Deel 26: ’Ineens is de dood geen ver-van-mijn-bedshow meer’.

19-07-2022 18:12

 

 

 

Columns & opinie.

 
 
Journalist en auteur Marith Iedema schrijft over liefde, seks en relaties. Het leven lacht haar toe, tot ze te horen krijgt dat ze borstkanker heeft. Voor VROUW doet ze verslag van wat ze meemaakt. Marith woont samen met geliefde Duncan en zoontje Noah (2) in Amsterdam.
 
 
 
 
EIGEN BEELD.
 
 
 
 
 
 
 
 
Vanavond is het Priscilla-avond. Mijn vriendinnen groeiden op met Pris. Maar zelf kende ik haar nog maar net toen ze in 2013 euthanasie pleegde. Ze maakte in die korte tijd diepe indruk op me. Niet alleen omdat ze op haar zesentwintigste stierf, maar vooral om hoe ze lééfde, ondanks haar situatie. Om haar enorme veerkracht.
 
 
 

Herdenken:


Priscilla was erfelijk belast met twee hartziektes en een spierziekte, dezelfde ziektes waar haar moeder aan overleed. Dat kreeg ze op haar zestiende te horen. Eén ding wist ze direct heel zeker: de lijdensweg van haar moeder zou zij zichzelf besparen. Ze hield woord.

Een keer per jaar herdenken we Priscilla. Dan bekijken we de documentaire die werd gemaakt over haar laatste dagen: Nachtvlinder. Dat lukt nooit met droge ogen. Maar nu ik zelf ziek ben voelt het extra zwaar. Ineens is de dood geen ver-van-mijn-bedshow meer.

 
 
Naast me op de bank zit Serena, de zus van mijn vriendin. Ze heeft borstkanker, net als ik.

Ik nip van mijn thee en draai met mijn ogen.

 

„Nou, vrijdagavond meiden! Gezellig naar de laatste dagen van Pris kijken met twee kankerpatiënten!,” zeg ik.
 

We lachen.

 

Ik denk aan alle zorgeloze vrijdagen die we samen doorbrachten: aangeschoten en uitgelaten. Op zoek naar vertier, naar seks en afterparty’s. Hoe wilder, hoe beter. De wereld lag aan onze voeten. En nu voelt het alsof ik Atlas ben met de wereldbol op mijn schouders. En ik ben niet de enige – helaas.

 

Chemotips


Met rode ogen kijk ik naar de aftiteling. Een tijd lang zegt niemand wat, tot Serena de stilte verbreekt.

 

„Toch wel anders hè, hiernaar kijken in onze situatie.”

 

Ze kijkt mij aan.

 

Ik knik. „Zeg dat!”

 

„Wanneer begin je ook alweer met chemo?” vraagt ze dan.

 

„Volgende week. Nog tips?”

 

Ik kijk haar aan van opzij terwijl ze nadenkt. De grote zus van mijn vriendin is in dit hele traject ook een klein beetje míjn oudere zus; degene die alles al heeft meegemaakt en mij wegwijs maakt. Al waren Serena’s feest- en reisadviezen leuker.

 

Serena is ijzersterk, áltijd in staat positief te blijven – ook nu de kanker bij haar is uitgezaaid. Ze heeft de volledige reguliere behandeling in het Antoni van Leeuwenhoek ziekenhuis doorlopen, maar shopt ook royaal in het alternatieve circuit. Ze wordt niet geplaagd door angsten, heel anders dan ik. En ook op onzekerheid of schaamte betrap ik Serena niet. Wat anderen denken boeit haar weinig. Tijdens haar half jaar chemotherapie droeg ze zelden wat op haar kale hoofd. En tijdens een date zei ze ooit simpelweg: „O trouwens, ik heb kanker en mijn tiet is geamputeerd.”

 

Ik was van mijn stoel gevallen, holy shit. Maar de date bleef gewoon zitten en haalde zijn schouders op. Haar nuchtere houding werkt aanstekelijk.

 

Ik zou wel wat meer willen zijn zoals Sereen. Maar ik ben nou eenmaal anders.

 

 

Koffieklysma:


„O ja, ik weet wat voor je!” roept Serena dan.

 

„Wat mij enorm hielp was de dag beginnen met een koffieklysma.”

 

„Uh, een kóffieklysma?” vraag ik perplex.

 

Serena knikt enthousiast.

 

„In de zin van: je kont spoelen met koffie?”

 

„Jep. Daar knapte ik erg van op.”

 

 

Ik stel me voor hoe ik me vooroverbuig en hoe Duncan mijn ochtendkoffietje via een trechter in mijn gat giet.

 

„Je hebt wel speciale koffie nodig hoor,” legt Serena uit. En ze stuurt me een link door.

 

Ik bestudeer de koffie en de klysmaset.

 

Dan doe ik een schietgebedje: heer, laat het niet gebeuren dat ik me straks zó slecht voel, dat ik bereid ben mijn bakkie pleur anaal te nuttigen.

 

 

 

Bron: www.telegraaf.nl