust Duncan me, eerst langzaam, dan steeds gepassioneerder. Ik denk aan onze eerste zoen. Aan de explosieve fysieke reactie die daarop volgde. Ik was instant verslaafd aan Duncan.

 

En zelfs nu, onder deze erbarmelijke omstandigheden, maakt zijn kus wat in me los.

 

Ik voel me vandaag redelijk. Misschien moet ik over mijn schaduw heenstappen. Als Duncan geen probleem heeft met hoe ik er op dit moment uitzie, dan moet ik mezelf ook kunnen accepteren – toch?

 

Na een uitgebreid voorspel trekt Duncan me opnieuw bovenop zich.

 

Net op dat moment valt zonlicht onze slaapkamer binnen. Ik vouw mijn linkerhand snel over mijn misvormde borst en strijk met mijn vrije hand mijn donshaar plat.

 

Ik vis een fles glijmiddel onder uit mijn nachtkastje – een múst voor wie in de overgang is – en ik knijp hard. Maar ondanks het uitgebreide voorspel, ondanks de glijmiddelwaterval, doet het pijn. Véél pijn. Man, mijn ontmaagding is er niks bij.

 

 

Weerzinwekkend:


Ik rol van Duncan af, trek de deken over me heen. Ik schreeuwde altijd van de daken: als penetratie zeer doet, zoek dan naar wat er nog wél mogelijk is, wat wél lekker voelt. Er zijn zo veel manieren om de liefde te bedrijven. Maar ik heb geen zín om andere mogelijkheden te verkennen. Het fysieke ongemak is namelijk níks in vergelijking met wat ik mentaal ervaar.

 

„Sorry lieverd, ik kan het niet – het doet pijn en ik kan mijn gedachten niet stilzetten. Ik vind mezelf weerzinwekkend”, geef ik eerlijk toe.

 

Duncan weet dat hij dit niet uit mijn hoofd kan praten.

 

Hij pakt mijn hand, staart verdrietig voor zich uit. En zo blijven we een tijdje zitten.

 

Schaamteloos seks hebben. Wát een privilege is dát. Jarenlang nam ik het voor lief. Ik vond het de normaalste zaak van de wereld.

 

Hoe kut, dat je pas werkelijk beseft hoe bijzonder iets is, als je het kwijt bent.

 

 

 

 

 

Bron: www.telegraaf.nl