Deel 15: ’We bekijken samen voor het eerst mijn gehavende borst’.

10-05-2022 17:58

 

 

Auteur: MARITH IEDEMA - telegraaf.nl/vrouw

 

 

Columns & opinie.

 
Journalist en auteur Marith Iedema schrijft over liefde, seks en relaties. Het leven lacht haar toe, tot ze een knobbeltje in haar borst ontdekt. Voor VROUW doet ze verslag van wat ze meemaakt. Marith woont samen met haar partner Duncan en zoontje Noah (2) in Amsterdam.
 
 
 
„Maar ineens horen de twee borsten niet meer bij elkaar. Ze zijn geen paar meer. Ik slik.”
 
 
 
 
 
 
 
Het is zaterdag. Eén dag na mijn borstsparende operatie. Hoe ‘sparend’ de ingreep was weet ik niet, want ik heb nog niet durven kijken.

Ik lig op de bank en staar naar het plafond. Noah en Duncan genieten van het weer in het Vondelpark. Zonder mij. Daar moet ik aan leren wennen. Mijn leven zal zich lange tijd voornamelijk binnenshuis afspelen. Leuk is anders. Maar wat ben ik blij dat die kuttumor eruit is! Ik moet nu zes weken herstellen voordat ik kan starten met bestraling. Al die tijd mag ik niet tillen. Lekker, als je met een dreumes op driehoog woont.

 

Over anderhalve week volgt nog een spannende uitslag. Mijn kankergezwel wordt onderzocht door de patholoog, net als de verwijderde schildwachtklier. Zijn de snijranden van de tumor vrij van kankercellen? En zit er kanker in die klier?

 

 

Een Griekse tragedie:


,,Maaaamaaaaaa,” hoor ik Noah beneden roepen, in het trapportaal. Het is ons vaste ritueel. Ik verplaats mijn beurse lichaam naar de voordeur, open die en roep: ‘Nooooah!’. Mijn zoontje kraait van plezier en stuitert de trap op. Als hij bij me is strekt hij zijn armpjes naar me uit.

 

,,Mama mag niet tillen lieverd,” zegt Duncan, die hem wél oppakt.

 
 
Noah is niet het soort kind dat lichtvoetig omgaat met teleurstellingen. Hij worstelt zich boos los uit zijn vaders omhelzing, laat zich voor mijn voeten vallen en kijkt me getergd aan. Weer strekt hij zijn armen naar me uit. ,,Mama?”

Er is erger leed in de wereld, maar mijn hart breekt. Ik ben Noahs number one. Hij wordt het allerliefst door mij opgetild, rondgedragen en getroost. Áltijd kon hij op me rekenen. En nu wordt hij bruut afgewezen. Life sucks.

 

,,Maama?” probeert hij nog één keer.

 

Ik prevel een verontschuldiging die hij niet begrijpt.

 

Er volgt een hysterische huilbui. Het is een Griekse tragedie.

 

Duncan tilt Noahs schokkende lijfje naar de bank. Ik ga naast hem zitten en streel zijn rug. Hij kijkt boos naar me op en schuift bij me vandaan. Vanaf dat moment negeert mijn zoon me compleet. Kan zo’n klein kind al rancuneus zijn? Hij straft me. Wat ik kan, kan hij beter. Hij reageert alleen nog op zijn vader.

 
 
,,Mag mama alsjeblieft een kusje?” smeekt Duncan aan het eind van de dag. Maar nee, Noah is onvermurwbaar. Dit worden zes lange weken.
 
 
 

Kijken:


Ik observeer Duncan, die bezig is met de avondmaaltijd in de keuken. Zijn leven zal de komende tijd in het teken staan van zorgen – voor Noah, voor mij. Van minnaar naar mantelzorger. Ik vraag me voor de zoveelste keer af wat voor invloed dat zal hebben op ons als stel.

Hij vangt mijn blik.

 

,,Heb je nou al gekeken?”

Ik schud mijn hoofd.

 

,,Waar wacht je op?”

Ik haal mijn schouders op. Tja, goede vraag.

 

Ik zucht eens diep. ,,Oké, kom maar mee.” We lopen naar de badkamerspiegel. Duncan gaat achter me staan. Hij is gespannen.

 

 

Ik weet dat er nog niet veel te zeggen valt over het uiteindelijke resultaat. Toch rits ik met angst en tegenzin de speciale bh open, die de verpleging gister bij me aandeed. Dan bekijken we samen voor het eerst mijn gehavende borst. De zieke tiet staat strak van het wondvocht. Mijn tepel wijst naar links. Mijn voorgevel was altijd mooi symmetrisch. Maar ineens horen de twee borsten niet meer bij elkaar. Ze zijn geen paar meer. Ik slik. Duncan zegt niks.

 

Dan til ik mijn linkerarm omhoog en kijk in de spiegel. Het litteken in mijn oksel – waar de klier is verwijderd - is zo’n zes centimeter lang. Op mijn borst loopt de snee – dik en paars - van mijn tepel helemaal naar mijn zij.

 

,,Oké, het kan erger,” zegt Duncan voorzichtig. We zagen gruwelijke verminkingen op Google. Dus knik ik.

 

Het kan erger.

 

 

 

Bron: www.telegraaf.nl