Deel 2: ’Vol afgrijzen kijk ik naar mijn borst in het röntgenapparaat. Mijn pronkjuweel’.
Auteur: MARITH IEDEMA - telegraaf.nl/vrouw
Columns & opinie.
Journalist en auteur Marith Iedema schrijft over liefde, seks en relaties. Het leven lacht haar toe, tot ze een knobbeltje in haar borst ontdekt. Voor VROUW doet ze verslag van wat ze meemaakt. Marith woont samen met haar partner Duncan en zoontje Noah (1 jaar) in Amsterdam.
"Vol afgrijzen kijk ik naar mijn borst in het röntgenapparaat. Mijn pronkjuweel - normaal bron van plezier - is geplet tot een pannenkoek van vlees. Wát een geweld. De verpleegkundige vangt mijn paniekerige blik en roept: 'Nog één foto, dan zijn we klaar.' Oké - tanden op elkaar. Nog één foto en dan als de bliksem naar huis. Weg hier.
Borstkanker?
Ik slaak een zucht van verlichting als mijn borst wordt bevrijd uit het martelwerktuig. Het is een tijdje stil. Onderzoekend kijk ik naar de verpleegkundige. Ze staart met samengeknepen ogen naar het scherm van haar computer. Dan kijkt ze me aan en glimlacht. Het is een lach die me gerust moet stellen, maar het tegenovergestelde effect heeft. Een ijskoude hand sluit zich om mijn hart.
Snel spreek ik mezelf toe. De huisarts zei dat de knobbel in mijn linkerborst hoogstwaarschijnlijk een cyste is. Of bindweefsel. Dat is doodnormaal. Veel normaler dan het angstaanjagende alternatief: kanker. Ik herhaal in gedachten de woorden van mijn dokter: vrouwen van tweeëndertig krijgen zo goed als nooit borstkanker. Hij raadde me aan een week of zes te wachten. Ik zou zien dat de bult vanzelf zou verdwijnen.
Als Serena, de zus van mijn hartsvriendin, geen rol in mijn leven zou spelen, had ik zijn advies opgevolgd. Serena was ongeveer even oud als ik nu, toen ze de diagnose borstkanker kreeg. Een paar jaar later zitten er tumoren in haar longen en lever. De artsen van het Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis geloven - anders dan Serena zelf - dat een goede afloop niet langer tot de mogelijkheden behoort. Dus dacht ik: wachten? Ammehoela.
Biopt:
De verpleegkundige voert me mee naar een operatieruimte. Hoe geruststellend ze zich ook gedraagt, ik zie dat ze geschrokken is.
'Ik ga even overleggen. Ga jij daar maar vast liggen.'
Ik neem plaats op een soort operatietafel - nog steeds met ontbloot bovenlijf. Het is koud. Ik ril en sla mijn armen beschermend om me heen. Dan komen er vier mensen binnen, met ferme passen.
'We doen nog even een biopt,' zegt de dame die zich voorstelt als dokter Jansen.
Een wat? - denk ik. Maar ik hou mijn mond en staar naar het plafond. Ik voel me ineens alleen op de wereld. Was mijn moeder maar hier. Of Duncan.
Er wordt met een mes een sneetje in mijn borst gemaakt en met een dikke naald neemt een assistent een monster van mijn knobbel, terwijl dokter Jansen rustig aanwijzingen geeft. Ik wil dat ze van mijn tiet afblijven. Opzouten met dat mes, met die naald. Ik heb borsten om te verleiden, om van te genieten. Daar wordt niet in gesneden!
Mierzoet:
De verpleegkundige aait me liefkozend over mijn hoofd. Het viertal is verontrustend aardig. Mierzoet. Ze vragen me het hemd van het lijf. 'Hoe oud is je zoontje? En zegt hij al wat? Loopt hij al?' Als ik aan mijn baby denk wil ik gillen. Maar ik blijf ogenschijnlijk kalm - al klopt mijn hart in mijn keel. Ik vraag voorzichtig of het een cyste kan zijn, of bindweefsel. 'Nee uitgesloten,' zegt dokter Jansen. 'Maar het kan wel een ontsteking zijn omdat je borstvoeding hebt gegeven.'
Dat lijkt me sterk. Erg sterk. Noah nam lang geleden zijn laatste slok uit mijn borst. Waarom zou dat nú een ontsteking veroorzaken?
Na een echo mag ik naar huis. Ik krijg een papiertje in mijn hand geduwd. Donderdag heb ik een afspraak met een oncologisch chirurg. Over drie f*cking dagen. Hoe kom ik die door?
De verpleegkundige loopt naar me toe. Ze pakt mijn hand en knijpt erin terwijl ze me meelevend aankijkt. 'Nou, in ieder geval heel goed dat je gekomen bent.'
De knoop in mijn maag groeit tot formaat baksteen."
Bron: www.telegraaf.nl